Volgens resolutie van den 30. passato/
is den Coningh van Groot Brittangien den 1. deser door Gedeputeerde uyt yeder Provintie/
uyt het Huys van de Heere Prince Maurits van Nassauw gehaelt/ tot beneden aen de
trappen van de groote Zael van 't Hof van de Camer van hare Ho:Mo: geleyt/ ende aldaer
door de Vergaderinge van haer Ho:Mo: en corps ontmoet;
tredende den Heere Prins Willem van Nassaua Stadhouder/ als daer toe versocht wesende
/ voor uyt/ ende zijne Majesteyt in dier voegen aenwijsende den wegh ende de zijne
Majest. belieft uyt de voors. huysinge van de welgemelde Heere Prince Maurits af/
tot in dese Vergaderinge toe continuerelijck te blijven gaen ende staen met onghedeckten
hoofde/ sulcks sat eerst ghemelde Heeren Gedeputeerden uyt yeder Provintie/ ende
daer naer haer Ho: Mo: oock dienvolgende ongedeckt gebleven zijn; ghekomen zijnde
tot aen de zitplaets voor de selvige geappropiert/ is is zijne Majest. voor de stoel
over eynde met blooten Hoof de blijven staen/ zijnde de plaetse daer zijn Majesteyt
soude zitten/ te midden van de Tafel/ aen de Hooft-syde/ op een Leuning-stoel met
Leunighen staende op een verheven voet-banck/ ruym 3. Stoelen breet/ bekleet met
een Turcks Tapijt/ streckende tot aen de deure van de groote vertreck-kamer/ onder
een Dais van alle Royale Cierselen/ tot alle de Heeren Leden van haer Ho:Mo: Vergaderingen
waren binnengekomen/ en op hare respective zit-plaetsen begeven hadden/ het welcke
geschied zijnde/ is sijn Majest. neder geseten/ en heeft sich ghedeckt/ gelijck oock
vervolgens daer op de Leden van hoog ged. Vergaderinge voor soo veel als'er plaets
was/ neder geseten sijn en haer gedeckt hebben: De President van de Staten nam zijn
plaetse aen de zuyder sijde van de Tafel/ in een opgepronckte presidiale stoel/ recht
tegens over den Coningh:
Blijvende de Deuren al-omme geslooten/ om den toe-loop des volcks te vermijden. Kort
daer aen is den Koningh over eynde geresen/ en heeft/ staende met ongedeckten hoofde/
aen hare Ho:Mo: die te gelijck opgestaen/ en met blooten hoofde over eynde gebleven
sijn/ selfs mondeligh gedaen sijne propositie/ bestaende/ Eerstelijck. in eene obligante
danksegginge over de civiliteyten ende beleefdtheden die Sijne Majesteyt verklaerden
ontfangen te hebben, ten anderen, in eene hartelijcke aenbiedinge van zijne vriendtschap,
corrspondentie en alliantie, en ten derden, in een versoeck, dat haer Ho:Mo: d'interessen
van de Vrouwe Princesse Royale versocht zijnde, te willen doen ghevoelen d'effecten
van hare Ho.Mo faveur:
Gelijck zijne Majest. naderhand door den Heere Raed Pensionaris de Wit daer toe versocht
zijnde/ aen sijn Ed. heeft laten behandigen in geschrifte 't gheen de selve sijne
Majesteyt op 't voorss. derde poinct in de Vergadeinge van de Staten van Hollant/
&c. mutandis had geproponeert/ hier naestvolghende en van woorde te woorde geinferreert.
(Bron: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660) |
|
Volgens het besluit van 30 mei is
de Koning van Groot Britannië op 1 juni door Gedeputeerden uit elke Provincie
uit het Huis van de Heer Prins Maurits van Nassau (het Mauritshuis) gehaald en tot
beneden aan de trappen van de grote Zaal van ' Hof (Binnenhof) van de Kamer van hare
Hoog Mogendheden, gebracht. Daar ontmoette hij de Vergadering van haar Hoog Mogendheden
en het corps.
Daartoe verzocht, trad de Heer Stadhouder Prins Willem van Nassau naar voren en wees
in die functie, zijne Majesteit de weg uit het huis (het Mauritshuis) van de Heer
Prins Maurits naar de Vergadering steeds te gaan en te staan met het hoofd onbedekt.
Zo zaten als eerste de genoemde Heren Gedeputeerden uit iedere Provincie en daarna
de Hoog Mogendheden, ook om die reden met ontbloot hoofd. Tot hij bij de zitplaats
was gekomen die voor hem was afgeroepen en bleef zijne Majesteit voor de met ontbloot
hoofd overeind staan. Het was de plaats waar zine Majesteit zou zitten in het midden
van de Tafel aan de Hoofdzijde op een Leunstoel met Leuningen, die op een voetbank
stond van ruim 3 stoelen breed. Die voetbank was bekleed met een Turks tapijt tot
een de deur van de grote kamer onder een baldakijn van alle Koninklijke Versierselen.
Nadat alle Heren leden van haar Hoog Mogende Vergaderingen waren binnengekomen en
bij hun respectieve zitplaatsen waren aangekomen, ging zijne Majesteit zitten en
heeft zijn hoed opgezet. Evenals vervolgens de Leden van de hoog gedepeuteerde Vergadering,
voor zover er plaats was, gingen zitten en het hoofd bedekten. De President nam zijn
plaats in aan de zuidzijde van de Tafel en een versierde presidentiële stoel,
recht tegenover de Koning.
De deuren bleven allemaal gesloten om de toeloop van het volk te vermijden. Kort
daarna is de Koning opgestaan en heeft staande met onbedekt hoofd aan hare Hoog Mogendheden,
die gelijk waren opgestaan en met ontbloot hoofd overeind bleven, mondeling zijn
rede gehouden. Die bestond in de eerste plaats uit een beleefde dankwoord over de
hoffelijkheid en de vriendelijkheid die zijne Majesteit had ontvangen en in de tweede
plaats bood hij hartelijk zijn vriendschap aan, en uitwisseling van brieven en bondgenootschap
en ten derde in een verzoek, dat hare Hoog Mogendheden de belangen van de Vrouwe
Prinses Royale te hebben gevraagd, de resultaten van uw gunst te laten gewaarworden.
Zoals zijne Majesteit naderhand op verzoek van de heer Raadpensionaris de Wit een
schrijven overhandigde hetgeen zijne Majesteit in het derde punt in de Vergadering
van de Staten van Holland onveranderd had voorgesteld. Hierna volgend woord voor
waard weergegeven.
(Bron tekst: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660) |