Verblijf van Charles II in Den Haag, 25 mei tot 2 juni 1660
 
Koning Charles II van Engeland spreekt de Staten-Generaal toe door Pieter Philippe (ca. 1635-1702). (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam)
Koning Karel II van Engeland spreekt de Staten-Generaal toe, 1 juni 1660. Episode tijdens zijn rondreis door en vertrek uit de Nederlanden. De koning rechts met begeleiders zittend onder een baldakijn, met de voeten op de tafel van de op vijf stoelen zittende raadsheren.
 
Volgens resolutie van den 30. passato/ is den Coningh van Groot Brittangien den 1. deser door Gedeputeerde uyt yeder Provintie/ uyt het Huys van de Heere Prince Maurits van Nassauw gehaelt/ tot beneden aen de trappen van de groote Zael van 't Hof van de Camer van hare Ho:Mo: geleyt/ ende aldaer door de Vergaderinge van haer Ho:Mo: en corps ontmoet;

tredende den Heere Prins Willem van Nassaua Stadhouder/ als daer toe versocht wesende / voor uyt/ ende zijne Majesteyt in dier voegen aenwijsende den wegh ende de zijne Majest. belieft uyt de voors. huysinge van de welgemelde Heere Prince Maurits af/ tot in dese Vergaderinge toe continuerelijck te blijven gaen ende staen met onghedeckten hoofde/ sulcks sat eerst ghemelde Heeren Gedeputeerden uyt yeder Provintie/ ende daer naer haer Ho: Mo: oock dienvolgende ongedeckt gebleven zijn; ghekomen zijnde tot aen de zitplaets voor de selvige geappropiert/ is is zijne Majest. voor de stoel over eynde met blooten Hoof de blijven staen/ zijnde de plaetse daer zijn Majesteyt soude zitten/ te midden van de Tafel/ aen de Hooft-syde/ op een Leuning-stoel met Leunighen staende op een verheven voet-banck/ ruym 3. Stoelen breet/ bekleet met een Turcks Tapijt/ streckende tot aen de deure van de groote vertreck-kamer/ onder een Dais van alle Royale Cierselen/ tot alle de Heeren Leden van haer Ho:Mo: Vergaderingen waren binnengekomen/ en op hare respective zit-plaetsen begeven hadden/ het welcke geschied zijnde/ is sijn Majest. neder geseten/ en heeft sich ghedeckt/ gelijck oock vervolgens daer op de Leden van hoog ged. Vergaderinge voor soo veel als'er plaets was/ neder geseten sijn en haer gedeckt hebben: De President van de Staten nam zijn plaetse aen de zuyder sijde van de Tafel/ in een opgepronckte presidiale stoel/ recht tegens over den Coningh:

Blijvende de Deuren al-omme geslooten/ om den toe-loop des volcks te vermijden. Kort daer aen is den Koningh over eynde geresen/ en heeft/ staende met ongedeckten hoofde/ aen hare Ho:Mo: die te gelijck opgestaen/ en met blooten hoofde over eynde gebleven sijn/ selfs mondeligh gedaen sijne propositie/ bestaende/ Eerstelijck. in eene obligante danksegginge over de civiliteyten ende beleefdtheden die Sijne Majesteyt verklaerden ontfangen te hebben, ten anderen, in eene hartelijcke aenbiedinge van zijne vriendtschap, corrspondentie en alliantie, en ten derden, in een versoeck, dat haer Ho:Mo: d'interessen van de Vrouwe Princesse Royale versocht zijnde, te willen doen ghevoelen d'effecten van hare Ho.Mo faveur:

Gelijck zijne Majest. naderhand door den Heere Raed Pensionaris de Wit daer toe versocht zijnde/ aen sijn Ed. heeft laten behandigen in geschrifte 't gheen de selve sijne Majesteyt op 't voorss. derde poinct in de Vergadeinge van de Staten van Hollant/ &c. mutandis had geproponeert/ hier naestvolghende en van woorde te woorde geinferreert.


 (Bron: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660)
  Volgens het besluit van 30 mei is de Koning van Groot Britannië op 1 juni door Gedeputeerden uit elke Provincie uit het Huis van de Heer Prins Maurits van Nassau (het Mauritshuis) gehaald en tot beneden aan de trappen van de grote Zaal van ' Hof (Binnenhof) van de Kamer van hare Hoog Mogendheden, gebracht. Daar ontmoette hij de Vergadering van haar Hoog Mogendheden en het corps.
Daartoe verzocht, trad de Heer Stadhouder Prins Willem van Nassau naar voren en wees in die functie, zijne Majesteit de weg uit het huis (het Mauritshuis) van de Heer Prins Maurits naar de Vergadering steeds te gaan en te staan met het hoofd onbedekt. Zo zaten als eerste de genoemde Heren Gedeputeerden uit iedere Provincie en daarna de Hoog Mogendheden, ook om die reden met ontbloot hoofd. Tot hij bij de zitplaats was gekomen die voor hem was afgeroepen en bleef zijne Majesteit voor de met ontbloot hoofd overeind staan. Het was de plaats waar zine Majesteit zou zitten in het midden van de Tafel aan de Hoofdzijde op een Leunstoel met Leuningen, die op een voetbank stond van ruim 3 stoelen breed. Die voetbank was bekleed met een Turks tapijt tot een de deur van de grote kamer onder een baldakijn van alle Koninklijke Versierselen. Nadat alle Heren leden van haar Hoog Mogende Vergaderingen waren binnengekomen en bij hun respectieve zitplaatsen waren aangekomen, ging zijne Majesteit zitten en heeft zijn hoed opgezet. Evenals vervolgens de Leden van de hoog gedepeuteerde Vergadering, voor zover er plaats was, gingen zitten en het hoofd bedekten. De President nam zijn plaats in aan de zuidzijde van de Tafel en een versierde presidentiële stoel, recht tegenover de Koning.

De deuren bleven allemaal gesloten om de toeloop van het volk te vermijden. Kort daarna is de Koning opgestaan en heeft staande met onbedekt hoofd aan hare Hoog Mogendheden, die gelijk waren opgestaan en met ontbloot hoofd overeind bleven, mondeling zijn rede gehouden. Die bestond in de eerste plaats uit een beleefde dankwoord over de hoffelijkheid en de vriendelijkheid die zijne Majesteit had ontvangen en in de tweede plaats bood hij hartelijk zijn vriendschap aan, en uitwisseling van brieven en bondgenootschap en ten derde in een verzoek, dat hare Hoog Mogendheden de belangen van de Vrouwe Prinses Royale te hebben gevraagd, de resultaten van uw gunst te laten gewaarworden.

Zoals zijne Majesteit naderhand op verzoek van de heer Raadpensionaris de Wit een schrijven overhandigde hetgeen zijne Majesteit in het derde punt in de Vergadering van de Staten van Holland onveranderd had voorgesteld. Hierna volgend woord voor waard weergegeven.




(Bron tekst: HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660)
Bronnen:
Charles II van Engeland op Wikipedia
Koning Charles II van Engeland spreekt de Staten-Generaal toe
HOLLANDTSE MERCURIUS, 1660