|
|
|
|
De ballingschap
van Charles II in Brussel maart 1658- mei 1660 |
|
Toen
Charles, na het uitstel van de expeditie naar Engeland, nadacht over hoe ze nu verder
moesten, was zijn eerste besluit, dat hij niet meer in Brugge wilde wonen.
Maar voor de verhuizing van de hofhouding van Brugge naar Brussel was geld nodig.
De toelage van de Spanjaarden voor Charles was al 9 maanden niet betaald. De vindingrijke
Fox kreeg van de Aartsbisschop toestemming om gebruik te maken van de eigen slager
om te bezuinigen. Spanje zou geld sturen, maar het leger van de Royalisten was een
probleem. Het regiment in Diksmuide zou huizen hebben geplunderd en een kerk hebben
beroofd, zonder daarvoor gestraft te worden. Don Juan beloofde een toelage te geven
voor Charles, maar ook dat bedrag was niet voldoende om de schulden te betalen.
Henry kwam in april terug uit Breda met de mededeling dat Maria Henrietta niet meer
in staat was hem daar te onderhouden.
In juni 1658 wilde Charles naar de Rijksdag in Frankfort in Duitsland gaan om de
Duitse prinsen te vragen hun toezeggingen na te komen. Maar de Spanjaarden wilden
de reis niet financieren.
Alleen Rome bleef nog over om geld te vragen. Charles sprak met de nuntius in Brussel
en daarna had hij een gesprek aangevraagd met zijn vriend Kardinaal Retz in Zevenbergen.
Charles wilde op audiëntie bij de paus. Maar het ging niet door. Het leverde
alleen een scherp protest op van de Staten Generaal in Holland aan het adres van
zijn zus Maria Henrietta, omdat Charles op hun grondgebied was geweest. (Bron tekst:
The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Links: Charles II, onbekende kunstenaar (Bron: Arranqhenderson.files.wordpress.com).
(Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
"Dit is de Vryheyt van Hoochstraten
met het casteel alsoo sy was anno 1564" Is de tekst op het onderstaande schilderij
is één van Hoogstratens grootste kunstschatten. Het hangt in de raadzaal
van het stadhuis van Hoogstraten. De schilder is niet gekend. Het schilderij geeft
een uniek beeld van het 16de eeuwse Hoogstraten met onder andere de oude begijnhofkapel
en het verdwenen binnenkasteel op het plein van het kasteel. De afbeelding is een
detail van het schilderij. (Bron: Erfgoedbankhoogstraten.be). (Klik voor een groter
formaat op de afbeelding) |
|
Teleurgesteld trok Charles zich in
augustus terug in Hoogstraten, een klein dorp op de grens tussen de Hollandse en
Spaanse Nederlanden. Door de voortdurende oorlogen was het dorp zo troosteloos, dat
de armoede van de gezichten van de bewoners straalde. Er was geen vruchtbare grond
en geen vee. Niets zag er goed uit behalve de huizen. Een van de ongemeubileerde
huizen werd makkelijk verkregen en Charles ging in gezelschap van Ormonde naar het
huis.
In Hoogstraten kon Charles makkelijk contact houden met zijn zuster in Breda, maar
het contact was niet zo plezierig als in de voorafgaande jaren. De meningsverschillen
tussen de leden van de Stuart familie bleven groot. (Bron tekst: The Travels of the
King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
|
Hoogstraten
had nu een speciale aantrekkingskracht, omdat Amalia van Stolberg, de schoonmoeder
van Maria Henrietta in Breda was met haar twee dochters Henrietta Catharine van Nassau
(1637-1708) en Maria van Nassau (1642-1688)
De oudste dochter Henriette, was in haar jeugd verloofd met Prins Willem van Oost
Friesland, maar toen ze op een huwbare leeftijd was gekomen, kreeg zij een grote
hekel aan haar verloofde en weigerde met hem te trouwen. Charles werd heftig verliefd
op haar en zij ook op hem, maar de douarière weigerde een verloving goed te
keuren, omdat daarvoor toestemming nodig was van de Staten Generaal. Maar de 21-jarige
Henriette en de 28-jarige Charles mochten elkaar gedurende de herfst ontmoeten.
Door het overlijden van Oliver Cromwell op 13 september 1658 veranderde de situatie
voor Charles volledig.
Charles was in Amsterdam toen Cromwell overleed, maar het vasteland van Europa vernam
het bericht pas op 16 september toen James het hoorde van een trompetter uit Duinkerken.
James stuurde het nieuws onmiddellijk door naar Brussel en James ging er achteraan.
Fox snelde uit Brussel naar Hoogstraten om Charles het belangrijke nieuws te vertellen.
De eerste daad van Charles was een formeel voorstel voor de hand van Prinses Henriette,
die ziek werd door de emoties over de ontvangst van de brief.
Vrijdag 20 september overlegde hij met zijn broers en de kanselier Hyde in Antwerpen.
De volgende dag ging hij naar het zomerpaleis van de douarière in Turnhout,
waar hij vriendelijk werd ontvangen en de indruk kreeg dat zijn voorstel zou worden
aangenomen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders
1654-1660 by Eva Scott).
Rechts: Henriette Catharina Fürstin von Anhalt-Dessau (Bron: Angelikahonsbeek.zenfolio.com).
(Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Castellum de Turnhout door Franz
Ertinger (Weil of Colmar 1640 - Parijs ca. 1710) (Coll. British Museum, London).
Gezicht op het Kasteel van Turnhout. Landschap met kasteel met vierkante toren omgeven
door een ondiepe gracht, een koets gevolgd door ruiters op de brug, links onder twee
zittende figuren gezien van achteren.
Maandag 23 september ging Charles terug naar Brussel. (Klik voor een groter formaat
op de afbeelding) |
|
James
en Henry bezochten intussen hun zus in Den Haag. Toen ze daar 22 september aankwamen
lag Maria al in bed, maar ze spraken met haar tot de volgende ochtend. Ze vertrokken
net zo haastig als ze waren gekomen. James ging terug naar Nieuwpoort.
In Nieuwpoort onderschepte hij de eerste instructies en berichten van de nieuwe Protector
van Engeland aan de ambassadeurs in Frankrijk en Holland en die stuurde James door
naar Don Juan.
In oktober bezocht James Den Haag, maar Maria was bang voor zijn onbezonnenheid en
nam hem mee naar Delfshaven en vandaar naar Breda waar ze de winter doorbracht met
haar twee jongere broers.
Van de Staten hadden ze niets meer te vrezen, omdat ze het nieuws van de dood van
Cromwell met onverbloemde vreugde hadden begroet.
In Amsterdam waren ze gek van vreugde want de duivel was dood.
Maar Engeland maakte geen beweging in de richting van herstel van de Stuarts. Frankrijk
bleef een bondgenoot van Engeland en de Generale Staten van Holland vernieuwden hun
verdrag met Engeland.
De grote verwachtingen na de dood van Cromwell vervaagden snel.
De douarière, Amalia van Solms trok haar toestemming voor het huwelijk van
haar dochter met Charles in en Henriette Catherina trouwde binnen een maand met de
Prins van Anhalt-Dessau.
Intussen kwamen uit London en Parijs brieven over de amoureuze reputatie van Charles.
Maar het was pech dat zijn fouten Charles zijn bruid hadden gekost. (Bron tekst:
The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Links: Mary (1631ó1660), Princess Royal and Princess of Orange by Adriaen Hanneman.
Geschilderd: c.1656ó1660. (Coll. Bristol Museum and Art Gallery). (Klik voor een
groter formaat op de afbeelding) |
|
De
dood van Cromwell was niet de oplossing van de problemen van de Royalisten. De zoon
Richard Cromwell werd uitgeroepen tot zijn opvolger.
De hoop werd gevestigd op Monk als de man die het tij kon keren.
De Royalisten zouden zich verkiesbaar stellen voor de volgende verkiezingen van het
parlement. De wetten van Oliver en Richard Cromwell werden publiekelijk verworpen
en gevangenen werden vrijgelaten.
Intussen werd het leger niet betaald en dat nam het recht in eigen handen.
Op 23 april 1658 werd het Parlement met geweld ontbonden. Richard en Henry Cromwell
legden hun functie neer.
Sommigen drongen er bij Charles op aan om de restauratie onder welke voorwaarden
dan ook te accepteren. Dan kon hij eenmaal aan de macht zaken weer veranderen.
Maar met dat soort argumenten was hij in 1651 door de Schotten in Breda opgezadeld.
En hij wilde daar geen tweede keer intrappen.
In de plaats daarvan liet hij zich adviseren door de wijze kanselier Hyde.
Maar onvoorzichtige teruggekeerde ballingen in London kletsten te enthousiast over
de terugkeer van Charles en voor het eind van april werd een bevel uitgevaardigd
voor de verbanning uit London.
Verschillende raadgevers wilden dat Charles zou vragen om een opstand in Engeland,
maar hij bleef besluiteloos. Hij was niet in staat de situatie in Engeland goed te
beoordelen van een afstand en hij moest het overlaten aan zijn vrienden de wapens
al dan niet op te nemen. Hij had niets te verwachten van Spanje zolang er geen veilige
haven in Engeland beschikbaar was. Maar als dat wel zou lukken, kon hij ook Frankrijk
en Holland interesseren.
Hij wilde zelf met 2000 man naar Engeland gaan, ondanks het feit dat zijn schepen
in Ostende in de gaten werden gehouden. En zo maakte hij dezelfde fout als in 1655
toen hij ook geen leiding gaf of opriep tot een opstand.
In 1659 worden dezelfde plannen gemaakt als in 1655. Dezelfde steden en districten,
dezelfde beloften gemaakt door dezelfde mensen, dezelfde twisten tussen de Sealed
Knot en de meer ondernemende volgelingen van Mordaunt met hetzelfde wederzijdse wantrouwen,
aarzelingen en verraad.
Leden van de Sealed Knot maakten plannen voor een opstand. Als eerste wilden ze een
haven veilig stellen, waar Charles met zijn troepen kon landen. Daarvoor werd Lynn
aan de oostkust gekozen. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany
and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Links: Portret Oliver Cromwell, 1656 naar Samuel Cooper (1609-1672). (Coll. National
Portrait Gallery, London). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
|
Kasteel van Tervuren. Detail van:
Portret van Aartshertog Albert van Oostenrijk van Peter Paul Rubens and Jan Brueghel
(I) (Coll. Museo del Prado, Madrid). (Klik voor een groter formaat op de afbeelding)
Terwijl zijn vrienden in Engeland voor hem werkten, probeerde Charles steun te vinden
voor zijn zaak op het vasteland. De relatie tussen Frankrijk en Engeland was verslechterd
na de dood van Cromwell en Charles hoopte dat hij de steun van kardinaal Mazarin
zou krijgen. Maar Mazarin wilde nog niet breken met Engeland zolang hij nog geen
vrede had gesloten met Spanje.
De Spaanse minister Carena werd op de hoogte gebracht van de bedoelingen van Charles
om met 2000 manschappen te vertrekken en hem werd gevraagd wapens te leveren en verblijfsruimte
in de buurt van de zee en schepen voor het transport, zoals eerder was beloofd.
Maar ondanks de opdracht uit Madrid om Charles te helpen, gaf Carena alleen maar
vage beloften. 20 000 pond waren nodig voor wapens en schepen, maar er kwam geen
geld. Charles was volledig afhankelijk van kleine sommen geld, die uit Engeland kwamen.
De beloofde Spaanse toelage was al 14 maanden niet betaald.
Om het vertrek voor te bereiden wilde Charles naar Calais reizen, toen hij op 16
juli 1659 het advies kreeg niet te gaan. Kort daarna, kwam op 21 juli een brief uit
Engeland met het bericht, dat 11 augustus de actiedag was en Charles trok zich terug
op het platteland om de geruchten over de bewegingen van hemzelf en zijn broers tot
bedaren te brengen. Charles ging naar Tervuren naar een huis van de Koning van Spanje.
James en Henry waren nog in Holland. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles
II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). |
|
13
augustus 1659 vertrok Charles uit Brussel om vanuit Calais over te steken naar Kent
in Engeland.
Na een oproep van Charles waren James en Henry onmiddellijk naar Brussel gereisd,
maar toen ze daar aankwamen was Charles al naar Calais vertrokken. James ging snel
op weg met enkele begeleiders en ze reden de hele nacht door, waardoor ze Charles
bij St. Omer inhaalden. Charles reed verder naar Calais, terwijl James naar Boulogne
ging om daar een schip te vinden waarmee hij naar Engeland kon varen. Maar hij moest
in Boulogne tot nader order wachten.
In Calais hoorde Charles dat er geen algemene opstand was geweest in Engeland en
dat alleen Lancashire en Chesire bewapend waren. Daarop besloot Charles in het westen
van Engeland aan land te gaan en na een bezoek van James in Boulogne vertrok Charles
naar Rouen.
Charles probeerde steun te krijgen van de Fransen, maar had geen succes. Evenmin
als zijn jongere broer Henry bij de Spanjaarden in Vlaanderen.
Teleurgesteld vertrok Charles in de richting de Pyreneeën en was wekenlang onvindbaar
voor zijn trouwe onderdanen. Uiteindelijk werd hij opsgespoord in Amiëns. (Bron
tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva
Scott).
Links: Protret van Charles II van onbekende schilder. (Bron: Photo.rmn.fr). (Klik
voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
|
Frankrij op Fazanten eiland. (Bron
afbeelding: Wikipedia.org)
Met de Vrede van de Pyreneeën kwam op 7 november 1659 een einde aan de Spaans-Franse
conflicten die voortvloeiden uit de Dertigjarige Oorlog. In ruil voor vrede zag de
Spaanse koning Filips IV af van zijn rechten op de landen en steden aangesloten bij
de Unie van Atrecht : Artesië, de graafschappen Bonen en Henegouwen en
delen van Vlaanderen (onder andere Duinkerke); verder delen van Luxemburg en Lotharingen
en diverse heerlijkheden in de Languedoc. Bovendien kwamen beide landen een nieuwe
grens overeen, waarbij Spanje afstand deed van de Roussillon, een deel van Navarra
en het noordelijke deel van de Cerdagne.
Het verdrag werd bezegeld met het huwelijk tussen Lodewijk XIV en Filips' enige dochter,
de infante Maria-Theresia van Spanje. (Bron tekst: Wikipedia.org). (Klik voor een
groter formaat op de afbeelding) |
|
In
ruil voor Franse steun was Charles bereid om te trouwen met de twaalfjarige nicht
van Mazarin, Hortense Mancini.
Toen 13 november Kardinaal Mazarin voor zijn modderbaden vanuit Toulouse naar Dax
vertrok, kondigde Charles aan terug te keren naar Vlaanderen.
Van Don Luis kreeg Charles 7000 gouden pistoles en ze gingen 17 november in Hendaye
uit elkaar. Charles reisde rechtstreeks door naar Bayonne, maar zijn hofhouding was
onderweg naar en van Spanje enorm gegroeid. 22 november stuurde hij iedereen van
Bordeaux naar Brussel met uitzondering van Charles, Berkeley en Armorer.
Intussen was Mazarin op 16 november in het Hof in Parijs aangekomen en voorzichtigheid
gebood hem Charles te bedanken voor de eer zijn nicht Hortense Mancini te willen
trouwen, terwijl de nicht van Charles, de Grande Mademoiselle, nog steeds niet getrouwd
was.
Weer werd Charles afgewezen, maar hij nam jaren later wraak toen de vrouw , die zijn
echtgenote had kunnen zijn, zijn minnares werd.
(Bron tekst: The Travels of the King,
Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott).
Links: Portret van Hortense Mancini, Hertogin van Mazarin van Benedetto Gennari,
the younger (1633-1715). (Coll. Musée des Beaux-Arts, Valenciennes). (Klik
voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Het
Parlement in Engeland was bevreesd teveel zegevierende generaal een gevaar zou kunnen
zijn voor de regering.
22 oktober 1659 werd Lambert uitbetaald en nam een commissie het commando van het
leger over. Daarop reageerde Lambert de volgende dag, 23 oktober, met de ontbinding
van het Parlement, zoals Cromwell dat eerder had gedaan.
24 oktober wees een zelfbenoemde raad Lambert aan als generaal-majoor en Desborough
tot commandant van de Cavalerie en 26 oktober gaf dezelfde raad de regering aan een
Veiligheidscommissie., bestaande uit 23 personen.
Daarop liet de Schotse generaal Monk weten als bemiddelaar naar Engeland te komen.
Lambert marcheerde met zijn leger naar het noorden en kwam 1 december aan in Newcastle.
15 december arriveerde Monk bij Berwick met een goed geoefend leger van 7000 man
sterk en hij bleef daar wachten tot het slecht gevoede en niet betaalde leger van
Lambert zou zijn losgeweekt. De twee generaals stonden tegenover elkaar terwijl in
de rest van het land anarchie heerste.
5 januari 1660 werd het Romp Parlement opnieuw samengesteld. De manschappen van Lambert
werden teruggeroepen en Lambert trok zich terug in zijn privéleven.
In London bestond veel sympathie voor Charles II en de Royalisten waren bereid om
hun recente fouten te herstellen als Charles, James of Henry met een buitenlands
leger zich bij hen zou voegen in Engeland.
James wilde wel komen. Hij had een leger, maar geen schepen en zolang er geen veilige
Engelse haven was zouden de Spanjaarden, die niet leveren.
Zo kwam de oude impasse weer terug. De benodigde havens moesten worden gekocht en
geld voor de aankoop was niet bereikbaar.
In februari 1660 was Charles verder weg van het krijgen van buitenlandse hulp, dan
ooit tevoren.
De Spaanse ministers wilden betalen voor 3000 manschappen, maar die moesten uit Frankrijk
vertrekken. Frankrijk bood daarentegen 30.000 pistoles voor een expeditie, maar het
leger moest in Vlaanderen aan boord gaan. Zo neutraliseerden de beloften van beide
landen elkaar. Charles begon meer en meer te geloven, dat generaal Monk zijn enige
hoop was. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders
1654-1660 by Eva Scott).
Links: Generaal George Monck (of Monk), 1st Hertog van Albemarle (1608ñ1670) door
on bekende schilder. (Coll. National Army Museum, London). (Klik voor een groter
formaat op de afbeelding) |
|
20
februari keerde Monk terug naar Whitehall en zag het gedrag van de Romp als een persoonlijke
aanval op hem.
21 februari stuurde hij een brief naar de Romp, waarin hij eiste dat de open plekken
van het Lagerhuis moesten worden opgevuld en de Romp moest zichzelf opheffen.
De brief werd gedrukt en gepubliceerd, waarna hij de burgemeester en de wethouders
bij hem ontbood in de Guildhall en hij marcheerde weer de stad binnen.
Maar deze keer was zijn boodschap een vreedzame en na de bijeenkomst verklaarden
de wethouders, dat Monk vóór een vrij Parlement was.
In een oogwenk waren de straten het toneel van grote vreugde. Overal in London werden
vreugdevuren aangestoken, stukken vlees werden publiekelijk geroosterd als bespotting
van het Romp Parlement. De stedelingen trakteerden de soldaten en er werd openlijk
gedronken op de gezondheid van Charles.
Alle nog levende leden van het Long Parliament werden opgeroepen en Monk gaf ze een
document waarin stond, dat de natie nu in hun handen lag. Hij wilde een Commonwealth
en een gematigd Presbyterianisme, als de meest bevredigende vorm van regering voor
Staat en kerk. Het oude Parlement moest zich zo snel mogelijk opheffen en een nieuw
Parlement bij elkaar roepen.
Vier dagen later kwamen de leden naar het Lagerhuis. Zij bevestigden en vergrootten
de opdracht van Monk, ze schoonden de lokale milities op, maakten vrede met de steden
door ze zelf controle te geven over hun milities. De poorten van London zouden op
staatskosten worden hersteld en ze schreven een verkiezing van een Nieuw Parlement
uit, dat op 5 mei 1660 zou aantreden.
Het Oude Parlement hief zichzelf op 26 maart op.
De Royalisten hadden de voortgang van Monk met weifelende gevoelens bekeken. Maar
Monk was tegen de Eed van Afzwering en luisterde aandachtig naar de argumenten voor
het herstel van de monarchie.
Het was Sir John Grenville, die uiteindelijk de brief van Charles aan Monk gaf.
29 maart werd Grenville in het geheim naar St. James gebracht en onverwacht door
Monk medegedeeld, dat Grenville was uitgekozen als de boodschapper om Charles uit
te nodigen terug te keren, mits hij kon afzien van geloofsbrieven, omdat de uitnodiging
niet op papier zou worden gezet.
Er moesten wel enkele procedures worden gevolgd en Monk voegde daar aan toe dat Charles
onmiddellijk Vlaanderen moest verlaten en al zijn publieke documenten moest dateren
vanuit Breda.
31 maart 1660 vertrok Charles met Ormonde, Grenville, en Armorer vanuit Brussel naar
Breda. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660
by Eva Scott).
LInks: Portret van Georg Monk van onbekende schilder. (Bron: Shinycapstar.com). (Klik
voor een groter formaat op de afbeelding) |
|
Bronnen: |
Charles II van Engeland op Wikipedia |
Charles II |
Dit is de Vryheyt van Hoochstraten |
Henriette Catharina Fürstin von
Anhalt-Dessau |
Castellum de Turnhout |
Mary (1631ó1660),
Princess Royal and Princess of Orange |
Portret Oliver
Cromwell |
Kasteel van Tervuren |
Charles II |
Schilderij: Vrede van de Pyreneeën
op Fazanten eiland |
Portret van Hortense
Mancini, Hertogin van Mazarin van Benedetto Gennari |
Generaal George
Monck (of Monk) |
Portret van Georg Monk |
Boek
TheTravels of The King |
|
|
|
|