Pieter Bruegel de Oude (1525-1569) Schaatsers bij St. Jorispoort in Antwerpen, 1553 of 1558
De tekening is gemaakt met pen en bruine inkt en gesigneerd met brueghel 155? Waarschijlijk 1553. De tekening is in particulier bezit in New York.
Een huifkar staat stil op de brug en een reiziger kijkt onder de huif door naar het schaatstafereel. Bij de boom staan mannen te wijzen en te lachen naar een vrouw, die is gevallen en waarvan de blote kont te zien is.
 
Pieter Bruegel. Zo heb ik u uit uw werken geroken. Geschreven door Felix Timmermans
In zijn boek over Pieter Bruegel schrijft Felix Timmermans over het bovenstaande tafereel met ijsvermaak:
.... En twee dagen nadien, na den middag van den eersten Zondag in januari, kwam hij met een kagend hart op 'nen wagen vóór de Sint-Jorispoort te Antwerpen aan. Hij beefde. Daar waren ze op de wallengracht aan 't schaverdijen! Hij lachte. Dat getekend! Rap enige lijnen en wat mannekes op het papier. En toen reed hij 't goede Antwerpen binnen....
...Toen hij de tekening vasthad, die hij daarstraks aan de St.-Jorispoort had gemaakt, kon hij zich niet tegenhouden er met inkt duidelijker de schaverdijnende mannekes bij te zetten, de wagens op de brug, de torens achter de wallen en de toeschouwers, die lachten met een schaatster die haar achterste blootviel. Maar triestig terug-denkend aan de veranderingen die er tijdens zijn afwezigheid waren gekomen, noemde hij de prent " De Slibberachtigheydt van 's menschen leven", en dichte er wijselijk onder:

Zoo rijdt men op het ijs t' Antwerpen voor de stadt
D' een herwaerts d' ander gins, begaept van alle zijen
D' een stronckelt, genen valt, dien houdt hem recht en prat
Ag leert hier aan dit beelt hoe wij ter werelt rijen
En slibbeneren onzen wegh, d' een mal en d' ander wijs
Op dees verganckelijkckheit veel brooser als het ijs.

"Schoon land," zei hij ontroerd en wierd geestdriftig. "mijn eerste tekening in 't land die telt! Wat zal er later veel te maaien vallen! Daar ligt zaad genoeg!" Hij keek rond naar de tekeningen die er lagen, verblijd om het vele werk dat hem te wachten stond. Dat vraagt een kruiske! In de naam des Vaders en des Zoons en de Heiligen Geestes Amen!" En toen zette hij in een hoekske van het ijstafereeltje: Pieter Brueghel 1553.....
Rechts onderaan de tekening staat zo te zien brueghel 155? Als deze tekening het origineel is, blijkt dat Bruegel ook brueghel met een h heeft gebruikt.
 
Winters van Weleer. Het Hollandse winterlandschap in de Gouden Eeuw. Mauritshuis, Den Haag. Waanders Uitgeverij, 2001
Over deze prent schrijft Ariane van Suchelen in het boek 'Winters van Weleer. Het Hollandse winterlandschap in de Gouden Eeuw'.
...IJsgezichten met schaatsers zouden in de Nederlandse kunst vooral geliefd worden door het werk van Pieter Bruegel de Oude, die de winterse ijspret als tekenaar en schilder in beeld heeft gebracht. Zijn prent'Schaatsenrijders bij de Sint Jorispoort in Antwerpen' is bijzonder invloedrijk geweest en kan beschouwd worden als een soort 'oerbeeld' van het Nederlandse ijsvermaak. Buiten de muren van Antwerpen heeft een massa mensen zich op en langs het ijs verzameld. De prent vormt een staalkaart van talrijke kleurrijke motieven die we later vaak terug zullen zien: de ongelukkkige vrouwwier blote billen onder haar rokken zichtbaar zijn, de schaatser die door het ijs is gezakt, valpartijen, het colfspel, de toeschouwers in hun warme mantels en de mannen die aan de kant hun schaatsen onderbinden. Dat de populariteit van de prent lang stand heeft gehouden, blijkt ook uit het feit dat hij in de zeventiende eeuw is herdrukt. Uitgever Johannes Calle (1600-1676) liet deze herdruk van een moraliserende titel en tekst voorzien. Onder de titel: 'Slibberachtigheydt van 's menschen leven' drukte hij het gedicht af, dat ook door Felix Timmermans is gebruikt.

Of Brueghel zelf in zijn voorstelling een dergelijke boodschap over de onzekerheden van het menselijk bestaan heeft willen uitdrukken, laat zich niet vaststellen. Wel is duidelijk dat dergelijke moraliserende bespiegelingen naar aanleiding van de roekeloosheid van schaatsers en de onbetrouwbaarheid van het ijs - zoals bij de herdruk van Bruegels prent - vrij algemeen gangbaar werden in de zeventiende-eeuwse Nederlandse literatuur.
 
Pieter Bruegel de Oude (Breda of Bree (onzeker), circa 1525 - 9 september 1569) was een Brabantse kunstschilder. Hij was de vader van Pieter Brueghel de Jonge en van Jan Brueghel de Oude. Men denkt dat Brueghel dichtbij het huidige Bree in Belgisch-Limburg (vroeger Brede, Brida, Breda genoemd) geboren is. Het is ook mogelijk dat hij in Breda in Nederlands Noord-Brabant geboren is.
De naam van Bruegel wordt ook vaak geschreven als Brueghel, zoals ook zijn beroemde zoons en kleinzoon heten. De schrijfwijze zonder H werd door Pieter Bruegel van 1569 tot zijn dood gebruikt. Zijn bijnamen zijn Boeren-Bruegel, Vieze Bruegel en Peer den Drol
 
Bronnen:
Pieter Bruegel (1525-1569) Schaatsers bij St. Jorispoort in Antwerpen
Pieter Bruegel de Oude op Wikipedia
Pieter Bruegel door Felix Timmermans, Uitgegeven door: P.N. van Kampen & Zoon N.V., Amsterdam
Winters van Weleer. Het Hollandse winterlandschap in de Gouden Eeuw. Mauritshuis, Den Haag. Waanders Uitgeverij, 2001
Kritische beschouwing bij het werk van Felix Timmermans