Edward William Cooke (1811-1880) Storm op de Noordzee, 1855
Een Noordzee storm voor de kust van Scheveningen, 1855. (Coll. Royal Museums Greenwich, London)
Geïnspireerd door de Nederlandse zeeschilders wilde Edward William Cooke scènes van Hollandse en Nederlandse stranden schilderen. Hij gaf dit werk de ondertitel: 'Schevelingse vissers slepen de pink uit de branding'. Zoals ook de vroegere Hollandse meesters schilderde hij als herkenningspunt de toren van de 'Oude Kerk' van Scheveningen.
Scheveningen, dat ten westen van Den Haag ligt, heeft een breed strand dat erg geschikt is voor visserspinken. De man op de voorgrond links, draagt op zijn rechter schouder het anker aan land en hij houdt de lijn, die aan de boot vastzit, in zijn linker hand. De kunstenaar heeft de indruk van wind geschilderd door de klapperende zeilen en de ruwe branding. Een pink was een kleine maar degelijke Nederlandse boot opgetuigd met een vierkant grootzeil en soms met een vierkant fokkezeil op een kleine mast voor op het schip. Ze waren breed en hadden een platte bodem om ze te stabiliseren en op het strand te kunnen trekken. Een belangrijk deel van de vloot kwamen uit Scheveningen. Een man in het water houdt de lijn vast waarmee de boot op het strand wordt getrokken. Er zitten 8 mannen in de boot, die in een scherpe hoek helt en zij strijken de zeilen en zijn druk met de landing, terwijl 2 mannen in de branding bezig zijn.
De kunstenaar aan dit alledaags visserij tafereel het drama toegevoegd van het gevecht van de mens met de elementen. De tuigage en de andere uitrusting is zorgvuldig geobserveerd. De kunstenaar maakte zijn studies in de open lucht bij een bezoek aan Holland in 1855, het jaar waarin hij het schilderde en hij schreef in zijn dagboek in oktober dat de zee erg ruw was en dat hij over het strand strompelde en enkele schetsen maakte. Edward William Cooke was opgeleid door zijn vader, de graveur George Cooke. Hij hielp Clarkson Stnfield met zijn opdrachten, nam les in oliverf schilderen bij James Stark in 1834 en hielp bij het ophangen van de werken voor de Great Exhibition in 1851. Zijn schetsboeken zijn in het bezit van de National Maritime Museum in London.
 
William Bernard Cooke waren beiden bekende graveurs en Cooke werd opgevoed in hun grote artistieke vriendenkring. Cooke was al vroeg een geschoolde graveur en had veel belangstelling voor marine onderwerpen. Hij profiteerde van de adviezen van Clarkson Standfield en David Roberts. In 1833 begon Cooke met olieverf schilderijen en nam lessen bij James Stark. Hij ging op reis en werd een groot bewonderaar van de Nederlandse zeeschilders bij een bezoek aan Holland in 1837. De volgende 23 jaar kwam hij regelmatig terug en bestudeerde de kustlandschappen en licht, evenals de werken van de Oude Hollandse meesters. Dit resulteerde onder andere in het schilderij 'Beaching a Pink at Scheveningen' dat hij in 1855 tentoonstelde in de Royal Academy, waarvan hij lid was sinds 1851. (Bron: Wikipedia.org)
 
Bronnen:
Edward William Cooke on Wikipedia
A North Sea Breeze on the Dutch Coast