Het Slot Kamenz / Kamieniec Zabkowicki, dat Marianne, de dochter van Willem Frederik, liet bouwen. Tekening van F. Martinus, leerling van Karl Friedrich Schinkel. (Bron: Wikimedia.org).
 
Nu de Oranje familie sedert Tilsit weer in Berlijn verenigd was, werd de onderlinge briefwisseling alleen gevoerd, als de Prins van huis was. Hij wijdde meer tijd aan zijn Poolse landgoederen.
Het onderhoud ervan had erg geleden. Het zou nog enige tijd duren voor dat de gebieden kostendekkend zouden zijn.

In het voorjaar en de zomer van 1810 hield de Prins zijn oudste zoon Willem Frederik George in Spanje op de hoogte van het gebeuren in Berlijn, zoals van de vele feesten aan het hof van Pruisen, waaraan hijzelf nauwelijks deelnam.
9 mei 1810 werd prinses Marianne geboren. Uit angst voor het mogelijk verlies van de jonggeborene durfde Mimi haar schoonmoeder pas in oktober over de geboorte in te lichten.

De lange, hete en droge zomer van 1811 had de Prins van Oranje grotendeels doorgebracht op zijn Poolse landgoederen. Door de gebrekkige opbrengst van vlees en wol stonden de inkomsten er droevig bij. Bovendien speelde de waardedaling van het Pruisische en Poolse geld hem parten.

In april 1811 was de 19-jarige erfprins Willem Frederik George vanuit Engeland naar Portugal gegaan naar het leger van Wellington.
29 september 1811 schreef Wellington over zijn pupil: "De erfprins van Oranje vergezelde mij tijdens de operaties die ik u eerder heb beschreven; hij was voor de eerste keer in het vuurgevecht met een inzet en intelligentie, die doen verwachten dat hij een sieraad voor zijn beroep zal worden.
De stafofficieren van Wellington gaven em bijnamen als 'young Frog' en 'slender Billy', dit vanwege zijn lange, wat spichtige gestalte.
Willem Frederik George wilde het liefst teruggaan naar Duitsland, met en Duitse prinses trouwen en rustig en gelukkig leven op een van de landgoederen van zijn vader.

In juli 1812 was Napoleon op doortocht naar Rusland en de route van zijn leger liep via Berlijn.
Als Berlijn door de Fransen bezet zou worden, wilde de Prins van Oranje daar niet langer blijven. Daarom had hij het voornemen zich terug te trekken op zijn landgoed Kamenz in Silezië en zo nodig in Praag, waar hij eerder een huis had gekocht.
Zijn vrouw Mimi bleef, zolang har broer de koning in de omgeving verbleef, in Berlijn; vooral ten behoeve van de studie van zoon Fritz en van diens godsdienst onderricht.
Maar ook zij moest, indien nodig, naar Silezië gaan. Gezien de omstandigheden moest de oudste zoon Willem Frederik George in Engeland blijven.

Toen de Fransen op 28 maart 1812 met een leger van 40 000 man, Berlijn binnentrok, reisde de Prins van Oranje direct af naar Silezië.
Op het landgoed Racot werden nu eens Beierse officieren ingekwartierd, dan weer militairen uit Saksen. Ook het landgoed Widzim leed onder de doortocht van Beierse regimenten. Zij maakten zich schuldig aan allerlei excessen, zoals rekwisities van goederen, plunderingen, mishandelingen en molestaties van vrouwen.
Van landeigenaren werd veel gevorderd en het vervoer van producten naar hun markten schiep het risico dat paarden en karren door militairen in beslag werden genomen. In de prachtige omgeving van Kamenz was de armoede en honger onder de kleine luiden hoog.

In Duitsland hadden de boeren zo te lijden van de doortrekkende Franse legers en dat zij hun paarden doodden om ze te ontrekken aan de corvees die de bevoorading moesten dienen.
De Prins van Oranje was half november 1812 uit Kamenz naar zijn gezin in Berlijn teruggegaan en kon de groei van zijn twee jaar oude dochtertje Marianne, die hij vier maanden niet had gezien, bewonderen.

Oostenrijk was zich weer aan het bewapenen en omdat Willem Frederik nog steeds de rang van Oostenrijks generaal had, wilde hij zich verdienstelijk maken. Maar dat werd en ernstig ontraden. Het was een nieuwe teleurstelling voor de zo energieke Willem Frederik van Oranje.

Maar het jaar 1813 zou brengen waarop hij niet meer gerekend had.
12 januari 1813 ontstond in Rotterdam een massale volksoproer toen een onbekende vrouw in een Oranjekleurige mantel de straat was opgegaan.

Onder het voorwendsel zijn Poolse bezittingen beter te kunnen beheren, maar in feite om op de hoogte van de politieke ontwikkelingen te blijven, vertrok de Prins van Oranje naar Breslau, waar ook het hof van Pruisen was aangekomen.
Hij nam zijn tweede zoon Fritz mee. Het plan van de Prins om Fritz aan een Engelse militaire academie te laten opleidingen, moest gezien de onzekere politieke en militaire toestand worden uitgesteld tot de lente.
Prinses Wilhelmina, zijn zus Louise, zijn vrouw Mimi met de kleine Marianne en de kinderen van de koning van Pruisen, bleven in Berlijn.
De Russen wilden tot een verbond met Pruisen komen en trokken snel op. Toen op 20 februari 1813 kozakken bij Berlijn waren gesignaleerd en de bevolking zich vijandig gedroeg, Besloten de Fransen zich achter de Elbe terug te trekken.

4 maart trokken de Russen de hoofdstad binnen. De commandant van het Russische leger, generaal Witgenstein en zijn gevolg werden door Prinses Wilhelmina met grote gastvrijheid in het Niederländische Palais ontvangen.
Het werd duidelijk, dat Napoleon zijn greep op centraal en oost Europa bezig was te verliezen.
De Prins van Oranje wilde met geldelijke steun van Engeland, zich aan het hoofd stellen van een Hollands legioen van 5000 man, dat zou bestaan uit Nassauers en Hollanders, die uit het Franse Grote Leger waren gedeserteerd.
Maar intussen stelde hij de koning van Pruisen voor samen met zijn zoon Fritz in dienst te treden van het Pruisische leger. Dat werd glashard geweigerd. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)
Bronnen:
Willem I Frederik op Wikipedia
Willem Frederik op Historici.nl
Tekening van Slot Kamenz / Kamieniec Zabkowicki
Kamenz (Kamieniec Zabkowicki)
Boek: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik