Terug naar Startpagina
 
De Franse Invasie
Vlucht 18 januari 1795
Vlucht Prinses Wilhelmina
Vlucht Prins Willem V
Pink 'Johanna Hoogenraad'
1795-1813
Oranje in ballingschap
Willem V Batavus
Frederica Sophia Wilhelmina
Frederica Louise Wilhelmina
Willem George Frederik
Willem Frederik
Frederica Louisa Wilhelmina
Willem Frederik George
Willem Frederik Karel
Wilhelmina Frederica Pauline
Wilhelmina Frederica Marianne
Terugkeer Oranje in 1813
30 november 1813
Herdenking in 2013
Boeken
Over Oranjes
 
Vertrek en aankomst Oranjes en Stuarts op Scheveningen
Vertrek Willem II, 1641
Vertrek Henrietta Maria, 1643
Vertrek Charles II, 1660
Aankomst Willem III, 1691
1642-1660
De Stuarts in Ballingschap
400 jaar Strandschilders
op Scheveningen
1600-1700
1700-1800
1800-1900 A t/m L
1800-1900 M t/m Z
1900-2000 A t/m L
1900-2000 M t/m Z
2000-heden
Muurschilderingen
Scheveningen op keramiek 1
Scheveningen op keramiek 2
Herdenkingspenningen
Panorama's Scheveningen
Algemeen
Scheveningen toen en nu
Huifkarren op Scheveningen
Zeeslagen bij Scheveningen
Het kanon van Scheveningen
Waarzegster op Scheveningen
Boeken over Scheveningen
Links
Over de Website
Contact
   

Willem V Batavus ('s-Gravenhage, 8 maart 1748 - Brunswijk, 9 april 1806), prins van Oranje, vorst van Nassau-Dietz, was erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1751-1795)
Na het overlijden van zijn vader Willem IV in 1751, werd de 3-jarige Willem V zijn opvolger als Erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hij volgde zijn vader ook op als vorst van het Vorstendom Nassau-Diez in Duitsland. In 1752 werd hij Ridder in de Orde van de Kousenband, de ketting met als hanger de afbeelding van St. George ofwel Sint Joris, die vecht met de draak. Op de herdenkingsmunt uit 1752 draagt hij de versierselen van de Orde van de Kousenband. (Coll. Muenzauktion.com). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Op 4 oktober 1767, net zestien jaar oud, trouwde Wilhelmina in het stadsslot van Berlijn met de drie jaar oudere Willem V, erfstadhouder van de Republiek der Nederlanden. Hij had iets, zij niets over deze keuze te zeggen gehad, en ze zagen elkaar voor het eerst op de dag voor de huwelijkssluiting. Enkele dagen later vertrokken ze naar Nederland. Het stadhouderlijk echtpaar woonde in het oude Hof, tegenwoordig het Paleis Noordeinde in Den Haag. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
Wilhelmina van Pruisen met Willem V en hun kinderen Frederica Louisa Wilhelmina, Willem Frederik en Willem George Frederik. Ten voeten uit in een interieur, de moeder zittend in een stoel met de kinderen om haar heen, de vader staande achter de stoel. Onderdeel van de collectie portretminiaturen, 1779. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)

Wilhelmina werd in die eerste jaren als stil en afstandelijk, zelfs lethargisch beschreven; ook was ze twee maal ernstig ziek. Haar eerste kind, een zoon, stierf bij de geboorte (1769). Er volgden een dochter, Louise (1770), een doodgeboren kind (1771), en twee zoons: Willem Frederik, de latere koning Willem I (1772-1843), en Willem George Frederik (1774-1799). In overeenstemming met de nieuwste opvattingen van haar tijd toonde Wilhelmina zich een betrokken moeder, die haar kinderen om zich heen had en wier opvoeding en onderwijs zij strikt leidde.
De verhouding tussen Wilhelmina en Willem was op zijn hoogst kameraadschappelijk. Hun karakters botsten. Willem - door zijn voogd hertog Lodewijk van Brunswijk opgevoed met een sterk vooroordeel tegen regerende vrouwen - was weifelachtig en jegens zijn energieke, wilskrachtige vrouw achterdochtig en jaloers. Wilhelmina kon zich aan haar echtgenoot ergeren, maar ze was altijd loyaal aan hem en hij ook aan haar; verhalen over zijn ontrouw zijn vermoedelijk onwaar. (Bron: Historici.nl). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
Willem V begon met voorstellen tot verkleining van de vroedschappen in de Friese steden Stavoren (1768), Workum (1772) en Bolsward (1773). De stadhouder beschikte over goede contacten ("premiers") in Friesland, onderdeel van het stadhouderlijk stelsel. Ook in Gelderland en Overijssel hadden kleine steden moeite om hun vroedschapszetels op te vullen en waren aanpassingen noodzakelijk; Zwolle telde bijvoorbeeld 16 burgemeesters. De voorstellen tot hervorming, die willekeurig kunnen worden genoemd, omdat hij niet overal over dezelfde bevoegdheden en invloed beschikte, werden hem niet in dank afgenomen. Het probleem van de opvulling van vroedschapszetels speelde bovendien in steden met een aanzienlijke katholieke bevolking, zoals Haarlem, Arnhem, Nijmegen, Oldenzaal, 's-Hertogenbosch, etc. Nog voor de patriottentijd in Bolsward, toen een klein stadje met 2600 inwoners, maar met een aanzienlijke katholieke bevolking (30%), ontstond in 1778 protest, waarop de stadhouder besloot het voorstel te laten rusten.

Portret van Stadhouder Willem V (1748-1806) van Johann Georg Ziesenis, circa 1768-1769. (Coll. Mauritshuis,Den Haag). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
De Nederlanders waren al in een zeer vroeg stadium betrokken bij de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-1783). Al jaren voor de Onafhankelijkheidsverklaring smokkelden zij wapens naar de ontevreden kolonisten. Ook nadat de Engelsen een handelsembargo afgekondigd hadden tegen de opstandelingen, gingen de Nederlandse handelaren door met de wapensmokkel. Daar was immers goud geld mee te verdienen, want de Amerikanen betaalden goed voor het broodnodige oorlogsmaterieel.
Dankzij Nederlandse handelaren konden de Amerikanen een leger op poten zetten. Zij vervulden hiermee een cruciale rol in de beginperiode van het conflict. Officieel hield de Republiek zich zo veel mogelijk afzijdig en beriep zich op haar neutraliteit.
In 1780 verklaarde Engeland de oorlog aan Nederland, vanwege de wapensmokkel van de Nederlanders naar de opstandige Verenigde Staten. Er kwam steeds meer kritiek op Willem V.
Willem V werd beschuldigd van heulen met de vijand: zijn neef George III, de koning van Engeland.
De Vierde Engels-Nederlandse Oorlog verliep desastreus, op de Slag bij de Doggersbank na, en al in 1783 is een Vrede van Parijs (1783) gesloten.
Nadat Friesland al op 26 februari 1782 als eerste provincie overstag was gegaan, erkende de Republiek als tweede natie ter wereld op 19 april 1782 de Verenigde Staten. (Bron: Historischnieuwsblad.nl). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
Dit kniestuk toont de stadhouder Prins Willem V (1748-1806). Willem V regeert tijdens de woelige jaren waarin burgers, geïnspireerd door de Franse Revolutie, in opstand komen tegen de erfgenamen van Oranje. B.S. Bolomey, 1788. (Coll. Collectieutrecht.nl).
Willem is afgebeeld in militair kostuum bestaande uit een borstkuras met een blauwe overjas. In zijn rechterhand houdt hij een maarschalkstaf. Prins Willem V werd geboren in 1748. Toen hij drie jaar was, overleed zijn vader, stadhouder Willem IV (1711-1751). Deze had de erfelijke overdracht van het stadhouderschap ingevoerd; voorheen moesten de telgen van Oranje door de staten van een provincie benoemd worden. De kleine Willem was nu dus erfgenaam, maar uiteraard te jong om te regeren.

Tegen 1782 kwam, geïnspireerd door de Amerikaanse Revolutie en de Verlichting, een beweging op: de Patriotten, die meer vrijheid eisten voor het volk. De opkomst van de patriotten zorgde voor spanningen en geweld tussen hen en orangisten. Franse agenten werden ervan verdacht de patriotten met geld tegen de stadhouder op te zetten. In pamfletten en smaadschriften werden Stadhouderlijke familie beledigd en gehoond.
Door een beroep te doen op historische en bijbelse voorbeelden van tiranniek gedrag, door de stadhouder voor te stellen als een afgod en een duivel, probeerden de patriotten het stadhouderschap te ondermijnen. Dat gebeurde ook door Prinses Wilhelmina voor te stellen als de kwade genius achter de stadhouder.
Vooral in Holland werd de agitatie van de patriotten tegen de stadhouder actief gesteund door Franse agitatoren. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
In juni 1789 begon de Franse Revolutie uit en Frankrijk en 29 qpril 1792 verklaarde de Franse regering de oorlog aan de keizer van het Heilig Roomse Rijk. Het gevolg hiervan was, dat de strijd zich voornamelijk zou afspelen op het gebied van de Oostenrijkse Nederlanden ofwel Limburg, Brabant, Vlaanderen, Luxemburg.
20 september werden de goed getrainde Pruisische soldaten bij Valmy verrast door het jonge leger van de Franse Republiek en de hertog van Brunswijk trok zijn leger terug naar de grens.
De Franse troepen trokken verder op en veroverden Brussel, Antwerpen en Luik. Bij de verdere opmars vielen Staatsbrabant, Breda, Klundert en Geertruidenberg in Franse handen. De Republiek was niet voorbereid op de Franse opmars. Er was niet voldoende geld voor het verzwakte Staatsleger. Ook omdat Amsterdamse bankiers veelal patriot waren en geen leningen wilden verstrekken.
1 februari 1793 verklaarde de Nationale Vergadering van Frankrijk de oorlog aan George III van Engeland en Stadhouder Willem V van de Verenigde Nederlanden. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
27 juni 1794 werd in Breda oorlogsberaad gehouden in aanwezigheid van Willem V en Willem Frederik. Daar werd besloten de Nederlandse legers in vestingen onder te brengen.
Op 4 en 5 oktober 1794 trokken de Oostenrijkers zich terug over de Rijn en lieten de Republiek aan zijn lot over.
De Fransen konden op 10 oktober 1794 Den Bosch veroveren met behulp van de in de buitenvesting veroverde kanonnen.
De beschieting of bombardement van 's-Hertogenbosch door de Fransen tijdens het beleg van 1794, vermoedelijk in de nacht van 25 op 26 september.
De Engelse Hertog van York trok zich met zijn leger terug over de Waal naar Nijmegen. Maar Nijmegen viel op 8 november 1794.
De Engelsen trokken plunderen van Nijmegen naar Arnhem. Zij hielden erger thuis dan de vijand zou hebben gedaan.
Aan voortzetting van de oorlog viel niet meer te denken. De Staten van Friesland riepen op tot vredesonderhandelingen met de Fransen.
8 november 1794 werd in Parijs een volmacht gegeven om de stadhouder, zijn vrouw en de militaire leiders gevangen te nemen.
Het land was in december 1794 in de greep geraakt van een ijskoude winter, het was 17 graden onder nul en de Waal was één grote ijsbaan.
27 december 1794 kreeg de Franse Generaal Pichegru het bevel uit Parijs aan te vallen over de bevroren rivieren.
Op oudejaarsavond 31 december 1794 had Willem V alvast 20 Scheveningse pinken gehuurd, die met zijn bezittingen werden bevracht en die op ieder gewenst moment weg moesten kunnen varen met hemzelf en zijn gezin. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
Toen Stadhouder Prins Willem V (46 jaar), prins Willem Frederik (22 jaar) en Prins Willem George Frederik (20 jaar) uit den Haag vertrokken had zich vanaf de Plaats tot aan het Noordeinde een grote menigte verzameld. Nadat de koetsen waren voorgereden was een stille buiging het laatste vaarwel van de vertrekkenden. Rond middernacht koos de pink 'Johanne Hoogenraad' zee. Diezelfde avond verschijnen de eerste Fransen in Den Haag. (Bron: Koninklijke Bibliotheek, Den Haag). Maar in London werden ze Oranjes uitgenodigd voor bals en samen met haar man danste prinses Wilhelmina tot in de vroege morgen. Dat Prins Willem V verzot was op dansen was bekend en ook zijn erotische reputatie was in London doorgedrongen. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
De Orangerie: De Hollandse Cupido, uitrustend van de vermoeienissen van het planten, 1796
Spotprent op stadhouder Willem V die als een dikke roze Cupido ligt, een schep in de handen, te slapen tegen twee geldzakken met 24.000.000 Dukaten. Op de voorgrond een rij kleine Oranjeboompjes met mensenhoofden in potten. De tuin staat vol met jonge boompjes waarin kleine Willempjes groeien. In de lucht een stoet van zwangere vrouwen met tuinattributen. (Afbeelding en tekst, Coll. Rijksmuseum, Amsterdam). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Detail van de landing van de Engelse troepen in Callantsoog op 27 augustus 1799. Aquarel van Dirk Langendijk, die waarschijnlijk aanwezig was. (Coll. Christies.com)
Tussen 25 en 26 augustus 1799 bereikte de door de storm afgedreven Engelse vloot eindelijk bij Huisduinen voor de kust en gingen de troepen tussen Callantsoog en het Texelse Gat ongehinderd aan land. 28 augustus werd Den Helder bezet en de Bataafse vloot gaf zich over aan de Engelsen. Willem Frederik voegde zich 7 september bij de Engelsen in Den Helder, nadat hij in Huisduinen aan land was gegaan. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Begin november 1801 vertrok Prins Willem V teleurgesteld uit Engeland naar zijn landgoederen in Duitsland. Tegen Kerstmis betrok de ex-stadhouder het stamslot Oranienstein bij Diez. Dit fraaie slot, gelegen in het dal van de Lahn, had Willem V geërfd van de Friese stadhouder Willem IV. Het slot was verwaarloosd en moest worden opgeknapt. De 53-jarige ex-stadhouder voelde zich gelukkig in Oranienstein en kon het met de inwoners van Diez goed vinden . Hij woonde regelmatig de exercities van het garnizoen bij. Op zondag, na de godsdienstoefening, verleende de prins audiëntie aan burgers die hem wensten te spreken. Vaak werden de audiënties gevolgd oor een diner met aanzienlijke inwoners of familieleden; onder de laatsten bevonden zich de vorsten van Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
Toen Willem V in Oranienstein het nieuws over de inhoud van het Verdrag van Parijs had ontvangen was hij zo hevig geschrokken, dat prinses Louise bang was geweest voor de gevolgen. Hij was in geen enkel opzicht te spreken over de uitwerking van Amiens in het verdrag van Parijs en liet dat aan zijn zoon ook blijken. Ook prinses Wilhelmina was er ongelukkig mee.

Willem V uitte zijn ongenoegen ook in brieven aan de koningen van Engeland en Pruisen.
Hij vond dat hij geen enkel recht had op de abdijen, steden en plaatsen, die hem in het Verdrag van Parijs als schadeloosstelling waren toebedeeld.

Met tegenzin gaf Willem V op 17 juni 1802 vanuit Oranienstein aan een Pruisische koerier de door hem getekende ratificatie mee van het Huis van Oranje, betrekking hebbend op de artikelen 8 tot 15 van het Verdrag van Parijs.

Bij een brief van Willem V op 20 juni 1802 aan Willem Frederik sloot hij een akte waarbij hij ten gunste van zijn zoon afstand deed van het bezit van de hem toegewezen schadeloosstellingen.
De bij verdrag vastgelegde formele afstand van het stadhouderschap, met de daaraan verbonden erfelijke rechten en de erkenning van het Huis van Oranje van de Bataafse Republiek werden publiekelijk niet bekend gemaakt.
Het Huis van oranje was zelf verzoend met de gedachte dat men nimmer meer in het vaderland terug zou keren.
(Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)
(Bron afbeelding: Astrozeeland.nl). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
In opdracht van George III was in juli 1802 het Engelse Parlement voorgesteld de Prins van Oranje een jaargeld van 20.000 pond toe te kennen en een eenmalig bedrag van 60.000 pond aan Wilhelmina.

Wilhelmina nam schriftelijk en mondeling afscheid van de Koninklijke familie onder grote dankbaarheid voor de in zeven jaar ondervonden gastvrijheid.
Bij gunstige wind en heldere maan zeilde zij met haar gevolg van 13 personen in de nacht van 16 op 17 juli 1802 per pakketboot over het Kanaal van Dover naar Calais. Vanuit Calais reisde ze via Rijssel, Gent, Brussel en Aken en bereikte met haar gezelschap op 21 juli Koblenz en vandaar via Bad Ems naar Oranienstein.
In het feestelijk versierde Dietz werd Wilhelmina warm ontvangen door haar man en haar zoon Willem Frederik met zijn Mimi en de kleinkinderen en door Prinses Louise van Brunswijk en haar Echtgenoot. Het werd een innig weerzien van prinses Wilhelmina met haar dochter Louise en haar kleinkinderen Guillot, Fritz en Pauline. Vanuit Dietz bracht de Prins van Oranje zijn vrouw naar Oranienstein, waar die dag een groot feest werd gevierd. In dat klimaat kwam ook de verzoening van vader en zoon tot stand.

Sinds 13 februari 1806 waren de Franse troepen in Dietz gelegerd en Willem V en Wilhelmina hadden Oranienstein moeten verlaten en verhuisden naar Brunswijk in het Bevernsches Palais. Willem V had het op advies van zijn dochter gekocht. Willm V stierf in de nacht van 8 op 9 april 1806 aan een hartaandoening tijdens zijn bezoek aan zijn dochter Louise in Brunswijk. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
 
Bronnen:
Prins Willem V Batavus op Wikipedia
Herdenkingsmunt uit 1752
Huwelijk van Willem V en Wilhelmina van Pruisen, 1767
Wilhelmina van Pruisen met Willem V en hun kinderen
Portret van Stadhouder Willem V
Staten-Generaal erkent onafhankelijke Verenigde Staten
Kniestuk toont de stadhouder Prins Willem V
Bataille de Valmy
Portret van stadhouder Willem V
Afbeelding van het vertrek van Willem V uit Scheveningen
De Orangerie: De Hollandse Cupido
De landing van de Engelse troepen in Callantsoog
Slot Oraniënstein
Willem V van Oranje
Allegorie op de dood van Willem V
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik