|
|
|
|
De ballingschap
van Charles II in Duitsland 1654-1656 |
|
Spa van 19 juli 1654 tot 21 augustus
1654 |
Toen
Charles II op 14 juli 1654, noodgedwongen, Frankrijk verliet, was hij op het dieptepunt
van zijn bestaan aangeland. De enige die hem gastvrijheid bood was zijn zuster Maria
Henriette, de Prinses van Oranje, in Spa, waar hij 19 juli aankwam.
(Op internet heb ik niet kunnen vinden waar ze verbleven, misschien in het Château
La Heid des Pouhons)
In augustus 1653 hadden de Staten van Holland een resolutie aangenomen, waarbij het
buitenlandse prinsen verboden was de Zeven Provinciën binnen te komen, zonder
uitnodiging van de overheid. Verder verboden ze Maria Henriette haar broers te ontvangen
op Nederlands grondgebied.
Sinds 1650 hadden de broer en zus elkaar niet gezien, toen Charles in 1654 in Spa
aankwam. Maria was altijd toegewijd geweest aan haar broers en de eenzaamheid van
haar weduwstaat sinds 1650 maakte de band nog hechter.
Charles had zijn problemen in Frankrijk achtergelaten en gooide zich in het plezier
van het moment. Door de afkoopsom van de Fransen kon Charles met zijn hofhouding
een jaar lang leven als ze zuinig zouden zijn. De keukenklerk Stephen Fox werd verantwoordelijk
voor uitgaven van de familie Stuart, de uitbetaling van de lonen van de bedienden
en alle andere uitgaven tijdens reizen en verblijf van het Hof.
De leden van het hof brachten de tijd door met dansen. Charles schreef aan de Koningin
van Bohemen in Den Haag, dat ze op zoek waren naar vioolspelers en iemand die hen
nieuwe dansen kon leren. Door het slechte weer moesten de festiviteiten worden uitgeteld.
Het regende zoveel, dat zelfs het mineraalwater verontreinigd raakte. Velen, die
met een waterkuur waren begonnen stopten ermee. Spa was in die tijd een erg vrolijke
plaats. Het gerucht deed de ronde dat de Prinses van Oranje, Maria, eerst een relatie
had met haar neef Prins Rupert (1619-1682), Paltsgraaf van de Rijn en Hertog van
Bavaria en nu haar hand aan Charles X van Zweden (1622-1660) wilde geven. Over Koningin
Christina van Zweden (1626-1689) werd geroddeld, dat zij verschrikkelijk verliefd
was op Charles. Maar Christina bleef in Vlaanderen en Charles X trouwde met Hedwig
Eleonora (1636-1715) van Holstein-Gottorp.
Prinses Maria Henriette van Oranje had een groot gevolg meegebracht en toen de vioolspelers
kwamen en het mooi weer werd, was het een en al vreugde en vrolijkheid. Tien dagen
en avonden werd feestgevierd en gedanst. Maar aan het plezier kwam een einde door
een uitbraak van de pokken, waardoor een van de hofdames, Kate Killegrew, overleed.
(Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660
by Eva Scott). |
Afbeelding: Prinses Maria Henrietta
(1631-1660), Prinses Royal, Prinses van Oranje, door Gerrit/Gerard van Honthorst
(1592-1656). (Coll. National Trust, Ashdown House, Lambourn, Newbury, Berkshire,
England). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Aken 21 augustus 1654 tot 8 oktober
1654 |
21 augustus 1654 vertrok het hof
haastig naar Aken. Maria had de twee grootste hotels in Aken afgehuurd en de vrolijkheid
keerde snel weer terug en er werd gebruik gemaakt van het Keizerbad ofwel de Koningspalts
in Aken.
Alleen Maria en Charles werden enkele dagen niet in het openbaar gezien. De 'vakantie'
voor Charles was voorbij en de zorgen hadden hem in Aken ingehaald. De spionnen van
Cromwell volgden de gangen van Maria, Charles en zijn volgelingen op de voet. Omdat
Aken een dure stad was wilden de spionnen meer geld hebben om goede informatie te
kunnen leveren.
Charles stuurde Kolonel William Borthwick, Blague en Strachan met brieven en voorraden
naar Schotland. Borthwick werd door zijn eigen broer verraden en Blague en Strachan,
die op tijd waren gewaarschuwd gingen met hun voorraden naar Holland.
Charles verscheen voor het eerst in het openbaar bij een kerkdienst in de Kathedraal
van Aken op 7 september 1654. Na de dienst bezochten Charles en Maria de relikwieën
en Maria kuste vroom de schedel en de hand van Karel de Grote. Charles trok het zwaard
van de held uit de schede, kuste het eerbiedig en vergeleek de lengte met zijn eigen
zwaard. Hun gedrag werd door de geestelijkheid en bevolking van Aken zeer op prijs
gesteld. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders
1654-1660 by Eva Scott). |
|
Arm van Karel de Grote. Hand van
verguld zilver is gemaakt in opdracht van Ludwig XI. Het bevat de ellepijp en spaak
van de rechter arm van Karel de Grote. Beide werden in 1481 uit de kist van Karel
gehaald. De botten zijn op roden zijde in een oorkonde gerold, die door het venster
van bergkristal in de gouden hand te zien is. (Bron: Merian.de). (Klik voor een groter
formaat op de afbeelding) |
|
Na die kerkdienst waren Charles en
Maria voortdurend te zien in de straten en de omgeving van Aken. Maria volgde een
waterkuur en elke morgen liep Charles met haar naar het Keizerbad, gekleed in eenvoudig
zwart, met witte zijde kousen, omhangen met het blauwe lint en de Orde van de Kousenband
en omringd door vijf of zes manschappen.
Maria had haar afkeer van Willem VI, Landgraaf van Hesse-Kassel (1629-1663) opzij
gezet. Zij dineerde regelmatig met de graaf en zijn vrouw. De sfeer van de feestelijkheden
van Spa keerden weer terug. Na een jachtpartij bracht Charles in het openbaar een
dronk uit op Koningin Christina van Zweden. Dat leidde weer tot veel geruchten.
Op een andere dag gingen ze naar een naburig klooster van de Kanunnikessen, waar
ze vrolijk dansten.
Charles besloot nog even in Aken te blijven en liet zijn bagage van13-19 kisten uit
Luik ophalen. Hij besloot zijn zuster op haar terugtocht naar Holland te begeleiden
en onderweg een bezoek te brengen aan Keulen. (Bron tekst: The Travels of the King,
Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
|
Keulen 9 oktober 1654 tot 24 februari
1655 |
Ze
vertrokken op donderdag 8 oktober 1654 uit Aken, overnachtten in Jülich en bereikten
9 oktober Keulen om 5 uur in de avond. De inwoners van Keulen waren vriendelijker,
dan de bewoners van andere Duitse staten. Charles en Maria werden met 30 kanonschoten
en schoten van geweren en musketten begroet. Maria had voor haar verblijf een bijzonder
huis gehuurd.
Zaterdag 10 oktober werden Charles en Maria uitgenodigd door het Jezuïeten College
en op zondag bezochten ze de Gereformeerde Kerk in Mulheim.
Maandag werden in de kathedraal de relikwieën getoond en voor Charles werd het
graf van de 3 Koningen geopend. De inwoners van Keulen vroegen aan Charles om in
hun stad te blijven en hij besloot de winter niet in Aken door te brengen.
Rechts: Drie Koningen Reliekschrijn. (Bron: Nieuwsbronnen.com). (Klik voor een groter
formaat op de afbeelding)
Maar Charles z'n reis was ingegeven door de belofte van de Rijksdag hem geld te geven
en hij wilde dat nu uitbetaald krijgen. Na zijn aankomst in Keulen stuurde hij berichten
naar alle hoven in de omgeving, maar hij kreeg weinig antwoord. Enkelen betaalden
koel hun toezeggingen. De koelheid wierp een donkere schaduw op de tevredenheid van
de Royalisten in Keulen.
Prins Philips Willem van de Palts-Neuburg (1615-1690) betaalde niet alleen zijn bijdragen,
maar nodigde Charles en zijn zuster ook uit voor een verblijf in zijn paleis in Düsseldorf.
Charles moest wel de Graaf "Altesse" (Hoogheid) noemen en dulden dat hij
de Prinses van Oranje zou kussen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II
in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
|
Düsseldorf, Residenzschloss
in 17e eeuw, Tekening uit 1629. Tekenaar: Moritz (Landgraf van Hessen) (Bron: Wikimedia.org).
(Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
28 oktober 1654 werden Charles en
Maria gastvrij onthaald op het stadhuis van Keulen en de volgende morgen gingen ze
in een mooi binnenschip over de Rijn naar Düsseldorf. Daar werden ze groots
ontvangen. Op een mijl afstand van het paleis werden ze opgewacht door 12 koetsen.
Charles en Maria stapten in de koets van hun gastheer en onderweg werden begeleid
door Hertog Philips Willem van de Palts-Neuburg en de 23 jaar jongere Hertogin Elisabeth
Amalia Magdalena von Hessen-Darmstadt (1635-1709). Tot aan het kasteel werden ze
begroet met kanongebulder. Voor het diner waren 22 tafels in de grote hal geplaatst
met op elke tafel voor 68 personen gedekt. De Hertog en Hertogin zaten aan een aparte
tafel. Het feestmaal, dat vele uren duurde werd verlevendigd met muziek, zang en
instrumentaal en week af van wat Charles gewend was. De wijn stroomde rijkelijk,
maar tegenstelling tot bij andere Duitse feesten werd niet aangedrongen op veel drinken.
De Hertog van Neuburg was een beschaafd mens en sprak ook Frans. Al snel ontstond
een warme vriendschap tussen Charles en Willem en toen het korte bezoek eindigde,
nam Charles met pijn in het hart afscheid en beloofde later terug te keren om met
de Hertog te jagen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and
Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Gedurende het huwelijk was Elisabeth 23 keer zwanger en 14 van de 17 geboren kinderen
bereikten de leeftijd van volwassenen) |
|
Charles hield zich nog even vast
aan het gezelschap van Maria en in de nacht van 4 november 1654 overnachtten ze in
Xanten in het huis van John Francis ab Hecking, die zo onder indruk was van Charles,
dat hij een schilderij van hem vroeg om in de kamer te hangen waar hij had geslapen.
Verder gaan in de richting van Holland was gevaarlijk en daarom moest hij 5 november
afscheid nemen van Maria Henrietta. Ze namen met tranen afscheid van elkaar en Charles
keerde met een zwaar gemoed terug naar Keulen. De winterdagen in Keulen gingen traag
voorbij. (Bron tekst: The King in Exile: The Wanderings of Charles II from June 1646
to July 1654, Eva Scott). |
|
Terwijl
Charles wegkwijnde in Keulen hadden zijn aanhangers in Brittannië niet stil
gezeten. De Royalistische beweging groeide gestaag en eind december 1653 was het
geheime genootschap "The Sealed Knot" opgericht, dat de belangen van de
beweging moest behartigen. Het eerste complot mislukte van het begin af aan en daardoor
wist de regering van het bestaan van het genootschap. Maar de samenzweerders lieten
zich niet ontmoedigen en maakten plannen voor een algemene opstand in de zomer van
1654. In mei 1654 werd de regering vroegtijdig gealarmeerd door de ontdekking van
het complot om Cromwell te vermoorden.
In december 1654 ontdekte Cromwell het wijdverspreide complot, waarbij de legers
van de drie koninkrijken van Groot Brittannië en een smaldeel van de vloot betrokken
waren. Twee legerleiders werden gevangen gezet in de Tower van London tot de dood
van Cromwell in 1658.
De Royalisten hadden 14 januari 1655 gekozen als dag voor de algemene opstand. Wapens
werden naar London gebracht en uitgedeeld. De vrouwen van aanhangers van Charles
brachten brieven rond. Alles moest geheim blijven, maar discretie was nooit een sterke
kant van de Royalisten en de plannen voor een opstand werden het gesprek van de dag
en niet alleen in Parijs en London, ook in Den Haag.
De laatste dagen van februari 1655 ontdekte de regering in Engeland, dat ze het spoor
naar de Koning kwijt waren. Charles was in het geheim uit Keulen vertrokken en 3
weken was hij van de aardbodem verdwenen. Sommigen zeiden dat hij in Holland was,
anderen in Vlaanderen en enkelen in Teyling bij Leiden. Een hardnekkig gerucht was,
dat Charles bij zijn zus op Teyling was en de Staten Generaal lieten weten dat het
niet in overeenstemming was met de afspraken uit augustus 1653. Maria antwoordde,
dat Charles niet bij haar was en ook niet was geweest. Andere bronnen zeiden, dat
hij bij Graaf Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613-1662) in Friesland was of bij
zijn moeder in Frankrijk. Maar de algemene mening was, dat hij al in Engeland was
geland.
De Engelse regering was gewaarschuwd door bronnen in Frankrijk, Vlaanderen, Holland
en Duitsland en wachtte gespannen af. Verschillende mensen werden gezien, die op
Charles leken en soms werden ze opgepakt. Maar Cromwell wist dat Charles nooit het
kanaal was overgestoken. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany
and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
Afbeelding: Portret van Charles II
uit de Studio van Gerrit/Gerard van Honthorst (Coll. National Trust, Ashdown House,
Lambourn, Newbury, Berkshire, England). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Middelburg 13 maart tot 9 april
1655 |
Charles was 24 februari 1655 met
Ormonde en enkele bedienden uit Keulen vertrokken en was op 13 maart aangekomen in
Middelburg bij een Nederlander Gelyn, die ook wel William Croinson, Crinston, Krimson
of Quirenssen werd genoemd . Brieven aan Charles moesten geadresseerd zijn aan Mr.
Wiliam Thomas in 'Het Wapen van de Stad Rouen' in Vlissingen. De brieven moesten
in het geheim naar Middelburg worden gebracht. In Middelburg wilde Charles het juiste
moment van de opstand in Engeland afwachten en dan vanuit Vlissingen oversteken.
De spion Manning ontdekte waar Charles was en verkocht zijn informatie aan Cromwell.
Charles wachtte nog 10 dagen op het verzoek uit Engeland om te komen, maar alleen
wilde geruchten kwamen uit Engeland.
9 april nam Charles afscheid en sloeg de gastheer tot ridder en reisde met Ormonde,
Blagne en 2 of 3 bedienden terug naar Keulen.
Daar heerste een algemene teleurstelling over de mislukte opstand in Engeland. Gelukkig
kwamen de meeste vluchtelingen veilig terug uit Engeland. (Bron tekst: The Travels
of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
|
Het vertrek van een hoogwaardigheidsbekleder
uit Middelburg, 1615 door Adriaen Pietersz. van de Venne, (1589-1662). Het oorlogsschip
De Zeehondt wordt door paarden door het kanaal naar het havenhoofd getrokken. Rechts
op de dijk rijdt de hoogwaardigheidsbekleder met een escorte te paard. Op het water
eveneens de jacht van prins Maurits. In de verte het profiel van de stad Middelburg.
(Coll. Rijksmuseum, Amsterdam). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Keulen april 1655 tot 24 september
1655 |
Middleton landde in Vlaanderen en
reisde naar Munster en vandaar naar Keulen. In juni stroomde Keulen vol met hulpbehoevende
Caveliers. In juli had de secretaris Hyde van Charles geen korst droog brood meer
om te eten en zijn laarzen waren zo dun geworden, dat hij er niet meer mee in de
regen durfde lopen. Toen duidelijk werd, dat Charles en alle anderen zonder geld
zaten, verzuchtte Hyde, dat hij zich beter kon terugtrekken en in een grot of bos
kon gaan zitten.
Ormonde stond zijn huisvesting af aan Henry en het hof moest leven van aalmoezen
of overpeinzingen.
De expeditie naar Zeeland had Charles 20 000 dollars gekost. De komst van geld uit
Engeland was volledig gestopt. en minder dan de helft van de Duitse bijdragen was
betaald en van het Franse jaargeld bereikte slechts een klein deel Keulen. Het voorstel
om de overgebleven kroonjuwelen te verkopen kon niet doorgaan. omdat ze al waren
beleend. Besloten werd de keizer en de Duitse prinsen te vragen hun toezeggingen
te betalen en van het Hof in Parijs werd geëist een strikte verantwoording te
geven voor het doorgestuurde jaargeld uit Frankrijk. En de huishouding van het Hof
in Keulen moest de uitgaven verminderen.
Het Hof van Charles was min of meer afhankelijk van de maandelijkse toelage van 50
pond van Maria, die onregelmatig binnenkwam.
De Graaf van Neuburg en de Keurvorst van Mainz waren de enige Duitse Prinsen, die
hun toezegging hadden betaald. Vooral Neuburg was een goede vriend van Charles. Vanaf
24 juni bracht Charles een plezierige week door in Düsseldorf en in de zomermaanden
nam hij deel aan jachtpartijen. Af en toe werden Charles en Henry uitgenodigd voor
een belangrijke religieuze processie of gebedsdiensten aan het eind van de dag. Voor
de rest vulden ze hun tijd met studeren. Maria stuurde de benodigde boeken en zo
kon Henry al gauw brieven schrijven in het Italiaans. (Bron tekst: The Travels of
the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
|
In juli 1655 reisde Maria weer naar
Keulen. 30 juli verbleef ze in Moers voor een ontmoeting met haar broer James, die
met Turenne op veldtocht was. De volgende dag kwam Charles haar tegemoet en onder
zijn begeleiding reisden ze naar Keulen. De volgende maanden leefden Charles en zijn
hofhouding op kosten van zijn zus. Omdat haar gezondheidstoestand slecht was, nam
Maria niet actief deel aan de pret. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles
II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
Afbeelding: Een Stadsgezicht van
Moers, eerste helft 17e eeuw op een olieverfschilderij op Slot Burgsteinfurt. (Bron:
Derwesten.de). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Keulen-Frankfort 24 september
1655 - 27 oktober 1655 |
Dank zei de goede zorgen van de hofarts
Fraser, was Maria eind september in staat met haar broers naar de Handelsmesse in
Frankfort te gaan. In het gezelschap was ook Jane Lane, hofdame van Maria en de vrouw
die in 1651 Charles tijdens zijn vlucht uit Engeland had geholpen. Met een koets,
getrokken door zes paarden, bereikten ze Bonn. Daar stapten ze de volgende dag op
een plezierboot, die over de Rijn naar Frankfort werd getrokken. Aan de plezierboot
waren twee kleinere boten vastgemaakt. De ene vervoerde hun bedden, koffers en kleding
en op de andere werd een keuken gemaakt, waardoor ze hun proviand bij de hand hadden.
Ze aten door elkaar gezeten aan tafel, waardoor het vrolijker werd. De reis duurde
4-5 dagen en hoewel ze incognito reisden wist iedereen wie ze waren. Onderweg werden
ze door vertegenwoordigers van dorpen en kastelen hartelijk begroet.
De Keurvorst van Mainz nodigde hen uit in zijn kasteel. De reizigers bedankten voor
de uitnodiging en lieten de keurvorst weten dat hun zaken op de Jaarmarkt van Frankrijk
niet konden worden afgezegd en dat zij op de terugweg de keurvorst zouden bezoeken.
In het najaar van 1655 was Koningin Christina van Zweden op weg naar Rome en onderweg
wilde ze Charles in Keulen bezoeken. Toen ze op 28 september in Keulen aankwam bleek
Charles in Frankfort te zijn. Christina reisde hem met 7 koetsen en 200 mensen in
haar stoet achterna.
(Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660
by Eva Scott). |
|
Charles nam Henry, Maria en zijn
neef Rupert mee naar Königstein bij Frankfort en daar had hij op 3 oktober 1655
een lang privégesprek met Christina. Na afloop werden Henry, Rupert en Maria
verzocht zich bij hen te voegen. De bijeenkomst was zo plezierig dat Christina voor
de grap dreigde de 15-jarige Henry mee te nemen naar Rome.
Na hun verblijf in Frankfort werden door Keurvorst/Aartsbisschop van Mainz, Johann
Philipp von Schönborn (6 August 1605 - 12 February 1673) naar een klein dorpje
in de buurt van Mainz gebracht. Na 2 dagen feesten vertrokken ze 27 oktober terug
naar Keulen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders
1654-1660 by Eva Scott). (Afbeelding: Kasteel Königstein (Taunus). Kopergravure
uit 1655 van Matthäus Merian, (1593-1650). (Klik voor een groter formaat op
de afbeelding) |
|
Keulen 27 oktober 1655 - 8 maart
1656 |
Charles was tevreden over de reis
naar Frankfort, die ook nuttig was geweest. De keurvorsten van Mainz en Trèves
hadden hun maandelijkse bijdrage ineens betaald, maar de reis zelf was duur geweest
en ze hadden weer dringend geld nodig.
Charles wilde, dat de door zijn zuster Maria, toegezegde toelage uitbetaald werd
aan zijn eigen vertegenwoordiger, O'Neil, die 18 november 1655 met zijn zuster naar
Holland ging. Omdat de toelage al enkele maanden werd verwacht gaf Charles het geld
al uit in de vooronderstelling dat O'Neil met voldoende geld terug zou komen. O'Neil
had allerlei aankoopopdrachten, die hij onmogelijk kon uitvoeren. 30 november weigerde
hij de aankoop van sabels, omdat hij geen geld en geen krediet had.
In
december 1655 drong tot Charles door, dat hij niet eerder dan februari 1656 geld
van Maria zou ontvangen. De helft van de toelage was toegekend aan Henry waardoor
er vijfhonderd gulden per maand voor Charles overbleef.
Intussen was de spion Henry Manning opgepakt. Met door hem geschreven en ontvangen
brieven kon worden bewezen, dat hij bewegingen en plannen voor omverwerping van de
Regering van de Royalisten in Engeland en op het vaste land van Europa had doorgegeven
aan Cromwell. Woensdag 15 december 1655 werd Henry Manning in een bos van de Graaf
van Neuburg door Nicholas Armorer en James Hammilton doodgeschoten.
Na verloop van tijd werd duidelijk, dat de informatie van de Royalisten niet beter
geheim werd gehouden dan voor de terechtstelling van Manning was geweest. Daardoor
gingen de Royalisten elkaar verdenken.
Ondanks de dood van Manning bleven anderen met het verraad doorgaan. De Engelse regering
had geen gebrek aan agenten in Engeland en op het vaste land. Toen Charles in 1656
naar Vlaanderen vertrok werd hij daar omringd door een heel leger van spionnen. De
ergste spion was Richard Willis, een lid van het geheime genootschap 'The Sealed
Knot'. Hij had bij Cromwell afgedwongen, dat niemand door zijn spionage de doodstraf
zou krijgen. Uiteindelijk werd hij verraden. Hoewel spionnen vroeger of later door
de Royalisten ontdekt werden, kreeg niemand het lot van Manning.
Charles wilde weg uit Keulen en na overleg met de Spanjaarden vertrok hij woensdag
8 maart 1656 naar Vlaanderen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in
Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Rechts: Sir Richard Willis (1614-1690), door William Dobson. (Coll. Newark Town Hall
Museum and Art Gallery, UK). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Bronnen: |
Prinses Maria
Henrietta (1631-1660) |
Arm van Karel de Grote |
Drie Koningen
Reliekschrijn |
Düsseldorf,
Residenzschloss |
Portret van Charles
II |
Het vertrek van
een hoogwaardigheidsbekleder uit Middelburg |
Een Stadsgezicht
van Moers |
Kasteel Königstein
(Taunus) |
Sir Richard Willis |
|
|
|
|