Gabriël, zoon van de beeldhouwer
en schilder Paulus Joseph Gabriël, werd van 1840 tm 1843 opgeleid aan de Rijksakademie
van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hij was een leerling van Barend Cornelis Koekkoek,
Cornelis Lieste, Anton Mauve, Willem Roelofs en L.P. Zocher. Gabriël begon zijn
werkzaamheden in 1853 te Haarlem. Daarna werkte hij in het Nederlandse Barbizon,
Oosterbeek (Renkum) (1854-1856). Hier richtte hij zich op het landschapschilderen.
Hij werkte er samen met Anton Mauve en Gerard Bilders. Verder werkte hij in Amsterdam
(1856-1859), Brussel (1860-1883) en Scheveningen (Den Haag) (1884-1903). Hij was
lid van de Hollandsche Teekenmaatschappij in Den Haag. Gabriël schilderde landschappen,
portretten, stillevens, dieren en stadsgezichten. (Bron: Wikipedia.org) |