|
Jan Brueghel de
Jonge (1601-1678) Jaarlijkse inwijdingsfeest van de Petrus en Pauluskerk in Schelle,
ca 1625 |
Dit schilderij is een gedetailleerde
copie van een schilderij van zijn vader uit 1614. De Petrus en Pauluskerk in Schelle,
België, is de oudste van de Rupelstreek. De onderbouw dateert uit de 13de eeuw.
Op deze onderbouw staat een gotisch achthoekig belfort met een slanke spits. Zowel
onderbouw als spits hellen sedert de 17de eeuw over naar het oosten. In zijn huidige
vorm dateert de buitenkant van het kerkschip uit het jaar 1844. In 1614 schilderde
Jan Brueghel de Oude de kerk op het doek: Dorp aan de rivier als een volwaardige
dorpskerk met een toren en twee kruisbeuken. Een bijzonder kenmerk is de uitbouw
aan de toren die nog steeds zichtbaar is. |
|
|
Links het schilderij van Jan Brueghel
de Jonge en rechts dat van zijn vader Jan Brueghel de Oude |
|
De voorname man op het schilderij in Schelle
kijkt de toeschouwer recht aan en is een portret van Jan Brueghel de Oude. De jongen
, die de hand van een kinderjuffrouw vast houdt is zijn zoon Pieter. De oudere jongen
met de bruine cape, die tussen Brueghel en zijn zoon Pieter staat is waarschijnlijk
zijn oudere zoon Jan Brueghel de Jonge, uit zijn eerste huwelijk. De vrouw die een
kind zoogt is zijn vrouw Catherina of een min, maar in 1614 was de jongste dochter
Maria, 3 jaar. Het meisje naast de min zou Maria of de 4-jarige dochter Catherina
kunnen zijn. Deskundigen suggereren, dat Brueghel bij de opzet van het schilderij
gebruik heeft gemaakt van een oudere tekening. De andere vrouwen bij het groepje
zijn een dienstmeisje en waarschijnlijk een kindermeisje.
Het is een feestelijke dag. Bezoekers zijn met huifkarren naar det plein voor de
kerk gekomen. mensen zijn in bootjes gestapt om een rondvaart op de Schelde te maken.
Op de voorgrond wordt vers aangevoerde vis verkocht. |
|
|
|
Jan Brueghel de Jonge (1601 - 1678)
was een Zuid-Nederlandse kunstschilder uit de barokperiode, een zoon van Jan Brueghel
de Oude. Hij ontving zijn opleiding van zijn vader. Na diens dood maakte hij een
reis naar Italië, waarna hij de werkplaats in Antwerpen overnam. In 1630 werd
hij deken van het Sint-Lucasgilde.
Jan Brueghel de Jonge volgde de stijl van zijn vader zijn leven lang na in zijn schilderijen.
Net als zijn broer Ambrosius Brueghel en andere fijnschilders schilderde hij landschappen,
allegorische taferelen en andere zeer nauwgezet en verfijnd geschilderde werken.
Jan Brueghel kopieerde ook werken van zijn vader en verkocht ze onder diens naam.
Zijn werken zijn echter van iets mindere kwaliteit dan die van zijn vader. Hij schilderde
ook de achtergrond in werken van anderen, zoals Hendrick van Balen. Jan van Kessel
was zijn leerling. |
|
Bronnen: |
Jan Brueghel de Jonge op Wikipedia |
Jaarlijkse inwijdingsfeest van de Petrus en Pauluskerk
in Schelle |