Een zeer zware noordwesterstorm met
orkaankracht aan de Scheveningse kust op 3 en 4 februari 1825.
De zeewering spoelde op enkele plaatsen over een breedte van 12 meter weg.
De 's-Gravenhaagsche Courant schreef: "In de akeligheden van den storm, die
de laatste dagen gewoed heeft, hebben ook de ingezetenen van het dorp schreveningen
wederom in ruime mate gedeeld. Nauwqelijks was de visschersvloot in zee gestorkn,
of zij werd door den geweldigen orkaan gedwongen naar land terug te keeren, hetwelk
niet dan met het uiterste gevaar mogelijk was. Vijftien schuiten hebben den storm
in diep zee doorstaan, ze landden enige dagen later behouden aan het strand. Eén
vaartuig verging met 7 man. Maar de op strand staande pinken werden door en tegen
elkaar geslagen en tegen de duinen geworpen, de schade is groot. (Coll. Rijksmuseum,
Amsterdam) |