Prinses Wilhelmina en prins Willem Frederik door Charles Howard Hodges, ca. 1791. (Bron: François de Bas)
 
De Nederlandse Erfprins Willem Frederik had de eer, deze beminnelijke koningsdochter mee naar huis te nemen. De jonge Oranjeman verbleef in de jaren 1788 en 1789 aan het Hof van Brunswijk (Braunschweig), dat na de dood van Frederik de Grote als de beste leerschool voor Staats- en Krijgskunde bekend stond. Zo had in de eerste helft van de 17e eeuw de grote Keurvorst onder leiding van Frederik Hendrik van de Nederlanden de Krijgskunst geleerd. En zoals in die tijd moest ook in deze tijd de reis van een Erfprins naar het buitenland tot een verwantschap tussen Hollandse en Duitse vorstenhuizen tot gevolg hebben. Daar bezocht Willem Frederik zijn koninklijke oom in Berlijn, die twee jaar daarvoor een leger naar de Nederlanden had gestuurd, om zijn zusters eer te beschermen en in de door interne twisten verscheurde Republiek de rust te herstellen. Het hart van de Oranjes klopte verwachtingsvol bij de eerste ontmoeting met zijn 15-jarige nicht, wier goedheid en schoonheid zijn moeder al zo vaak had geprezen. In dezelfde tijd was zij ook in het Pruisische Hof aanwezig met haar dochter Louise en haar jongste zoon Willem George Frederik - de toekomstige tegenstander van de Fransen in Italië. Ter ere van de Nederlandse vorstin en haar kinderen werden schitterende feesten georganiseerd. Bij een van deze feesten namen de jonge vorsten deel aan een ballet van Beuserade, waarbij de erfprins van Oranje als Mars met zijn nicht als Minerva danste. Snel volgde de verloving van de erfprins met de bekoorlijke koningsdochter. Ook de prins stal alle harten. Stralend keerde hij terug naar 's-Gravenhage. Daar stuurde zijn vader op 17 september 1789 twee brieven naar de Staten Generaal, waarin hij 'hunne hoog mogendheden', zowel de verloving van zijn oudste zoon Willem Frederik van Oranje met hare Koninklijke Hoogheid Prinses Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen, als van zijn dochter Frederica Louise Wilhelmina met de erfprins Karl Georg August von Braunschweig bekend maakte. In zijn eerste aankondiging schreef Willem V betrof de geplande verloving met de Pruisische Koningsdochter, "dat zijne Koninklijke Majesteit dit aanzoek niet alleen helemaal had goedgekeurd, maar ook in de vleiende wijze en dezelfde voldoening betoont en tegelijk de wens uitgesproken had, - die nieuwe verwantschap van beide huizen de vriendschaps- en de nabuurschapsbanden te versterken, die zijne majesteits doorluchtige handelen met deze staat verbonden had en welke onlangs vernieuwd was".
De Staten Generaal vonden hierbij aanleiding hun gelukwensen tot eer van de Pruissische Koning bij te voegen.

Vanwege hun jeugdige leeftijd van het vorstelijke paar (Willem Frederik was 17 en Wilhelmina 15 jaar) moest het huwelijk enige tijd worden opgeschoven. De erfprins bezocht op verzoek van zijn vader de Hoge School in Leiden. Willem Frederik werd in augustus 1790 tot Generaal van de Infanterie benoemd en kreeg bij zijn meerderjarigheidsverklaring een zetel in de Staten Generaal. Sinds de afzwering van de Spaanse koning in 1581 was Willem V de eerste Oranje die met een van zijn zonen aan dit college deelnam. (Bron: François de Bas)
Nederlanden, eerste echtgenote van koning Willem I Frederik, halffiguur, frontaal weergegeven. De vorstin heeft tot over de schouders vallend krullend haar en is gekleed in een robe die van voren met een dubbel koord bijeen wordt gehouden. Zij houdt de linker hand in de linker zij en heeft haar rechter arm langs haar lichaam. Onder het portret staat de volgende tekst: Frederica Louise Wilhelmina Prinses van Pruyssen door Charles Howard Hodges, 1800. (Coll. Liveauctioneers.com) en rechts Willem Frederik (Bron: Gahetna.nl)
 
De bruid schilderde intussen onder begeleiding van Friedrich Bury, een in die tijd bekende geschiedenis- en portretschilder, en maakte in deze kunst grote vorderingen. Met dezelfde ijver leerde zij de Nederlandse taal.
Eindelijk was de opvoeding van beiden voltooid. In de late zomer van 1791 ging de jonge Oranjetelg met zijn moeder naar Brunswijk (Braunschweig) en daarna met zijn zuster en haar echtgenoot naar Berlijn, waar hun een dubbele feestvreugde op hun wachtte. 28 september werd in het Koninklijk Paleis het huwelijk voltrokken tussen Friederike, de oudste halfzuster van Prinses Wilhelmina, en de Hertog van York, de tweede zoon van George III, maar zonder uiterlijk vertoon. Des te pompeuzer werd het huwelijk van de Oranjes gevierd. Zeventien dagen duurden de feestelijkheden, waarbij tussen alle schitterende vrouwen robes en goudglanzende uniformen de in eenvoudig wit geklede bruid, als Sneeuwwitje, die door haar innemende schoonheid iedereen overtrof. Eind oktober verscheen de erfprins op het Loo, waar Willem V hem opwachtte. De prinses wist door haar tactvol optreden en vooral door haar kennis van de Nederlandse taal, iedereen voor zich in te nemen. In november hield zij met grote pracht en praal haar intocht in 's-Gravenhage en in het Oude Hof (nu het Paleis Noordeinde in Den Haag, die de Oranjes in 1754 van Frederik II hadden teruggekocht), brak voor het jonge echtpaar een gouden tijd aan.
De oude woning van Amalia van Solms, waar zelfs Willem III, de grootste koning van Engeland, door zijn grootmoeder was opgevoed, scheen een heilige liefdestempel te zijn en waar de strijd tussen partijen uitgestorven was.
De hele maand november werd het 'Oude Hof' door allerlei soorten Staatscolleges bezocht. Het jonge paar werd veel gehuldigd. Zo boden de Provinciale Staten volgens oud gebruik , bij hun gelukwensen een aanzienlijke lijfrente aan, waarvan de Akten aan de prinses in rijk versierde gouden dozen werden overhandigd. Het eerste huwelijksjaar was een buitengewoon gelukkig. Alleen de gebeurtenissen in Frankrijk wekten onrust en de erfprins kon zich met zijn vader over zijn besluiteloze houding, die de Republiek in deze positie van innam. Maar al deze zorgen werden door een blije hoop verdrongen. Tijdens het lichtfeest op 2 november 1791 had een orangistische koopman de vermetelheid op de luifels boven zijn deuren de woorden te plaatsen:
Erwten, bonen, linzen
over een jaar is er een prins
En hij had gelijk met zijn voorspelling. Op 6 december 1792 maakten de kanonnen op het Buitenhof, het paleis van de stadhouder het bekend, dat hare Koninklijke hoogheid een prins was bevallen. Willem V haastte zich naar het Oude Hof, knielde naast het kraambed van zijn schoondochter en dankte God voor de gunst, dat hij de geboorte van zijn kleinzoon meemaakte, een gunst die geen prins voor hem ooit had meegemaakt. Met grote trots stuurde hij edelen en en hovelingen naar Berlijn en andere hoven, om daar zijn geluk te verkondigen. Wie had durven voorspellen , dat dit bevallige vorstenkind, waarvoor de Staten Generaal en veel gekroonde hoofden peetvader wilden zijn, door zijn eigen landgenoten verloochend en verdreven zou worden, om 20 jaren later na de loutering van zijn stamboom, bij Quatre-Bras en Waterloo aan de zijde van Blücher, Bülow en Wellington het onderdrukte vaderland te bevrijden.
Tegelijkertijd met de gelukwensen van zijn hovelingen kreeg de erfprins op 1 januari 1793 die eerste uitdaging van het 'Comité Révolutionnaire' in Parijs. Dat op 21 januari 1793 op de 'Place de la Révolution' een doodvonnis werd voltrokken - een justitiële moord - die men nog in 1901 in de Franse Kamer van Afgevaardigden als gerechtvaardigd en noodzakelijk waagde te verdedigen, schokte heel Europa en vervulde ook het gevoel van de Pruisische koningsdochter met de somberste voorgevoelens. En die zouden maar al te zeer in vervulling gaan. Op 1 februari 1793 verklaarde de Franse Republiek de oorlog aan de Stadhouder. Kort daarna overschreed Dumouriez de grens en en gaf een proclamatie uit, waarbij hij over de Stadhouder lasterlijke beschuldigingen uitstortte. De tussen komst van de Pruisen in 1787 werd opnieuw in de herinnering gebracht en de Hollanders werden opgeroepen om het vorstenhuis van Nassau te verjagen.

Alle leed, dat vanaf 1793 de Nederlanden trof, stortte ook de hoge vrouwen in de diepste ellende. Bij ieder bericht van de het strijdtoneel vreesde zij niet alleen het verloop van de veldslagen, maar ook het leven van haar echtgenoot. Zij wist weliswaar voor haar hof een sterke houding aan te nemen en hoopte zij met onwrikbaar vertrouwen op betere tijden. Maar de nerveuze spanning van 1793 had haar hoe dan ook zwakke gezondheid in niet geringe mate verwoest. (Bron: François de Bas)
Bronnen:
Frederica Louisa Wilhelmina van Hohenzollern, Prinses van Pruisen op Wikipedia
Friederike Luise Wilhelmine, Prinzessin von Preußen, Königin der Niederlande (PDF), François de Bas. Hohenzollernjahrbuch 5.1901
Prinses Wilhelmina en prins Willem Frederik door Charles Howard Hodges
Wilhelmina door Charles Howard Hodges
Prins Willem Frederik