|
|
|
Het huidige Racot Palace werd gebouwd
tussen 1780-1790 voor de Hertog Antoni Barnaba Jablonowski, de gouverneur van Poznan.
De hertog verkocht het landgoed in 1798 aan de Prins van Oranje. Het is nu een hotel.
(Bron: Flickr.com) |
Links: Portret van Willem I Frederik (1772-1843),
prins van Oranje-Nassau, koning der Nederlanden, halffiguur, trois quart. De prins
heeft kort krullend naar achteren gekamd haar en is gekleed in een uniform bestaande
uit een jasje met een hoge kraag en opvallende knoopsluiting. Rond zijn nek draagt
hij een donkere kol en daaronder een witkanten dasje. De prins heeft zijn handen
over elkaar gevouwen, rustend op een voorwerp, vermoedelijk een sabel. Op de achtergrond
hangen donkere wolken. Onder het portret staat: Willem Frederik Erfprins van Orange
en Nassau &c &c &c.; vervaardiger: onbekend; 1800. (Coll. Haags Gemeentearchief)
In het voorjaar van 1800 begon Willem Frederik meer aandacht te besteden aan zijn
Poolse landgoederen, die hij in 1797 en 1798 had aangekocht. Deze landgoederen lagen
in het door Pruisen verworven Poolse gebied.
Willem Frederik wilde er met zijn gezin een nieuwe toekomst beginnen. Hij was van
plan kool te gaan planten.
In november 1797 had Willem Frederik het landgoed Widzim van graaf Bielinski gekocht.
Behalve de heerlijkheid met herenhuis waren er nog 5 dorpen die bewoond werden door
gezinnen van dagloners en het totale domein omvatte 18000 ha. bos. Daarna kocht hij
een groot gebied in de buurt met als middelpunt Raçot (nu Razot) met een mooi
landhuis. Dat koos hij als residentie. De generale administratie bleef op Widzin.
Door de veelvoudige afwezigheid kon Willem Frederik de ontwikkeling van zijn landgoederen
niet goed volgen. Het werd meer een vorstelijk domein, dan een landbouwbedrijf. Door
slecht beheer en oorlogen kreeg het weinig kans om tot bloei te komen.
Mede op aanraden van zijn zoon besloot Willem V op 26 december 1801 de Oranjegezinde
regenten en partijgangers vrij te laten om onder de nieuwe, gematigde staatsregeling
van 1801 weer ambten te aanvaarden en hen van hun eed van trouw aan het Huis van
Oranje te ontslaan.
Begin januari 1802 werd door de Fransen nog eens duidelijk gemaakt, dat een territoriale
schadeloosstelling voor Oranje in geen geval dicht bij de grens van de Bataafse Republiek
mocht worden gevonden.
Daarom besloot Willem Frederik naar Parijs te gaan om de zaak van de oranjes bij
Napoleon te bepleiten in verband met de Vredesbesprekingen in Amiens. Deze bemoeienis
van de Oranjes werd door de Engelse onderhandelaars niet op prijs gesteld.
25 februari 1802 sprak Willem Frederik met Napoleon en die liet zich prijzend uit
over de brief van Willem V van 26 december 1801, waarin hij de voormalige regenten
in Holland had ontslagen van hun eed van trouw aan de stadhouder en hen had vrijgelaten
ambten in de Bataafse Republiek te aanvaarden.
25 februari 1802: Willem Frederik wordt door de Eerste Consul in Parijs ontvangen.
27 maart 1802: In het Vredesverdrag van Amiens van 27 maart 1802 werd vastgelegd
dat het Huis van Nassau een redelijke en adequate vergoeding voor verliezen van ambt
en bezittingen in de oude Republiek zouden krijgen.
De eindtekst van artikel 18 over het Oranjehuis in het op 27 maart 1802 gesloten
Verdrag vaan Amiens tussen Frankrijk en Groot Brittanië luidde tenslotte:
'Aan de tak van het Huis van Nassau, die gevestigd was in de voormalige Republiek
van de Verenigde provinciën, tegenwoordig de Bataafse Republiek, die verliezen
geleden heeft zowel in particuliere eigendommen als tengevolge van de door dit land
aangenomen verandering van constitutie, zal een gelijkwaardige compensatie voor genoemde
verliezen worden bezorgd'.
Willem Frederik was over de uitwerking van art. 18 van het Verdrag hoopvol gestemd.
De Vrede van Amiens bracht een rustpauze en voor een paar maanden leek Europa terug
te keren tot de orde van de dag. Britten en Russische aristocraten reisden vrij door
Europa. Willem Frederik moest proberen de globale toezeggingen om te zetten in concrete
zaken.
19 mei kreeg Willem Frederik de ontnuchterende boodschap van de Fransen, dat de schadevergoeding
voor het Huis van oranje zich zou beperken tot het bisdom Fulda en de abdij Corvey.
Twee geestelijke vorstendommen met nauwelijks 100 000 inwoners, die volgens Willem
Frederik in geen enkel opzicht kon worden beschouw als gelijkwaardige compensatie
voor de geleden verliezen.
Dit aanbod was beneden de stand van een staat, die in het verleden een invloedrijke
rol in Europa had gespeeld met 2 miljoen inwoners en aanzienlijke bezittingen in
de Republiek en andere delen van Europa had gehad. Willem Frederik was erg teleurgesteld
in de bedoelingen van Napoleon.
23 mei 1802: Het Huis van Oranje ontvangt voor het verlies van ambten en domeinen,
Fulda, de abdijen van Corvey en Weingarten en de steden Dortmund, Isny en Buchhorn.
De Prins van Oranje Willem V doet afstand van het Stadhouderschap en domeinen. (Bron
tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam
2006) |
|
Bronnen: |
Willem I Frederik op Wikipedia |
Willem Frederik
op Historici.nl |
Racot Palace |
Portret van Willem
I Frederik |
Boek:
Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik |
|
|
|