|
|
|
Gevechten met Nederlandse troepen
in Brussel, 1830. Anoniem.
Intogt der Koninklyke Nederlandsche troepen, door de Schaarbeeksche Poort binnen
het Oproerig Brussel op den 23 September 1830. Nederlandse infanterie trekt schietend
Brussel binnen bij de Schaarbeekse Poort, 23 september 1830. Op de voorgrond vuren
Brusselaars vanachter een barricade op de Nederlandse troepen. (Coll. Rijksmuseum,
Amsterdam) |
|
Tijdens de oproer in 1830 te Brussel
worden de twee Oranje Prinsen Willem II en Frederik met 3000 soldaten er heen gestuurd
om de opstand bij Vilvoorde te onderdrukken. In september 1830 probeert Prins Willem
Frederik Karel de stad Brussel te bezetten maar na 3 dagen (23-26 september) straatgevechten
trekt hij zich met zijn verslagen troepen naar Antwerpen en over de grenzen van Noord-Brabant
terug.
Er is in de daarop volgende woelige tijden herhaaldelijk sprake geweest van een administratieve
scheiding van de beide Nederlanden, zelfs de abdicatie van de prins van Oranje in
het Noorden, waar dan de daar zeer beminde prins Frederik troonopvolger zou zijn
geworden.
Van deze plannen is niets terecht gekomen, evenmin als van latere plannen om hem
in Luxemburg te doen opvolgen. Hij leidde nog de reorganisatie van het door desertie
van de Belgische officieren en soldaten ontredderde leger en bereidde met generaal
de Constant Rebecque in het kamp van Rijen een veldtocht in België voor, waarbij
de leiding echter ten slotte aan de prins van Oranje werd gegeven, al bleef prins
Frederik deze ter zijde staan. (Bron tekst: Historici.nl) |
|
|
Beeld van de septemberdagen in 1830
op de Grote Markt in Brussel, door Egide Charles Gustave, Baron Wappers (23 August
1803 Antwerp ó 6 December 1874 Paris) (Coll. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten
van België, Brussel)
Mannen en vrouwen vormen een heuvel rond een post in de straten van een stad aan
de rechterkant van dit schilderij. Een gescheurde driekleur (zwart, geel en rood)
is aan de bovenkant, en naast deze vlag, staat een man met een papier in zijn hand.
Een man op zijn paard (aan de linkerkant van het schilderij) is tussen de menigte
aan de voet van de heuvel, en een hond rent vlak voor zijn paard. De menigte draagt
zwaarden, lansen, en geweren met bajonetten. Een van de vrouwen aan de voet van de
heuvel wiegt een baby, terwijl twee vrouwen en een oude man treuren over een dode
jongeman in hun armen. De blauwe lucht is donker door grijze rook. |
|
De Belgische Revolutie
De
mentaliteit van de noordelingen en zuiderlingen was namelijk onverenigbaar geworden.
Deze verschillen kwamen duidelijk naar voor op verschillende vlakken. Vooreerst was
het zuiden overtuigd katholiek terwijl in het noorden het protestantisme zegevierde.
Ook op economisch gebied stonden noord en zuid tegenover elkaar. Terwijl de zuidelijke
Nederlanden al vroeg geïndustrialiseerd waren, was het noorden voornamelijk
afhankelijk van de overzeese handel. Daarenboven was er op vlak van taal een barrière,
de zuidelijke elite was verfranst terwijl Willem I het Nederlands als staatstaal
trachtte op te leggen. Deze moeilijk verenigbare tegenstellingen zorgden van in het
begin voor opgehitste gemoederen tussen noord en zuid; gemoederen waar Willem I te
weinig gehoor naar had en die zouden resulteren in een monsterverbond, de revolutie
van 1830 en uiteindelijk de Belgische Onafhankelijkheid. De liberalen en katholieken
bundelden namelijk hun krachten en vormden "een unie van opposities" tegen
de Hollandse heerser.
In 1830 bereikten de opgehitste gemoederen een hoogtepunt door de economische crisis.
De hoge belastingen, hongersnood en werkloosheid zorgden voor de mogelijkheid van
een mobilisatie van de volksmassa. Ook de revolutie in Parijs zorgde voor spanningen
en ongerustheid in heel Europa. Op 25 augustus 1830 vond in de Koninklijke Muntschouwburg
te Brussel de opvoering van "La Muette de Portici" (De Stomme van Portici)
plaats. Het toneelstuk vertelde het nationalistische verhaal van de Napolitaanse
volksopstand midden 17de eeuw onder leiding van Masaniello. Na de vertoning vond
in de straten van Brussel een spontane protestbeweging en hadden zelfs rellen plaats.
Het volk richtte zijn woede tegen de symbolen van het regime: de huizen van orangisten
en Nederlandse ambtenaren en de machines in de fabrieken. Militairen doken uiteindelijk
op maar faalden in hun opzet om de gemoederen te bedaren, ze beperkten zich tot de
Paleizenwijk waar ze de situatie afwachtten. Ondertussen werden er burgerwachten
opgericht, gewapende burgers die de razende volksmassa in bedwang moesten houden.
Deze burgerwachten groeiden later uit tot "een politiek instrument in handen
van de burgerlijke oppositie." Het nieuws uit Brussel verspreidde zich als een
vuurtje en al snel werd het onrustig in grote delen van het zuiden. Overal ontstonden
nu burgerwachten die ook steeds meer getooid werden met de Brabantse driekleur. Op
27 augustus bereikte dit verontrustende nieuws over de opstand de koning in Den Haag.
Het kabinet besliste om kroonprins Willem en prins Frederik, opperbevelhebber van
het leger, naar het zuiden te sturen om de gemoederen te bedaren met de nodige militaire
maatregelen. Tijdens de doortocht van Willem naar Brussel, was het Belgische volk
heel onrustig. Ettelijke kreten werden geroepen en barricades werden opgericht. Ook
de burgerwacht kon het volk niet meer rustig houden. Er volgde een periode van onderhandelingen.
Zo trachtte koning Willem voornamelijk tijd te winnen in de hoop dat de razernij
zou uitdoven. De Staten-Generaal besliste na het vertrek van prins Willem uit Brussel
een Veiligheidscommissie op te richten. Deze commissie zou de eisen van de Belgen
vertegenwoordigen.
Toen het Hollandse leger in zicht kwam en de militaire bezetting van Brussel begon,
vluchtten de machthebbers de stad uit waardoor het revolutionaire Brussel achterbleef
zonder leiding.
De opstandelingen lieten zich echter niet kennen, ze vielen de Hollandse soldaten
aan vanuit hun huizen met alles wat ze konden vinden of bedenken. De weerstand was
onverwacht sterk en het leger vluchtte het park in. Nieuwe vrijwilligers werden ingezet
en de opstandelingen konden op steun rekenen van omliggende dorpen en steden. Op
27 september slaagden ze er zelfs in de troepen o.l.v. prins Frederik het park en
de stad uit te jagen. Wanneer enkele notabelen vernamen dat de Brusselse volksmassa
voet bij stuk bleef houden, keerden ze terug naar de stad en namen ze, voornamelijk
Charles Rogier, het heft opnieuw in handen. Op 26 september werd het Voorlopig Bewind
geïnstalleerd. Dit was een soort van interim-regering die de uitbouw van een
nieuwe staat zou bewerkstelligen. Het recht zou voortaan gesproken worden door het
Voorlopig Bewind en niet door de Koning. Het opstandige gebied werd inmiddels groter,
er volgden omwentelingen in andere steden zoals Luik en Leuven. Op 28 september werd
het "Comité Centrale", een kleinere bestuursgroep, opgericht met
als leden Van De Weyer, De Potter, De Merode en Rogier. Het zuiden pleitte vanaf
dan voor een onafhankelijk België, met een monarch als staatshoofd. Op 4 oktober
werd de Belgische onafhankelijkheid uitgeroepen. (Bron tekst: Lib.ugent.be).
Afbeelding rechts: Glorification d'un héros de 1830 door Henri De Coene, (Allegorisch
tafereel in verband met de revolutie van 1830, Martelarenplein), 1831, (Coll. Museum
van de Stad Brussel-Broodhuis, Brussel) |
|
Bronnen: |
Willem Frederik Karel van Oranje-Nassau
op Wikipedia |
Willem Frederik
Karel op Historici.nl |
Gevechten met
Nederlandse troepen in Brussel |
Beeld van de septemberdagen in 1830
op de Grote Markt in Brussel |
Glorification
d'un héros de 1830 |
De Belgische Revolutie |
|
|
|