|
Willem Troost
(1812-1893) |
Vissers, viskopers en bomschuiten
op het strand ter hoogte van het Paviljoen Von Wied. In de verte zijn vaag de contouren
te zien van de toren van de Oude Kerk van Scheveningen. |
|
Het Paviljoen Von Wied (ook: Het
Koninklijk paviljoen en Paviljoen De Witte) is een buitenverblijf in Scheveningen.
Het werd gebouwd in 1827 in opdracht van koning Willem I als verjaardagscadeau voor
zijn echtgenote koningin Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen. Zij moest in verband
met haar gezondheid veel aan zee verblijven en tekende en schilderde hier veel. Het
paviljoen werd gebouwd naar een neoclassistisch ontwerp van Adriaan Noordendorp in
de vorm van een kruis en met twee goden bij de entree. Aanvankelijk heette dit 'Het
koninklijk paviljoen'. Willem I liet het paviljoen na aan zijn zoon prins Frederik
die er niet vaak verbleef. Frederiks dochter Marie erfde het paviljoen in 1881. Daarna
werd het vernoemd naar haar familie; zij was namelijk getrouwd met Wilhelm Adolf
van Wied. Tot 1911 zou het paviljoen bezit van haar familie blijven. Edward Titus
Rubinstein kocht het paviljoen van de familie Von Wied en verkocht het zeven jaar
later aan Sociëteit De Witte.
In 1926 werd begonnen aan een ingrijpende verbouwing en uitbreiding onder leiding
van architect J. Limburg. Driekwart van de grond werd verkocht aan de N.V. Bouw-
en Exploitatie-Maatschappij. Op deze weiden werden twintig herenhuizen gebouwd onder
architectuur van Yme Bouma, gevolgd door een bouwplan van 22 herenhuizen door archtiect
J. Kooyman.
In 1994 werd nogmaals een ingrijpende verbouwing voltooid, ditmaal onder leiding
van Wim Quist. Hij realiseerde o.a. onder het paviljoen het museum Beelden aan Zee.
Het oorspronkelijke huis dat dus al sinds 1918 bij Sociëteit De Witte hoort,
wordt door de leden in de zomermaanden gebruikt. Ook wordt het paviljoen gebruikt
als party- en vergadercentrum.
Thans is er ook Museum Beelden aan zee in gehuisvest. |
|
Willem Troost werd in 1812 in Arnhem
geboren. Zijn artistieke opleiding kreeg hij in Den Haag, waar hij in 1839 en 1840
de academie bezocht en schilderlessen kreeg van Andries Schelfhout. Voordien exposeerde
hij al met succes op grote tentoonstellingen in Den Haag en Amsterdam. Na zijn leertijd
specialiseerde hij zich in het schilderen van landschappen en strandgezichten, die
in hun compositie invloed van zijn leermeester verraden. Ook schilderde hij portretten
en zo nu en dan een stadsgezicht. Musea: Groninger Museum en Kröller-Müller
Museum in Otterlo. |
|
Bronnen: |
Paviljoen Von Wied op Wikipedia |
Vissers, viskopers en bomschuiten op
het strand |
Visafslag op het strand van Scheveningen |