|
|
|
|
Hendrik Willem
Mesdag (1831-1915) |
Heeft
u in Scheveningen wel eens op een hoog duin gestaan en goed om u heen gekeken? U
ziet dan hoe de zee in duinen en vervolgens in de stad overgaat. Hendrik Willem Mesdag,
één van de bekendste kunstenaars van de Haagse School, legde dit vergezicht
op de zee, de duinen en het dorp Scheveningen vast op een panoramisch doek en creeërde
daarmee het grootste schilderij van Nederland; niet minder dan 120 meter lang en
maar liefst 14 meter hoog.
Panorama Mesdag is het oudste panorama ter wereld dat op zijn oorspronkelijke plaats
bewaard is gebleven en is een uniek cultuurhistorisch monument. Omdat het doek
rond is, staat u niet vóór, maar middenín het schilderij.
Door de zinsbegoocheling die zich van u meester maakt, waant u uzelf direct
in het Scheveningen van 1881. Wist u overigens dat het woord 'panorama' uit het Grieks
komt en 'alles (pan) zicht (horama)' betekent?
Mesdag's faam als zeeschilder leverde hem in 1880 de opdracht op van een Belgische
firma om een Panorama te schilderen. Na het faillissement van de Belgische firma
kocht hij in 1886 zijn panorama, dat hij als een van zijn belangrijkste werken beschouwde.
Hij nam de financieel onaantrekkelijke exploitatie zelf ter hand en droeg tot aan
zijn dood jaarlijks uit eigen zak bij om de verliezen te dekken. Hij ondernam ingrijpende
verbouwingen, waarbij onder meer de huidige zalen werden aangebouwd voor het tentoonstellen
van werken die zijn faam als zeeschilder recht deden.
Om de toekomst van Panorama Mesdag veilig te stellen, richtte Mesdag in 1910, na
de dood van zijn vrouw in 1909, een familievennootschap op. De 33 neven en nichten
van hem en zijn vrouw kregen allen een aandeel in deze vennootschap en aanvaardden
daarmee gezamenlijk de zware taak zorg te dragen voor de exploitatie en instandhouding
van Panorama Mesdag. Hun nazaten doen dat nog steeds, tot op de dag van vandaag.
Zo is Panorama Mesdag, dat al ruim 120 jaar de bezoeker een magische ervaring van
ruimte biedt in de tijd van weleer, een uniek cultuurhistorisch erfgoed, in stand
gehouden door particulier initiatief.
Het Paviljoen Von Wied (ook: Het Koninklijk paviljoen en Paviljoen De Witte) is een
buitenverblijf in Scheveningen. Het werd gebouwd in 1827 in opdracht van koning Willem
I als verjaardagscadeau voor zijn echtgenote koningin Frederica Louisa Wilhelmina
van Pruisen. Zij moest in verband met haar gezondheid veel aan zee verblijven en
tekende en schilderde hier veel. Het paviljoen werd gebouwd naar een neoclassistisch
ontwerp van Adriaan Noordendorp in de vorm van een kruis en met twee goden bij de
entree. Aanvankelijk heette dit 'Het koninklijk paviljoen'. Willem I liet het paviljoen
na aan zijn zoon prins Frederik die er niet vaak verbleef. Frederiks dochter Marie
erfde het paviljoen in 1881. Daarna werd het vernoemd naar haar familie; zij was
namelijk getrouwd met Wilhelm Adolf van Wied. Tot 1911 zou het paviljoen bezit van
haar familie blijven. Edward Titus Rubinstein kocht het paviljoen van de familie
Von Wied en verkocht het zeven jaar later aan Sociëteit De Witte.
In 1926 werd begonnen aan een ingrijpende verbouwing en uitbreiding onder leiding
van architect J. Limburg. Driekwart van de grond werd verkocht aan de N.V. Bouw-
en Exploitatie-Maatschappij. Op deze weiden werden twintig herenhuizen gebouwd onder
architectuur van Yme Bouma, gevolgd door een bouwplan van 22 herenhuizen door archtiect
J. Kooyman.
In 1994 werd nogmaals een ingrijpende verbouwing voltooid, ditmaal onder leiding
van Wim Quist. Hij realiseerde o.a. onder het paviljoen het museum Beelden aan Zee.
Het oorspronkelijke huis dat dus al sinds 1918 bij Sociëteit De Witte hoort,
wordt door de leden in de zomermaanden gebruikt. Ook wordt het paviljoen gebruikt
als party- en vergadercentrum.
Thans is er ook Museum Beelden aan zee in gehuisvest. |
|
Hendrik Willem Mesdag (Groningen,
23 februari 1831 ó Den Haag, 10 juli 1915) was een Nederlands kunstschilder, aquarellist,
etser, lithograaf uit de Haagse School en was een befaamd kunstverzamelaar met een
eigen museum. Mesdag was de meester-marineschilder van de Scheveningse bomschuiten.
Mesdag was een zoon van de stijfselfabrikant, later bankier, Klaas Mesdag en Johanna
Willemina van Giffen. Hij werd geboren in Groningen en toonde al jong belangstelling
voor tekenen en schilderen. Er is zelfs een tekening Waterval van hem bekend die
hij maakte toen hij nauwelijks 14 jaar oud was. Zijn Groningse leermeesters waren
Cornelis Bernudes Buys en J.H. Egenberger, directeur van Academie Minerva. Hij leek
echter voorbestemd voor een zakenloopbaan in het bedrijf van de familie. Op 23 april
1856 trouwde hij met Sina van Houten (Sientje). Ook zij had een artistieke belangstelling.
Hun enig kind, Klaas, werd 7 jaar later geboren en overleed op 7-jarige leeftijd.
In 1866 gaf hij zijn zakenberoep op en besloot hij definitief als schilder te leven,
daarin stevig aangemoedigd door Sientje. De zomer van dat jaar bracht hij door in
Oosterbeek, het Nederlandse Barbizon. Daar werkte hij samen met Johannes Warnardus
Bilders. De werken van de Franse Barbizon-schilders zouden trouwens later een bijzondere
betekenis krijgen bij zijn aankopen voor zijn museum in Den Haag.
Zijn neef Lawrence Alma-Tadema, ook schilder, introduceerde Mesdag te Brussel bij
Willem Roelofs, die daar al sedert 1846 woonde. Roelofs werd zijn ultieme leermeester,
van 1866 tot 1869. Ook met de Vlaamse landschaps- en dierenschilder Alfred Verwee
ontstond een vriendschappelijke band. |
|
Bronnen: |
Paviljoen Von Wied op Wikipedia |
Hendrik Willem Mesdag op Wikipedia |
Panorama
Mesdag |
|
|
|
|
|
|
|
|