Herdenking onafhankelijkheid in Scheveningen op 9 en 10 december 1913
Een groep deelnemers in kostuums uit 1813.
 

Bij de herdenking van het honderdjarig bestaan van Neerlands onafhankelijkheid heeft Scheveningen ontegenzeglijk een der voornaamste plaatsen ingenomen in de rij der feestvierende steden en dorpen. Zijn feestprogramma was heel wat uitgebreider dan bij vorige gelegenheden en dat was voor een goed deel daaraan te danken, dat men over veel meer historische gegevens te beschikken had, dan voorheen; gegevens uit de in 1909 bij de firma D. Koek verschenen "Geschiedenis van Scheveningen" in het voorbericht reeds genoemd. Dit boek leverde ook aan den heer J. Eigenhuis, den bekenden literator, de elementen voor een "Historiespel" in drie bedrijven, genaamd "Vrijheid".

Veel luister is aan de feestviering bijgezet door de belangstelling van het Vorstelijk Huis in dezen. H.M. de Koningin, H.M. de Koningin Moeder, Z.K.H. Prins Hendrik en Prinses Juliana hebben Scheveningen de eer aangedaan nagenoeg elk nummer van het programma op elk der beide feestdagen te komen zien. Het programma had ditmaal zulk een omvang gekregen, dat wilde de uitvoering er van tot haar recht komen, men onmogelijk met een enkelen dag kon volstaan.

Het Uitvoerend Comite, dat gesteund door een zevental commission, de feestviering al langer dan een jaar had voorbereid 1) en op 9 en 10 December mocht uitvoeren, heeft met groote voldoening op zijn werk kunnen terugzien. Het succes was volkomen, maar dat dankte het aan de medewerking van geheel Scheveningen en ook aan het Gemeentebestuur van Den Haag. Had men elders voor het vervullen van verschillende emplooien bij de historische voorstellingen, betaalde krachten noodig, te Scheveningen was het de Scheveningsche bevolking, die het niet alleen kosteloos, maar ook met die toewijding deed weike er noodig is om iets grootsch tot stand te brengen.

1) Na de feestviering bij de geboorte van Prinses Juliana in 1909 was zelfs reeds een "Vereeniging tot feestelijke herdenking van Neerlands onafhankelijkheid in 1813" gesticht.

Ook de visschers kwamen ditmaal goed voor den dag, zij waren niet
alleen toeschouwers, zij werkten mede.

Om te maken, dat zij allen zouden kunnen deelnemen aan de feestviering, zonder schade van hun bedrijf, had het Uitvoerend Comite in plaats van 30 November, den traditioneelen feestdag, 8 en 9 December tot feestdagen bestemd. Volgen wij thans in hoofdzaak den "0fficieelen feestgids" in die dagen door J. C. Vermaas en P. Hoogenraad uitgegeven in opdracht van het Uitvoerend Comite.

Na een godsdienstoefening in de verschillende kerken van 9 tot 10 uur nam te 11 uur de Historische voorstelling een aanvang. Tegen dat uur kwam de Vorstelijke familie, die bij "Promenade" haar auto's verwisseld had voor met vier paarden bespannen rijtuigen, onder groot gejuich het dorp binnen en stapte op de Hooge Prins Willemstraat uit, om vandaar het volgende gade te slaan.

  1. Aankomst van Jacob Pronk uit den Haag. Pronk komt de tijding van het Oranje bov.en brengen. In open rijtuig, de cocarde op den hoed, omstuwd door een menigte volks stapt hij bij de Helmstraat uit en spreekt de daar verzamelde menigte toe. De klokken beginnen te luiden en als bij tooverslag wappert opeens uit alle huizen de driekleur of de oranjevlag. Pronk vervolgt zijn weg te voet, en ziet bij het Haagsche Veer de Fransche wacht, die in alleriji in het geweer is gekomen en maakt den commandant de verandering van zaken bekend.
  2. Het brengen van de vlag naar den toren. Veertig notabelen, waarvan een dragende een groote Oranjevlag, komen van de Nieuwe Kerk in de Duinstraat en brengen haar in optocht door Prins Willemstraat en Keizerstraat naar den toren, waar zij weldra zich ontplooit. (De veertig notabelen voorgesteld door veertig schippers van de Scheveningsche vioot).
  3. Het planten van den Oranjeboom. Aan den stoet der notabelen sluit zich een andere, bestaande uit maagden en jongelingen, die een versierden en vruchtrijken Oranjeboom dragen onder het zingen van toepasselijke liederen, begeleid door het fanfare-corps "Excelsior." Midden op het plein voor de Oude Kerk wordt halt gehouden en daar de boom geplant. Daarop word door de Vorstelijke familie naar het strand gereden om op den boulevard tusschen Zeerust en den Vuurtoren de landing van den Prins bij te wonen. De Minister van Marine had op een daartoe door het Uitvoerend Comite gedaan verzoek, de welwillendheid gehad Hr. Ms. poli- tieschoener "Zeehond" als marineschip beschikbaar te stellen om "the Warrior" van 1813 voor te stellen. Vooraf ging
  4. De landing van De Perponcher en Hoppner, die met een kleine boot "the Warrior" hebben verlaten en komen onderzoeken of het landen van den Prins gevaar opievert. Pronk vemeemt van De Perponcher dat de Prins zich op het oorlogsschip bevindt en Pronk's zoon rent nu in vollen draf naar Den Haag om dat nieuws mede te deelen.
  5. De landing van den Prins. Een kwartier later wordt een barkas gestreken, waarin de Prins met zijn gevolg plaats neemt. Inmiddels is Jacob van Duijne met een boerenwagen komen aanrijden om het gezelschap van uit de boot naar de pastorie te brengen. Het kanon dondert, terwiji de landing plaats heeft. In de pastorie wordt de Prins ontvangen door de dochters van den predikant Faassen de Heer, Berkenbosch Blok en Van Kouwenhoven Pals en een aantal mannen en vrouwen uit den burgerstand. Na deze verwelkoming vertrekt de Prins met zijn gevolg in drie rijtuigen naar de stad.


Als een bijzonderheid kan worden medegedeeld, dat alle personages, die aan dat laatste nummer medewerkten, leden waren van de bekende letterkundige Vereeniging "Vriendschap en Oefening" te Scheveningen.
Met dit laatste nummer was de Historische voorstelling afgeloopen en verliet de Vorstelijke familie den boulevard onder een aanhoudend gejuich van de talrijke menigte.

Er was nu gelegenheid de versieringen te gaan zien, die in de Keizerstraat, Wassenaarsche straat en Badhuisstraat vanwege het Uitvoerend Comite waren aangebracht. Zoo ook de groen- en vlaggentooi in de zijstraten die waren tot stand gebracht buiten het Comite om. In de Weststraat waren een paar curiositeiten te zien; Daar had een combinatie van Weststraters een eerepoort van turf gebouwd, in den vorm van een slotpoort en .... een zeeman had daar, om aan zijn Oranjegezindheid lucht te geven, den geheelen gevel van zijn huisje met een oranje-sausje gekleurd.

De Keizerstraat en Prins Willemstraat waren in haar versiering eenig. Van de intrede van het dorp tot de Kerkwerf was een tunnel gemaakt hoofdzakelijk van vischnetten; twee eerepoorten op artistieke wijze ontworpen en uitgevoerd door de architecten, C. J. M. van Duijne en W. Ch. Kuiper Jr. openden en sloten den feestweg met zijn mooi perspectief; de electrische verlichting daarvan op beide feestdagen maakte het geheel tot iets indrukwekkends.

De eerste feestdag werd besloten met de uitvoering van koraalmuziek in de openlucht bij den ingang van het dorp.

Toen kwam de tweede dag met zijn Historische-allegorischen optocht, H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden hadden zich tuen aan den Ouden Scheveningschen weg nabij het Frankenslag een standplaats gekozen.

De stoet volgde dezen weg:
Badhuisweg (links) - Leuvensche straat - Belgische Plein - Antwerpsche straat - Badhuisweg (links) - Stevinstraat - Neptunusstraat (ged.) - Hangbrug - Badhuiskade - Wassenaarsche straat - Keizerstraat - Prins Willemstraat - Badhuisstraat - Marcelisplein - Haringkade - Cornelis Jolstraat - Ie Rusthoekstraat - Kanaalweg (ged.) - Scheveningsche weg (ged.) - Frankenslag (ged.) - Frederik Hendriklaan - Statenlaan (beide zijden en eerst links) - Frankenslag - Scheveningsche weg (ged.) - Helmstraat - Doornstraat - Duinstraat, alwaar de stoet werd ontbonden.

In den optocht zag men het volgende:

  1. De leden van het feestcomite.
  2. De Eerewacht.
  3. Jacob Pronk en zijn zoon Daniel.
  4. De Prins met gevolg in drie rijtuigen.
  5. Groep Scheveningsche mannen en vrouwen in het kostuum 1813.
  6. Afdeeling Fransche soldaten.
  7. Douanen met Fransche soldaten, die de waardeloos geworden assignaten wegwerpen.
  8. De Engelsche matrozen, die den Prins van "the Warrior" naar het strand hebben geroeid.
  9. De boerenwagen, waarmede de Prins van het strand naar de pastorie is gereden.
  10. De Nederlandsche Maagd.
  11. De Naald.
  12. De Elf Provincien.
  13. D'Oranjeboom, een hulde aan het Vorstelijk Stamhuis.
  14. De Koningin des Vredes.
  15. De Zeegod Neptunus.
  16. De haringvisscherij, met een logger aan de vleet.
  17. De lijnhaler en de peeken.
  18. De semaphore met de verschillende seinen in gebruik bij de Visschershaven.
  19. Scheveningsche visschers in kostuum van 1813 en 1913, zeelieden in storm- en in werkpak.
  20. Boetsters van verschillenden leeftijd.
  21. De haringhandel, met een schild voorop met de woorden van het Driemanschap: "De zee is open, de koophandel herleeft."
  22. De trawlvisscherij, een logger, onder vol tuig het trawlnet sleepende.
  23. De klinkers.
  24. Opdragers en opdraagsters.
  25. Urksche meisjes, die zich te Scheveningen gevestigd hebben.
  26. De handel in versche visch.
  27. Hondenkarren en vischwagentjes.
  28. De godin Thetis, de visscherij zegenende.
  29. De reddingboot.
  30. De scheepsbouw.
  31. De smederij.
  32. De kuiperij.
  33. Een monumentale bank vervaardigd door metselaarpatroons.
  34. De wagenmakerij.
  35. IJsballet.
  36. Het winkelbedrijf.
  37. Het winkelbedrijf in 1813 en thans.
  38. Het bakkersbedrijf in 1813 en thans,
  39. De zeilwagen van Simon Stevin.


Verder waren in den stoet een zevental Scheveningsche vereenigingen vertegenwoordigd; een vijftal muziekcorpsen lieten zich bij afwisseling hooren.

Tot de verdere feestelijkheden, die in gebouwen werden gegeven behoorden de concerten in de Kurzaal en in de Nieuwe kerk aan de Duinstraat en herhaalde opvoeringen van het reeds genoemde historiespel "Vrijheid" van J. Eigenhuis, waarvan wij hier den korten inhoud weergeven.

Het eerste bedrijf schetst het ontwaken van het volksbewustzijn na de nieuwe lichtingen van 1813 en na de vernietiging van Napoleon's macht door de Geallieerden.
Karel Pansier, Leidsch student en zoon van den directeur der Seininrichting te Scheveningen, komt met zijns vaders trouw aan Napoleon in botsing.
Als zoovelen uit zijn tijd wordt hij tot garde d'honneur benoemd, maar ontvlucht; daarin geholpen door den bekenden Jacob Pronk, den vurigen Oranjeman, op wiens dochter hij verliefd is. In Spanje strijdt hij tegen de Franschen en keert na den slag van Leipzig naar zijn vaderland terug op het oogenblik, dat Amsterdam en Den Haag het Fransche juk beginnen af te schudden.
Hij neemt deel aan den tocht naar Woerden en wordt gewond.
De algemeen geachte tachtigjarige Scheveninger Berkenbosch Blok ziet in het feit, dat de zoon van een Patriot het eerst zijn bloed gaf voor de Vrijheid en straks met de dochter van een vurig Oranjeman zai huwen, een teeken dat ons volk, eens van zin, de aanbrekende vrijheid waard zal zijn.
Juist op dat oogenblik trekt de Prins door de Keizerstraat, als de vertegenwoordiger van onze Volkseenheid en de drager van onze herboren Vrijheid.

De opvoering geschiedde op verdienstelijke wijze door de Koninklijke letterlievende vereeniging "Nieuwland" van Den Haag.

Het Uitvoerend Comite bestond in December 1913 uit de eerevoorzitters E. C. baron Sweerts de Landas Wyborgh, Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland en Jhr. Mr. Dr. H, A. van Kamebeek, burgemeester van 's-Gravenhage en voorts uit A. Hoogenraad, voorzitter, J. D, Ruijs T.Az. onder-voorzitter, J. C. Vermaas, secretaris, Mr. E. Polis, penningmeester, Jac. den Dulk Wz., Mr. M. de Mos, Dr. G. de Niet, C. G. Pauptit, S. M. Vas Dias en J. J. Waterreus.

Verder waren er zeven Commission.

  1. de Financieele commissie: Mr. M. de Mos, voorzitter, G. van der Stuijt, secretaris, F. L. G. d'Aumerie, J. C. Jager en P. Varkevisser.
  2. de Historische commissie: J. C. Vermaas, voorzitter, P. Hoogenraad, onder-voorzitter, D. de Mos, secretaris-penningmeester W. Bakker, J. Eigenhuis, J. Mackenbach, G. M. de Niet, Ds. L. M. van Noppen, Ds. W. H. Oosten, H. J. v. d. Ven, R. P., A. Vroli.ik Jacz., Ds. J. Wartena, Ds. H. J. de Zwart.
  3. de Commissie voor den Historischen en Allegorischen optocht: C. G. Pauptit, voorzitter, C. Vrolijk Jr. secretaris, A. van der Toorn Jr. penningmeester, C. van de Abeelen, W. den Dulk Jacz., Joh. den Dulk Jacz., J. Heijnen, J. Mackenbach, J. J. de Niet, J. J. A. Oosterwijk, A. C. van der Plas, Alb. Pronk, C. Pronk Jr., M. van der Toorn Jr., en M. Varkevisser.
  4. Commissie voor Tooneel- en Muziekuitvoeringen: Mr. M. de Mos, voorzitter, P. van Loo, secretaris, W. Hoogstraten, penningmeester, Dr. W. A. Asman, Dr. J. E. Brouwer, J. Eigenhuis, B. Goldbeck, H. Koeckes, J. Mackenbach en A. van Wijnen.
  5. Commissie voor Straatversiering en Straatverlichting: G. van Leeuwen, voorzitter, J. de Niet Az., secretaris, M. van Praagh Az., penningmeester, Dr. W. A. Asman, C. A. van den Abeelen, C. J. M. van DuiJTie, I. van Furth, W. J. Gunters, G. Geskus, C. A. Gunters, W. C. Kuijper Jr., J. de Niet Jr., A. de Niet Jr., K. M. Thomas en L. C. Swaneveld Jr.
  6. Commissie voor 't Schoolfeest: C. F. Verschoor, voorzitter, P. J. Baak, secretaris, F. M. de Charro van Kempen, P. J. M. Johannissen, N. A. de Niet, Dr. A. J. de Niet, J. L. van Schie, C. L. Wesseling Mz.
  7. Perscommissie: C. T. Verschoor, secretaris, S. M. Vas Dias.


Ten slotte nog deze aanhaling uit den reeds genoemden "0fficieele Feestgids."
"Elke vijf en twintig jaar is de gezegende Omwenteling op feestelijke wijze herdacht en als wij haar nu voor de vierde maal gaan herdenken, dan kunnen we nu terugzien op een heeleeeuwen getuigen, dat onder deze honderdjarige regeering van het Huis van Oranje, welke nu achter ons ligt, veel is gebeurd wat vooral Scheveningen ten zegen is geweest; Scheveningen op stoffelijk gebied verbazend heeft vooruitgebracht. Heeft Scheveningen thans niet een vloot van ongeveer drie honderd schepen, meest kloeke vaartuigen, die misschien dit jaar wel voor een waarde van vier a vijf millioen aan zeebanket zullen hebben aangebracht? Scheveningen heeft dat te danken aan de Wet van 13 Juni 1857, die onder de regeering van koning Willem III tot stand kwam en in artikel 1 bepaalde:

"Er wordt aan elkeen volkomen vrijheid gelaten, de verschillende takken van Zeevisscherij naar eigen goedvinden uit te oefenen."
Die vrijheid van visscherij heeft Scheveningen groot gemaakt!
En daarom, als wij dus thans feestvieren is het ook om een eeuw af te sluiten, waarin Scheveningen geworden is de eerste en voornaamste visscherijplaats van geheel Nederland."

 
Bronnen:
Haags Gemeentearchief
Geschiedenis van Scheveningen. Herdenking 1913