Links Charles II op ets van Peter van Lisebetten (Lysebetten, Liesebetten), after Peter van Lint (Coll. National Portrait Gallery, London) en rechts La Grande Mademoiselle, Anne Marie Louise d'Orléans, Duchess of Montpensier, (1627-1693) (Bron: Minouche89130.over-blog.com)
De Nederlandse bevolking juichtte de daad toe en de Royalisten vonden het een gerechtvaardigde executie van een bloedige schurk.
Maar Charles II zelf was zeer verontrust en verbijsterd over de problemen, die door de gebeurtenis op hem afkwamen. De Staten moesten wel hun afkeer uiten, maar hielden zoveel mogelijk rekening met de gevoelens van Charles II. Om Engeland gerust te stellen moest de Prins van Oranje een proclamatie uitvaardigen tegen de moordenaars. Maar het ging allemaal formalistisch en langzaam, terwijl iedereen wist, dat de meeste daders Schotten waren. Whitford was ondergedoken bij de Portugese ambassadeur en die hielp hem en zijn kameraden te ontsnappen naar Brussel.

De Staten lieten Charles II weten , dat zijn vertrek gewenst was, ook omdat het in Den Haag wemelde van vreemdelingen en zijn veiligheid moeilijk kon worden gegarandeerd.
Ook de Prins van Oranje vond, dat zijn zwager beter kon vertrekken.
Uiteindelijk besloot Charles een bezoek te brengen aan zijn moeder en zich via Frankrijk bij Ormonde in Ierland te voegen. De Prinses en Prins van Oranje leenden twee oorlogsschepen, waarmee een deel van zijn bedienden en bagage naar Ierland werd gebracht. Maar nadat de Koning zijn plannen had gewijzigd gingen de meeste mensen en bagage op de terugweg verloren. Om hem kwijt te raken leenden de Staten in het geheim 20.000 pond aan Charles. (Bron tekst: Online Book, The King in Exile)

10 juni 1649 vertrok Charles, begeleid door de Prins en Prinses van Oranje, de Koningin van Bohemen, een of twee dochters en anderen. In Delft en Rotterdam werd het koninklijk gezelschap de de bestuurders ontvangen en Charles verbleef enkele dagen in Breda. Hij vertrok vanuit Breda in gezelschap van de Prins van oranje met 40 manschappen te paard naar Antwerpen, waar de Prins hem moest verlaten, omdat ze op Spaans grondgebied waren.
In Antwerpen kwam een prachtige koets, getrokken door zes paarden, hem tegemoet. De koets was gestuurd door de Aartshertog Leopold en bracht hem naar de stad. Na een verblijf van twee dagen ging hij naar Brussel waar hij werd ontvangen door de Graaf van Pinoranda en andere officieren van de Aartshertog. Door het beleg van Cambrai moest Charles langer in Brussel blijven, dan hij van plan was. Van Brussel ging hij naar Valenciennes. In Péronne werd hij opgewacht door de Hertog van Vêndome, die hem logies aanbood in St. Germains en Charles meenam naar het Franse Hof, dat in Compiènge was. Daar ontmoette Charles niet alleen de Koningin met haar twee zonen en zijn oom Gaston, maar ook zijn nicht 'Mademoiselle'. Deze dame zag zijn komst met gemengde gevoelens tegemoet. Dit keer werd het huwelijksaanzoek van Charles II opnieuw aangeboden.Charles was op doortocht naar Ierland, maar zou enkele dagen in Parijs kunnen blijven en met Mademaoiselle trouwen. Daarna zou hij vertrekken en zij zou haar leven aan het hof kunnen voortzetten.
Maar Mademoiselle had een ander beeld van het huwelijk en dan was er ook nog het verschil in geloof.
Charles werd door de Koningin aan haar voorgesteld met: 'Voilà votre galant qui vient'. Mademoiselle was zorgvuldig gekleed en had heur haar speciaal laten krullen.
De kleine Koning Louis stelde vragen over de jacht in Holland en de honden en paarden van de Prins van Oranje. Charles antwoordde op zijn vragen in het Frans. Toen de Koningin hem vragen stelde, verontschuldigde Charles zich dat hij geen Frans verstond. Dat was een schok voor Mademoiselle. Charles had grote trek. Bij het diner stortte hij zich op een groot stuk biefstuk en een schouder van een lam. Ook na het diner wilde het niet vlotten tussen de Charles en Mademoiselle.
Charles had helemaal geen zin om met zijn rijke nicht te trouwen. Hij was voor een periode van 15 dagen naar Frankrijk gekomen maar bleef drie maanden en in die tijd zag hij Mademoiselle, maar één keer.
Begin september 1649 schreef Charles een brief aan zijn zwager met het verzoek hem op te halen in St. Malo met de beloofde oorlogsschepen om naar Ierland te zeilen. (Bron tekst: Online Book, The King in Exile)
 
Bronnen:
Charles II (1630-1685) op Wikipedia
King Charles II by Peter van LisebettenI
La Grande Mademoiselle. Anne Marie Louise d'Orléans, Duchess of Montpensier, (1627-1693)
Online Book, The King in Exile