Terug naar Startpagina
 
De Franse Invasie
Vlucht 18 januari 1795
Vlucht Prinses
Vlucht Prins Willem V
Pink 'Johanna Hoogenraad'
1795-1813
Oranje in ballingschap
Terugkeer Oranje in 1813
30 november 1813
Herdenking in 1838
Herdenking in 1863
De Naald, 1865
Monument in 1869
Herdenking in 1888
Herdenking in 1913
Herdenking in 1938
Herdenking in 1963
Herdenking in 1988
Herdenking in 2013
Vertrek en aankomst Oranjes en Stuarts op Scheveningen
Vertrek Willem II, 1641
Vertrek Henrietta Maria, 1643
Vertrek Charles II, 1660
Aankomst Willem III, 1691
1642-1660
De Stuarts in Ballingschap
400 jaar Strandschilders
op Scheveningen
1600-1700
1700-1800
1800-1900 A t/m L
1800-1900 M t/m Z
1900-2000 A t/m L
1900-2000 M t/m Z
2000-heden
Muurschilderingen
Scheveningen op keramiek 1
Scheveningen op keramiek 2
Herdenkingspenningen
Panorama's Scheveningen
Algemeen
Scheveningen toen en nu
Huifkarren op Scheveningen
Zeeslagen bij Scheveningen
Het kanon van Scheveningen
Waarzegster op Scheveningen
Boeken over Scheveningen
Links
Over de Website
Contact
 
   

Herdenking van 200 jaar onafhankelijkheid in 2013
 
De onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden is op nationaal niveau eerder elke 50 jaar herdacht in 1863, 1913 en 1963. In Scheveningen en Den Haag werd de onafhankelijkheid sinds 1813 elke 25 jaar gevierd met het naspelen van de landing van de Prins van Oranje op 30 november 1813.
 
Prinses Beatrix bij de installatie Comité Herdenking 1813-1963 in de Trêveszaal, links minister-president prof. dr. J. de Quay, rechts prof. Bouman. (Coll. Beeldbank Haags Gemeentearchief)
 
Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk
De ministerraad heeft op voorstel van premier Mark Rutte en minister Piet Hein Donner (Koninkrijksrelaties) ingestemd met het instellingsbesluit Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk. De ministerraad heeft er tevens mee ingestemd Ank Bijleveld-Schouten voor te dragen als voorzitter van het comité.
Bijleveld-Schouten is Commissaris van de Koningin in Overijssel. De voorzitter en leden van het Nationaal Comité worden benoemd voor de periode van 5 juli 2011 tot en met 31 december 2015.

Leden
Het comité bestaat naast de voorzitter uit acht leden. Het betreft Jozias van Aartsen, burgemeester van Den Haag, Bercan Günel, managing partner bij Woman Capital, Izaline Calister, zangeres en componist, Herman Tjeenk Willink, voorheen vice-president van de Raad van State, Henk te Velde, hoogleraar vaderlandse geschiedenis Universiteit Leiden, Albert Verlinde, presentator en producent, Erben Wennemars, voormalig schaatser en Rein Willems, oud-topman Shell Nederland.

Ank Bijleveld Jozias van Aartsen Bercan Günel Izaline Calister Herman Tjeenk Willink
Henk ter Velde Albert Verlinde Erben Wennemars Rein Willems Website

Festiviteiten
De voorzitter en leden van het Nationaal Comité worden benoemd voor de periode van 5 juli 2011 tot en met 31 december 2015. Het comité heeft tot taak tussen 2013 en 2015 de viering van 200 jaar onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden te organiseren en te coördineren. Het comité zal een deel van de festiviteiten zelf voorbereiden. Daarnaast zullen initiatieven op nationaal, regionaal en lokaal niveau worden gestimuleerd.
 
Bevordering
Het comité zal in het bijzonder aandacht besteden aan; het bevorderen van hernieuwde aandacht voor en bewustwording van de verworvenheden van 200 jaar onafhankelijkheid en van ons democratisch bestel (functioneren, geschiedenis en toekomst), het bevorderen van kennis van de rechtsstaat en de Grondwet en het bevorderen van de verbondenheid en saamhorigheid in Nederland.
Voor meer informatie ga naar de
website van 200 jaar Koninkrijk
 
Comité 200 jaar Koninkrijk van Den Haag
Om de betrokkenheid van alle Hagenaars te waarborgen is een Haags Comité 200 jaar Koninkrijk opgericht. Het Comité zich richt op het creëren van draagvlak in de stad, het enthousiasmeren van de Hagenaren en het coördineren van de Haagse activiteiten. Bekijk hieronder de leden van het Haagse Comité.
Voor meer informatie ga naar de
website van 200 jaar Koninkrijk in Den Haag
Sylvia Tóth Henk Grootveld Bert van Alphen Aashna Bhikhari Marcella Mesker
Ouafa Oualhadj Erik Pals Paul Poort Antoinette Visser Jouke de Vries
 
Het Comité Landing Prins Willem 2013 van de Stichting Scheveningen Viering Gedenkdagen (SSVG)
 
  Het bestuur van de Stichting Scheveningen Viering Gedenkdagen - dat zich ter wille van een eenvoudige benaming heeft omgedoopt tot 'Comité Landing Prins Willem 2013' - hoopt te kunnen rekenen op een even groot enthousiasme tot meedoen als in de afgelopen zeven keren het geval was. Het rekent niet alleen op degenen die al in 1988 en 1963 (en zelfs in 1938 nog als jongere) hun steentje bijdroegen, maar ook op de jonge generatie met inbegrip van de schoolgaande jeugd. Vanzelfsprekend zal daarbij evenals voorheen een belangrijke rol zijn weggelegd voor de vrijwilligersorganisaties die zich op Scheveningen inzetten voor het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed van Scheveningen, zoals de vrienden, vrijwilligers en suppoosten van Muzee Scheveningen, het Schevenings Vissersvrouwenkoor, het Schevenings Toneel en de vrijwilligers van de Stichting Vlaggetjesdag Scheveningen. Maar ook andere vrijwilligersorganisaties zullen worden uitgenodigd om hun steentje in daad of dracht bij te dragen, zoals de zangkoren en de sport- en muziekverenigingen.

Henk Grootveld
Voorzitter
Mike van Duijne
Secretaris
Michel de Graaf
Penningmeester
Diny Flinterman-
van Hoeken
Marie-Anne
van der Toorn
Miranda Vink Nico Dijkhuizen Henk Groen
Voor meer informatie ga naar de website van de Landing van de Prins

 
Een nieuwe geschiedenis van Scheveningen
Het jaar 2013 wordt een bijzonder jaar in de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden als geheel en in die van Scheveningen in het bijzonder. We vieren dan het tweede eeuwfeest van de stichting van ons koninkrijk. De stichtingsfase begon op 30 november 1813 op het strand van Scheveningen, toen de erfprins Willem Frederik van Oranje-Nassau hier aan land ging. De Franse Tijd was ten einde, Nederland was weer zelfstandig.
 
De gebeurtenissen in het jaar 1813 worden elke vijfentwintig jaar uitgebreid herdacht door de Stichting Scheveningen Viering Gedenkdagen in samenwerking met het Schevenings Leesgezelschap Vriendschap en Oefening uit 1817.
Ook in 2013 staan grootse feestelijkheden op het programma. Onderdeel daarvan is de presentatie van de Geschiedenis van Scheveningen, een nieuw geschiedwerk in twee delen, dat kan worden gezien als de opvolger van het in 1926 verschenen standaardwerk van J.C. Vermaas.

De uitgave wordt voorbereid door de op 30 november 2009 in het leven geroepen Stichting Geschiedschrijving Scheveningen. Voorzitter van het stichtingsbestuur is mr. Henk Grootveld.
Het secretariaat van de stichting is gevestigd in Muzee Scheveningen.
De stichting heeft als voorloper de Stichting Geschiedschrijving 's-Gravenhage, die verantwoordelijk was voor de uitgave van het driedelige Den Haag ñ Geschiedenis van de stad (2005-2006).
De Geschiedenis van Scheveningen  staat onder (eind)redactie van Maarten van Doorn, Kees Stal (beiden ex-Haags Gemeentearchief), Henk Grootveld en Paul de Kievit. 
Van Doorn en Stal zullen ook delen van tekst zelf schrijven. 
De redactie wordt terzijde gestaan door een groep gespecialiseerde auteurs. Ook hier weer veel bekende namen, zoals die van de archeologen Ab Waasdorp en Victor Kersing en de historici Marijke Bruggeman, Jan Hein Furnée, Henk den Heijer, Peter Holtrop, Michiel van der Mast, Thimo de Nijs, Henk Slechte en Wim Willems. Gezamenlijk zullen zij de geschiedenis van Scheveningen opnieuw schrijven. Bijschrift bij de foto:
Auteurs en redactie van Geschiedenis van Scheveningen bijeen in Muzee Scheveningen tijdens de oprichting van de Stichting Geschiedschrijving Scheveningen op 30 november 2009. Foto: Piet de Graaf. 
 
Kort overzicht van de inhoud
Deel I: Scheveningen, een afgelegen zeedorp bij Den Haag
Deel I beslaat de geschiedenis van Scheveningen tot het midden van de 19de eeuw. De rode draad is hier de spanning tussen de geïsoleerde gemeenschap en de relatie met de buitenwereld, nodig voor het voortbestaan. Het dorp begint als gehucht in Haagambacht, sticht een eigen parochie, ontwikkelt een eigen cultuur, die onder meer tot uiting komt in taal en kleding.  Interessant is de vraag of Scheveningen misschien de reden voor vestiging van de graaf op het Binnenhof is geweest of dat het toch omgekeerd was. Na 1813 worden de banden met Den Haag nauwer; het Badhuis verrijst, waarmee het dorp een tweede, zo totaal andere kern krijgt. Het is een initiatief van de Scheveningers zelf, maar wordt snel door Den Haag overgenomen. Aan dit alles gaan hoofdstukken vooraf waarin de sporen van de oudste bewoning, de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen worden beschreven. Essentieel is natuurlijk de zee. De visserij als basis van het Scheveningse bestaan. Maar ook de zee als vijand en de zee als attractie voor buitenstaanders.

Deel II: Scheveningen, stadsdeel aan zee
In deel II  beschrijven de auteurs de ontwikkeling van vissersdorp tot ëstadsdeel aan zeeí. Ook hier weer de rode draad: de spanning tussen dorp en stad. Het dorpskarakter verandert. Er komen nieuwe kernen en nieuwe wijken. De badplaats wordt populair als woongebied en in de zomer als trefpunt voor de culturele bovenlaag. Stad en badplaats overvleugelen het oude dorp, maar dat behoudt gedeeltelijk zijn eigen karakter. Een harde kern van echte Scheveningers zorgt daarvoor. Zij houden de belangstelling voor de eigen geschiedenis levend en stichten een museum. In Duindorp ontstaat een betrekkelijk gesloten Scheveningse gemeenschap. Ook in dit deel eist de zee een alles overheersende rol op. De visserij bloeit in de 19de eeuw. De stormramp van 1894 leidt na veel strijd met Den Haag tot het graven van de havens. In de 20ste eeuw neemt het belang van de visserij af en wordt de haven steeds meer voor recreatieve doeleinden gebruikt. De badplaats maakt als Parel aan de Noordzee een periode van ongekende bloei door, maar kampt in de jaren zestig en zeventig met een identiteitscrisis.. Het oude ëzeefrontí sneuvelt grotendeels. Het karakter van het toerisme verandert. Scheveningen wordt een badplaats voor de massa.

Beide delen zullen elk zoín 350 bladzijden beslaan en rijk worden geïllustreerd. In het voorjaar zal een brochure verschijnen waarin de inhoud van het boek verder wordt toegelicht.
 
Bronnen:
Haags Gemeentearchief
Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden