|
|
|
Vincent Willem
van Gogh (1853-1890). Briefschets van het strand bij Scheveningen met perspectiefraam,
5 augustus 1881 (Bron:
Vangoghsatelierpraktijk.nl) |
|
Waarde Theo.
In mijn vorigen brief zult ge een krabbeltje gevonden hebben van dat bewuste perspectiefraam.
Daar net kom ik van den smid vandaan, die ijzeren punten aan de stokken heeft gemaakt
en ijzeren hoeken aan het raam.
Het bestaat uit twee lange palen:
met sterke houten pennen gaat het raam daaraan vast, 't zij in de hoogte, 't zij
in de breedte.
Dit maakt dat men op 't strand of op 't weiland of op een akker, een kijkje heeft
als door 't venster. De loodlijnen en waterpaslijnen van 't raam, verder de diagonalen
en het kruis, of anders een verdeeling in kwadraten, geven vast en zeker eenige hoofdpunten,
waardoor men met vastheid een teekening kan maken die de groote lijnen en proporties
aangeeft.
Dan tenminste wanneer men gevoel heeft voor de perspectief, en begrip van de reden
waarom en de wijze waarop de perspectief de lijnen een schijnbare verandering van
richting, en de massa's en vlakken een verandering van grootte geeft. Zonder dat
helpt het raam niets of bijna niets, en duizelt men als men er door kijkt.
Mij dunkt gij zult wel voelen, dat het een heerlijk ding is dit vizier te braqueeren
op de zee, op de groene velden of 's winters op de besneeuwde vlakte of in den herfst
op het grillig netwerk van dunne en dikke stammen en takken, of een stormlucht.
Het stelt - met veel oefening, en met langdurige oefening, iemand in staat om bliksemsnel
te teekenen - en de teekening vaststaande, bliksemsnel te schilderen.
Eigenlijk is het absoluut voor 't schilderen goed, want lucht - grond - zee - daar
moet het penseel bijkomen, of liever om die met teekenen alleen te kunnen uitdrukken,
is het noodig de penseel behandeling te kennen en te voelen. Ik geloof ook zeker
dat het op mijn teekenen nog heel wat invloed zal hebben als ik eens een tijd schilder.
In Januari heb ik dat geprobeerd reeds, toen is het echter weer gestopt, de reden
van dat stoppen was ook bepaald, behalve een paar andere dingen, dat ik nog te weifelend
was bij 't teekenen. Nu is een half jaar daarover heengegaan geheel toegewijd aan
het teekenen, welnu 't is met frisschen moed dat ik opnieuw begin. Het raam is werkelijk
een mooi stuk gereedschap geworden, 't spijt me gij het niet eens nog gezien hebt.
Het kost mij ook nog een aardig duitje, maar ik heb 't zoo solide laten maken dat
ik het niet gauw verslijten zal. Ik begin dus Maandag met het maken van groote fusains
daarmee, en met het schilderen van kleine studies - lukken die twee dingen dan zullen
hoop ik, spoedig betere geschilderde dingen volgen.
Uit: Brieven aan Theo
uit Den Haag 1881-1883 |
|
Vincent Willem van Gogh (Zundert,
30 maart 1853 - Auvers-sur-Oise, 29 juli 1890) was een Nederlands kunstschilder.
Hij werd geboren in Zundert bij Breda. Pas in de zomer van 1880 wordt hij zich op
27-jarige leeftijd bewust van zijn roeping als kunstenaar. Van december 1881 tot
september 1883 verblijft Vincent van Gogh in Den Haag en Scheveningen. Hij vestigt
zich aan de Schenkweg in Den Haag waar hij ook zijn atelier heeft. Vincent wordt
gesteund door de schoolschilder Anton Mauve (1838-1888), een aangetrouwde neef, die
hem met het werk van veel andere belangrijke Hollandse kunstenaars in contact brengt:
Jozef Israëls, Hendrik Johannes Weissenbruch, Hendrik Willem Mesdag, de gebroeders
Jacob en Willem Maris en George Hendrik Breitner. Anton Mauve geeft hem ook lessen
in tekenen en schilderen. Vincent gaat schetsen met Breitner (1857-1924) en tekent
naast stadsgezichten ook mensen: mannen en vrouwen, Scheveningse vissers en Sien,
de vrouw die bij hem woonde. Ondanks zijn liefde voor Sien valt de zorg voor haar
en haar 2 dochters hem zwaar. In september 1883 verbreekt hij deze relatie en vertrekt
naar Drente. |
|
Bronnen: |
Vincent van Gogh op Wikipedia |
Vincent
van Gogh in Den Haag |
Brieven aan Theo uit Den Haag 1881-1883 |
Briefschets van
het strand bij Scheveningen |
|
|
|