Links: Ontwerp voor grafmonument voor Willem George Frederik, prins van Oranje, nu in de kerk van de Eremitani te Padua / gegrav. door Giovanni Balestra en Antonio Canova ca. 1808. Memoriae Abundij Rezzonici Senatoris urbis Antonius Canova devotus nomini pietatique ejus. (Bron: Geheugenvannederland.nl) en rechts: Gipsafgietsel van het grafmonument van Canova ter nagedachtenis aan Willem George Frederik van Oranje-Nassau in Delft. Foto. Afmetingen onbekend. Amsterdam, Stadsarchief Amsterdam, Fotoarchief B.W. Stomps. (Coll. Beeldbank Amsterdam)
 
De Erfprins opperde spoedig het plan, een grafteken te plaatsen op het graf van zijn broer. Enkele jaren later werd daartoe door bemiddeling van de heer Boymans een opdracht gegeven aan de beroemde Italiaanse beeldhouwer Canova, die het van Barok verzadigde Italië in verrukking bracht door de klassieke eenvoud van zijn werken. Canova had de Prins persoonlijk gekend en hij aanvaardde de opdracht met vreugde. Het monument stelt voor een Piëtas, de vergoddelijking van de rouw. Daarbij een ooievaar als het symbool van de ouder- en kinderliefde.

Prins Willem George Frederik werd bijgezet in de kruisgang van het Heremietenklooster van Padua. In 1807 liet zijn familie een door Antonio Canova vervaardigd marmeren gedenkteken plaatsen. Dit gedenkteken is met de overblijfselen in 1815 overgebracht naar een nieuw graf aan de buitenzijde van de nabijgelegen Heremietenkerk (Chiesa degli Eremitani). De protestantse Frederik mocht niet in de kerk zelf rusten. In 1820 werd het stoffelijk overschot alsnog in de kerk herbegraven.

In 1896 wilde koningin Emma dat de prins werd overgebracht naar de Nieuwe Kerk in Delft. Ze reisde daartoe zelf naar Padua. Op de in de archieven aangegeven plaats werd het stoffelijk overschot toen echter niet aangetroffen. Het (uiteindelijk gevonden) overschot werd op 3 juli 1896 met een Nederlands marineschip naar Nederland overgebracht en op 7 augustus 1896 bijgezet in de grafkelder in Delft. Het gedenkteken werd eveneens opnieuw ingemetseld in de Nieuwe Kerk, waar het achter het praalgraaf van koning Willem I aanwezig is.

Maar het beste monument is voor hem opgericht, toen Johanna W. A. Naber in 1933 het derde deel van de Correspondentie van de Stadhouderlijke Familie publiceerde, waarin ongeveer honderd brieven en brief- fragmenten van Prins Frederik zijn opgenomen.
Daaruit leren wij de jonge Prins kennen als een man met een hart, groot in zijn zuivere eenvoud. Een man, die graag op de tweede plaats bleef staan, en als vanzelf op de eerste kwam. Een held, maar zonder luide bravoure; een soldaat, maar die de oorlog nooit als het levensdoel van de man zou kunnen aanvaarden; een balling, die het leven niet zag met de verbetenheid van een verongelijkte, maar met de verwondering en weemoed van de dichter. (Bron tekst: Oranje in ballingschap, H. Algra. Uitgave: J.H. Kok N.V., Kampen, 1948)
Bronnen:
Willem George Frederik van Oranje-Nassau op Wikipedia
Ontwerp voor grafmonument voor Willem George Frederik
Gipsafgietsel van het grafmonument van Canova
Boek: Oranje in Ballingschap, H. Algra
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik