Jan Brueghel de Jonge (1601-1678) Boerenkarren en huifkar in heuvellandschap
Jan Brueghel de Jonge maakte gebruik van ontwerpen en schilderijen van zijn vader, die veel gevraagd werden.
Net als zijn vader maakte hij gebruik van steeds terugkomende elementen. De huifkar met een boerenkar. Een of meer mannen te paard en de lopende boer met de zak op de rug en de boerin met een gevulde mand op het hoofd en een kruik in de hand. Schapen en of koeien zijn ook steeds terugkerende figuren, zoals ook op het schilderij rechts van Jan Brueghel de Oude.
 
Jan Brueghel de Jonge (1601 - 1678) was een Zuid-Nederlandse kunstschilder uit de barokperiode, een zoon van Jan Brueghel de Oude. Hij ontving zijn opleiding van zijn vader. Na diens dood maakte hij een reis naar Italië, waarna hij de werkplaats in Antwerpen overnam. In 1630 werd hij deken van het Sint-Lucasgilde.
Jan Brueghel de Jonge volgde de stijl van zijn vader zijn leven lang na in zijn schilderijen. Net als zijn broer Ambrosius Brueghel en andere fijnschilders schilderde hij landschappen, allegorische taferelen en andere zeer nauwgezet en verfijnd geschilderde werken. Jan Brueghel kopieerde ook werken van zijn vader en verkocht ze onder diens naam. Zijn werken zijn echter van iets mindere kwaliteit dan die van zijn vader. Hij schilderde ook de achtergrond in werken van anderen, zoals Hendrick van Balen. Jan van Kessel was zijn leerling.
 
Bronnen:
Jan Brueghel de Jonge op Wikipedia
Boerenkarren en huifkar in heuvellandschap