Andreas Carl Sommer
(1864-1953) |
Haagse kunstschilder en decorontwerper
Andreas Carl Sommer (1864-1953). Sommer was tijdens zijn leven een gevierd kunstenaar
en bekende Hagenaar. Hij was een meester in het werken met perspectief. Zijn diorama
heeft vermoedelijk als voorbeeld gediend voor een van de topstukken van Muzee Scheveningen:
een panoramaschilderij van de badplaats op groot formaat (1,75 x 3,50 m). Dit schilderij
belandde na veel omzwervingen in 1997 bij het museum. Recent onderzoek toonde aan,
dat het doek eveneens kan worden toegeschreven aan A.C. Sommer. (Bron: Muzee, Scheveningen) |
|
Op het panorama zijn het oude wandelhoofd
en het Circusgebouw te zien. Het Wandelhoofd Koningin Wilhelmina, de eerste pier
van Scheveningen, werd geopend door Prins Hendrik in 6 mei 1901. Het circusgebouw
werd op 16 juli 1904 geopend. De spoorlijn naar Scheveningen en het station Kurhaus
werden 1 mei 1907 geopend. Die zijn niet te zien op het panorama van Sommer. Het
panorama is waarschijnlijk getekend naar een maquette. (Klik voor een groter formaat
op de afbeelding) (Coll. Muzee, Scheveningen) |
|
Rederij en Handelsonderneming
van Arie de Niet, Scheveningen
In het laatste kwart van de negentiende eeuw groeide het bedrijf van Arie de Niet
uit tot het belangrijkste van Scheveningen op het gebied van de visserij. Die groei
was vooral te danken aan de vrijheid voor de visserij op haring sinds 1857. De basis
van de onderneming was gelegd door De Niet's grootvader in de tweede helft van de
achttiende eeuw. De rederij bestond in 1901 uit 32 schepen in eigendom, namelijk
tien kielvaartuigen en 22 bomschepen. Zo'n 338 vissers verdienden hun brood in dit
bedrijf. Aanvankelijk werd niet verder dan bij Hull gevist, maar in 1901 voeren de
loggers en bomschuiten in juni al naar de Shetlandeilanden.
Naast de vissers waren veel meer mensen bij het bedrijf van De Niet betrokken in
de bereiding van pekelharing, in kuiperij, taanderij, voerdienst en zeilmakerij.
Het sorteren van haring en prepareren van bokking was vrouwenwerk, evenals het boeten
van netten, dat werk betekende voor zestig vrouwen en meisjes.
Als ondernemer prees De Niet het koninklijk besluit, waarin de aanleg van de binnenhaven
in Scheveningen werd vastgelegd. In 1904 werd de haven in gebruik genomen. (Bron:
Koninklijkhuis.nl) |
|
Bronnen: |
Expositie 125
jaar Kurhaus |
Koninklijk Huis
Ten toonstelling |
|