|
|
Brussel en Brugge 14 maart 1656
- 15 maart 1658 |
|
In augustus 1656 had Ormonde de belofte
uit de Spaanse ministers gewrongen van 9000 crowns voor Charles en 1000 crowns voor
James en de secretaris van Charles, Hyde, ging op 28 augustus naar Brusssel om het
geld op te halen.
Toen ze het geld hadden gekregen was de vraag hoe een vat vol geld vervoerd moest
worden. Hyde bracht het geld naar Charles en spoorde hem aan in ieder geval een deel
van zijn schulden in Keulen af te lossen. Maar de aansporing was aan dovemansoren
gericht. Charles gaf niet alleen zijn eigen toelage uit, maart ook dat van James,
dat Charles nodig vond 'te lenen'. Een excuus was dat Charles druk was met een poging
voorzieningen te treffen voor de manschappen, die zich dagelijks onder zijn vaandel
meldden.
Vanaf de eerste dag in Brugge wilde hij een onafhankelijk leger werven in de Lage
Landen. Zijn werving was begonnen met de komst van de 6, tamelijk onwelkome Ierse
cavaleristen, die uit Frankrijk kwamen.
Omdat Charles verzekerd was van huisvesting voor 4 regimenten, wilde hij een Engels,
een Schots en 2 Ierse regimenten samenstellen van elk 1000 manschappen.
Het commando zou gaan naar Rochester, Middleton, Ormonde en zijn jongste broer Henry
van Gloucester. Het commando van de 15-jarige Henry zou in werkelijkheid door Taafe
worden gevoerd.
Charles betaalde zijn manschappen onregelmatig en te weinig. Armoede veroorzaakte
wanorde en desertie. Zeeland zat vol met soldaten en een diefstal uit een kerk in
Brugge dreigde de relatie tussen Charles en de burgers te verstoren.
In september moest Middleton in Polen geld inzamelen bij Schotse handelaren, die
daar gevestigd waren. Hij moest daar ook Schotse soldaten overhalen het Zweedse leger
te verlaten en in dienst te treden van Charles II.
Orders waren naar Ierse soldaten in Italië en Catalonië gestuurd met het
bevel naar Vlaanderen te komen.
30 november 1656 riep Charles alle Engelsen in La Bassée naar de door Spanje
verstrekte huisvesting te begeven en deel te nemen aan het leger dat werd betaald
door de Katholieke Koning van Spanje, tegen 'onze rebellen'.
Enkele dagen later werd gemeld dat het aantal manschappen 6000 was. Ze kwamen uit
Engeland, Schotland en Frankrijk, maar omdat er weinig te doen was in de soldatenverblijven,
begonnen ze al snel weer weg te lopen.
De Schotse Hooglanders kwamen tot veel plezier van de inwoners van Brugge in hun
Schotse dracht, de kilt.
Het Hof van Charles groeide enorm. Eind december 1656 bestond het uit 1500 personen.
De soldatenverblijven waren uitgebreid tot maximaal 12 000 manschappen. Geld was
een bittere noodzaak voor de betaling van de manschappen en liet weinig ruimte voor
het aflossen van de oude schulden. Hyde probeerde een lening van 40 000 pond uit
1576 van Koningin Elisabeth aan Vlaanderen terug te vorderen, maar dat lukte niet.
Orders werden uitgevaardigd om de 4 regimenten van Charles onder te brengen in Leuven,
Lier, Damme en een stad in Hinault.
De Royalisten wilden tot actie overgaan, maar de Spanjaarden vroegen steeds: "Heb
je een haven in Engeland om aan land te gaan".
In januari 1657 werden brieven in Engeland, die bestemd waren voor Charles, verraden
door Lady Hall, de vrouw die de brieven vervoerde.
Voor eind januari kwam het invasieplan van de Levelers tot een einde.
Zij hadden Cromwell willen vermoordden, de havens van Plymouth en Porthmouth willen
innemen en het volk in opstand brengen met de kreet: vrijheid, religie, en afschaffen
van de belasting, terwijl Charles tegelijkertijd met de Spaanse troepen zou landen
in Lynn.
Cromwell zou door een groep van 40 man aanvallen als hij in Hyde Park op z'n paard
reed. Dit plan mislukte.
Daarna wilden ze vanuit een huis in Hammersmith op Cromwell schieten als hij op weg
was naar Hampstead. Dit plan mislukte ook.
Tot slot besloten ze op Whitehall te vuren en in de ontstane paniek toeslaan. Middernacht
8/18 januari zou een mand met vuurwerk ontploffen, maar het plan werd verraden aan
Cromwell en de samenzweerders werden gearresteerd.
In februari 1657 wilde Cromwell Charles in de val laten lopen. Cromwell, Thurloe
en Richard Willys wilden Charles uitnodigen met zijn broers en enkele anderen in
een schip op een bepaalde dag en een bepaalde haven in Sussex te komen waar ze ontvangen
zouden worden door 500 soldaten te voet en een dag later door 2000 manschappen te
paard.
Het plan was de 3 broers bij de landing dood te schieten. Maar Morland, die de samenzwering
bij toeval had afgeluisterd liet Charles waarschuwen en die sloeg de uitnodiging
af.
De Royalisten in Engeland waren aangeslagen en gedeprimeerd en Charles was geen direct
gevaar meer voor de Engelse regering.
Charles besloot zijn expeditie uit te stellen tot de volgende winter van 1658, maar
om de regimenten bij elkaar te houden had hij toegezegde fondsen nodig. |
Rechts: Portret
van Charles II, in wapenuitrusting en een staf in zijn rechterhand. Door een volgeling
van Pieter Nason (1612-1690). (Coll. Christies.com) |
|
Pieter Nason (Amsterdam, ca.
1612 - Den Haag, 1688/90) was een Nederlandse kunstschilder. Hij werd lid van de
Den Haagse Sint-Lucasgilde in 1639 en een van de 47 leden die in 1656 de Confrerie
Pictura oprichtte. Mogelijk was hij een leerling van Jan van Ravesteyn en er wordt
aangenomen dat zijn naam werd verwijderd van schilderijen die eerst werden toegewezen
aan Mierevelt, Moreelse en zeker Ravesteyn. Het staat vast dat hij portretten schilderde
van Johan Maurits van Nassau-Siegen en van koning Karel II van Engeland. De datum
van zijn overlijden is niet bekend maar hij stierf bejaard. |
|
Bronnen: |
Charles II van Engeland op Wikipedia |
Portret van Charles
II |
Pieter Nason op Wikipedia |
Boek
TheTravels of The King |
|
|
|