Links: De kinderen van prins Willem V en Wilhelmina van Pruisen, 1789 van Johann Friedrich August Tischbein (1750-1812). (Coll. Collectiegelderland.nl)

Johann Friedrich August Tischbein (1750-1812), lid van een bekende Duitse schildersfamilie, had al tweemaal de Nederlanden bezocht voordat hij in 1789 de felbegeerde portretopdracht van het stadhouderlijk hof kreeg. Toen poseerde de hele prinselijke familie voor hem. Het resultaat was een reeks borststukken, waarvan de pastelversies zich in het Rijksmuseum in Amsterdam bevinden, en de herhalingen in olieverf in Paleis Het Loo. Deze portretten gebruikte Tischbein tevens als basis voor latere schilderijen, zoals het hier besproken groepsportret van de drie kinderen van het prinselijk paar. Het is een verfijnd schilderij, dat opvalt door zijn delicate kleuren.
In een in neo-classicistische stijl gedecoreerde kamer staan de 17-jarige erfprins Willem (1772-1843) -met op zijn jas de borstster van de Orde van de Zwarte Adelaar (Pruisen)- en zijn 19-jarige zuster Louise (1770-1819) innig gearmd, terwijl de 15-jarige Frits (1774-1799) rechts aan een bureau zit. Het is een romantische compositie, waarin de onderlinge verbondenheid van de kinderen goed tot uitdrukking komt. Maar het schilderij bevat ook een dynastiek element. Het borstbeeld van Willem van Oranje, rechts op het bureau, plaatst de kinderen in de lijn van de Vader des Vaderlands. Ook de dankbaarheid jegens Pruisen wordt tot uitdrukking gebracht. Op de achterwand is een medaillonportret van Frederik de Grote aangebracht, terwijl de brief, die prinses Louise in de hand houdt, de aankondiging bevat dat hun oom, de Pruisische koning Frederik Willem II, voornemens is zijn familie op Het Loo te bezoeken. Tischbein maakte twee exemplaren van deze compositie, in 1788 een groot stuk en in 1789 een tweede dat aanzienlijk kleiner van formaat was. Dit laatste bevindt zich nu in Paleis Het Loo. Uit de rekening blijkt dat dit bedoeld was om naar Engeland te worden gezonden, waar het in prent gebracht zou worden. Zo werd Tischbeins elegante en moderne portret van de kinderen van het stadhouderlijk paar ook voor een breder publiek bereikbaar. Dit stuk is ingelijst in een verguld houten lijst van rond 1800 met een binnenrand van staande bladpunten, een holling met daarin staand eikenloof en een profiellijst.
(Bron tekst: Collectiegelderland.nl
 
De opleiding van de zonen werd toevertrouwd aan baron von Stamford en Herman Tollius. Stamford was een door Frederik de Grote aanbevolen, goed onderlegde, Pruisische officier van protestants-Franse afkomst, die het in het staatse leger tot kolonel had gebracht; hij werd de militaire docent. Tollius was leraar klassieke letteren aan het Atheneum in Amsterdam en moest de burgerlijke vakken onderwijzen. De denkbeelden van Tollius "dat het onderwijs naar het karakter van de leerlingen dient te worden gewijzigd' die hij in een memorandum aan de prinses had beschreven, vielen bij haar in goede aarde. Aandacht voor de opvoeding van het kind stond in het tijdvak van de Verlichting volop in de belangstelling; men schatte het effect ervan op de vorming van de persoonlijkheid en haar weldadige invloed op de maatschappij hoog in. In de opvoeding van de prinsen waarschuwde de prinses dan ook voor te veel 'valse vleierij, die al zo menig uitstekende aanleg heeft bedorven. Hun afkomst legt hen een dubbele verplichting op om zich door meer dan gewone kunde te onderscheiden en hun roeping in heel haar omvang te beseffen. Dit kan men niet goed genoeg in het gemoed prenten.'

Prinses Wilhelmina had een "ethische code' opgesteld met wijze beginselen: een kind moet leren goed en kwaad van elkaar te onderscheiden, zijn hartstochten leren bedwingen, bescheiden zijn, wantrouwend staan tegenover vleiers, politieke leugens vermijden en plichtsbesef op de voorgrond plaatsen. Over haar oudste zoon, erfprins Willem, schreef zijn moeder in december 1790 in een brief aan Tollius dat de prins bepaalde eigenschappen had waarvan zij vreesde dat hij daar later hinder van zou kunnen ondervinden: neiging tot tegenspraak, geen ongelijk willen bekennen, slimmigheden om het eigen gelijk te bevestigen en een onwennige houding ten opzichte van regelmatige studie en werk.

In 1788 plande de prinses voor haar oudste zoon een langdurig verblijf in het buitenland. Zij dacht daarbij aan contacten met verwante hoven in Brunswijk en Berlijn, die gelegenheid zouden bieden tot kennismaking met de militaire praktijk. Haar keuze viel op het hertogdom Brunswijk. Von Stamford en Tollius zouden hem vergezellen. Zij kregen van de prinses de instructie mee om met het oog op zijn toekomstige bestemming te letten op de tekorten van haar oudste zoon en aandacht te besteden aan de kwaliteiten die nodig zijn om die bestemming waardig te vervullen. Zij waarschuwde voor een te grote familiariteit met de (vrouwelijke!) bedienden en het gevaar van vleierijen van hun kant voor het gedrag van de erfprins. Het feit dat zijn moeder hem zoveel uitvoerige aanwijzingen meegaf die hem voor zijn leven als toekomstig vorst van Oranje van nut konden zijn, getuigde van haar intense belangstelling voor de vorming van haar oudste zoon, de erfopvolger.

Ook voor het programma had de prinses belangstelling: van oktober tot maart moest de erfprins studeren en een regelmatig leven leiden, afgewisseld met lichamelijke ontspanning in de buitenlucht. De vakken waarin moest worden onderwezen waren het 'droit public' van de Republiek en Duitsland, filosofie, geschiedenis, wiskunde en statistiek. Tollius moest hem veel Nederlands laten lezen en schrijven en, met het oog op zijn studie in Leiden, ook Latijn. Militaire manoeuvres en excursies en inzicht in het bestuur van het hertogdom waren eveneens belangrijk. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)

Afbeelding rechts: De kinderen tuinieren van onbekende kunstenaar. (Bron: Theroyalforums.com)
 
Bronnen:
Prinses Wilhelmina van Pruisen op Historici.nl
De kinderen van prins Willem V en Wilhelmina van Pruisen
De kinderen van prins Willem V en Wilhelmina van Pruisen tuinieren
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik