|
|
|
Philip Lodewijk
Jacob Frederik Sadée (1837 -1904) |
Het lijken haringen, die de vrouw
links in haar hand heeft. Zij geeft de vissen aan de oude vrouw, die blijkbaar nog
geen vis heeft kunnen oprapen. Philip Sadée schilderde "Het deel der
armen", wat een moderne versie moest zijn van het Bijbelverhaal van Ruth en
Boas. Arme vrouwen rapen achtergelaten visjes van het strand, terwijl op de achtergrond
de rijke visvangst op een gereedstaande kar wordt geladen. De vrouwen moeten hun
deel bevechten met de gulzige meeuwen die over het strand zwermen. (Bron: Reformatorisch
Dagblad) |
|
Sadée begon met schilderen
op 20-jarige leeftijd. Hij begon met het schilderen van bijbelse taferelen en historiestukken.
Later richtte hij zich op het dagelijkse leven. In Scheveningen kwam hij in aanraking
met het vissersleven. Hier werd hij door geboeid en het strand en de duinen werden
voor hem een bron van inspiratie, maar hij schildert ook stadsgezichten. Kenmerkend
voor Sadée zijn de heldere kleuren. Sadée studeerde samen met J.J.
van de Sande Bakhuyzen in Düsseldorf. Hij heeft reizen gemaakt naar België,
Duitsland, Frankrijk en Italië. Aan de Haagse Tekenacademie heeft Sadée
de functie van hoofddocent vervuld.
Aanvankelijk maakte de Haagse schilder Philip Sadeé historiestukken. Vanaf
1865 studeerde hij aan de Düsseldorfer academie, centrum van de Düsseldorfer
Mahlerschule, beroemd om zijn genreschilderkunst. Daar begon Sadee met het schilderen
van genrestukken. Na zijn terugkeer in Nederland in 1888 legde hij zich toe op het
vissersgenre. Daartoe verbleef hij veel in Scheveningen, vooral in het najaar, met
zijn lage zon, grijze luchten en nevel. Evenals Josef Israëls bracht hij vaak
het zware leven van de vrouwen in beeld. Musea: o.a. Rijksmuseum in Amsterdam en
het Haags Gemeentemuseum. |
|
Bronnen: |
Philip
Sadée op Wikipedia |
Deel der armen |
Deel voor de armen.
Schilders Haagse School zochten diepere dimensies |
|
|
|