|
|
|
 |
Wilhelmina van
Pruisen (1751-1820)
Frederica Sophia Wilhelmina (Berlijn, 7 augustus 1751-Paleis Het Loo, 9 juni 1820),
prinses van Pruisen, was de echtgenote van stadhouder Willem V. |
|
Rechts:
Portret van Frederika Sophia Wilhelmina (Wilhelmina; 1751-1820), prinses van Pruisen,
in een medaillon, vergezeld van toespelingen op haar huwelijk te Berlijn, 4 oktober
1767, met Willem V, prins van Oranje-Nassau. Het portret wordt gedragen door een
engel en vier putti met een brandende toorts, een bloemenkrans en de familiewapens
bekroond met twee tortelduiven. Gedateerd 1767, schilder: Friedrich Reclam (1734-1774).
(Coll. Rijksmuseum, Amsterdam). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Wilhelmina, voluit Frederika Sophia Wilhelmina van Hohenzollern, had een weinig gelukkige
jeugd. Haar vader heeft ze nauwelijks gekend, en net als haar twee oudere broers
werd ze als kleuter bij haar moeder weggehaald. Wilhelmina groeide op bij haar grootmoeder,
koningin-moeder Sophia Dorothea van Hannover (1687-1757), en vanaf 1757 bij haar
tante, koningin Elisabeth Christine (1715-1797). Feitelijk werd ze opgevoed door
een gouvernante, in een eigen huishouden. Wilhelmina schrijft in haar memoires dat
haar eerste gouvernante, freule von Redern, haar mishandelde en verwaarloosde, zonder
dat de familie ingreep of het zelfs maar opmerkte. Daarentegen was haar opvolgster,
Sophie von Danckelmann (1715-1789), als een tweede moeder voor haar. Ze zou haar
hele leven bij Wilhelmina blijven.
Wilhelmina's kindertijd werd ook overschaduwd door de Zevenjarige Oorlog (1756-1763):
de koninklijke familie moest drie maal uit Berlijn vluchten en bracht die jaren deels
door in Maagdenburg. Na de oorlog nam haar kinderloze oom, de Pruisische koning Frederik
II (de Grote), haar aan als dochter. Het hofleven bloeide weer op, met bals, muziekuitvoeringen
en toneelspelen, waaraan Wilhelmina volop deelnam - het hoorde bij haar opvoeding.
Het formele onderwijs beperkte zich tot godsdienst, aardrijkskunde en geschiedenis;
de taal aan het hof was Frans. (Bron tekst: Historici.nl) |
|
Links:
Portret van Frederika Sophia Wilhelmina,ca. 1768 van Johann Georg Ziesenis (1716-1776).
(Coll. Mauritshuis, Den Haag). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Wilhelmina heeft altijd contact met haar familie in Berlijn gehouden, vooral met
Frederik de Grote. Deze was erg op haar gesteld en liet zijn ambassadeur in Nederland
en de door hem betaalde Sophie von Danckelmann over haar persoon berichten en over
haar belangen waken. Wilhelmina ontleende groot prestige aan de relatie met haar
beroemde oom, met wie ze druk correspondeerde. Ze adoreerde hem en in de doortastendheid,
werkkracht en roekeloosheid van haar latere politieke optreden, leek ze ook op hem.
(Bron tekst: Historici.nl)
Wilhelmina was bij haar huwelijk een jong meisje met een helder verstand en sterk
karakter en maakte zich in haar jeugdjaren aan het Pruisische hof de Franse taal
eigen, omdat die mede onder invloed van filosofen als Voltaire in de mode was. Zij
zou een goede steun blijken voor haar apathische, argeloze en soms impulsieve echtgenoot.
De opvoeding van haar kinderen lag voornamelijk in haar hand, omdat haar man met
werkzaamheden was overladen. Volgens de Engelse diplomaat James Harris had zij een
verheven en standvastig karakter, dat ook in haar zorg voor een goede opvoeding en
vorming van haar zonen tot uiting kwam. Haar eerste zwangerschap werd een bitter
verdriet: zij verloor op 23 maart 1769 na een pijnlijke bevalling haar eerstgeborene,
een zoon. Gelukkig werden nog drie gezonde kinderen geboren: in 1770 Louise, in 1772
Willem (Frederik) en in 1774 Frederik. Prinses Wilhelmina was een knappe, imponerende
vrouw, oogstte meer bewondering dan liefde, had een aantrekkelijke oprechtheid, was
zeer toegewijd aan haar kinderen, maar voelde zich soms vernederd door de zwakheid
van haar man. Haar tegenstanders noemden haar wel de 'stadhouderes', omdat zij te
grote invloed op de stadhouder had en het land meebestuurde. (Bron tekst: Oranje
in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006) |
|
Rechts:
Portret van Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van Prins Willem
V. Zittend, ten voeten uit. Benjamin Samuel Bolomey, 1770. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam).
(Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Het stadhouderlijk echtpaar bewoonde het Oude Hof, tegenwoordig het paleis Noordeinde
in Den Haag. Het was een opgewekt gezin waarin de Oranje-kinderen opgroeiden. Wilhelmina
benoemde de leraren van de kinderen. De dochter werd in 1790 uitgehuwelijkt aan Karel
George, de oudste, zwak begaafde en bijna blinde zoon van de hertog van Brunswijk,
toen een van de machtigste mannen rond het Pruisische hof. Deze was de gevierde soldaat
van de Zevenjarige Oorlog die door Frederik Willem II op 1 januari 1787 tot veldmaarschalk
was bevorderd. In hetzelfde jaar had hij de Pruisische invasie in Holland geleid:
die had zijn roem als legeraanvoerder verhoogd. Hoewel het Pruisische leger nauwelijks
weerstand van belang had ondervonden. Het hof in Brunswijk stond bekend als een erudiet
hof waar de ideeën van de Verlichting ingang hadden gevonden en als het Mekka
van de Pruisische militaire macht. (Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A.
Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw, Amsterdam 2006)
Nadat het patriottische gewest Holland de prins een aantal bevoegdheden had ontnomen,
vertrok het stadhouderlijk gezin in september 1785 naar het prinsgezinde Nijmegen.
De situatie dreigde uit te lopen op een burgeroorlog. Het was Wilhelmina, binnenskamers
nu beschouwd als feitelijk leidster der Oranjepartij, die de impasse doorbrak. Op
28 juni 1787 vertrok ze met klein gevolg onaangekondigd naar Den Haag, met de bedoeling
om in de (nog in meerderheid prinsgezinde) Staten-Generaal de zaak van Willem te
bepleiten. Deze tocht naar Den Haag getuigde van persoonlijke moed en zou grote gevolgen
hebben voor het land en voor haarzelf. Enkele kilometers voorbij Schoonhoven werd
het gezelschap door een patriottisch vrijcorps aangehouden en naar een boerderij
bij de Goejanverwellesluis gebracht. Daar werd Wilhelmina ondervraagd en vervolgens
terug naar Schoonhoven geëscorteerd. Meteen stuurde ze brieven aan, onder meer,
de Staten van Holland met het verzoek haar reis te mogen voortzetten, maar na een
dag vergeefs wachten op antwoord keerde ze naar Nijmegen terug. (Bron tekst: Historici.nl) |
|
 |
De aanhouding van Prinses Wilhelmina
aan de Goejanverwellesluis, 1787. Getekend door J.J.R. De Wetstein Pfister. (Bron:
Entoen.nu). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat) |
|
Links:
Portret van prinses Frederika Sophia Wilhelmina, 1789 van Johann Friedrich August
Tischbein (1750-1812). (Coll. Mauritshuis, Den Haag). (Klik op de afbeelding voor
een groter formaat)
Voor haar aanhouding en gevangenneming eiste Wilhelmina bij de Staten van Holland
genoegdoening (satisfactie). In brieven naar Pruisen benadrukte ze het geweld en
de belediging haar aangedaan, en haar broer Frederik Willem II, sinds een jaar koning
van Pruisen, ondersteunde die eis. De Staten van Holland reageerden afwijzend, en
Frederik Willem, die niet verder betrokken wilde raken, bood nu zijn bemiddeling
aan. Wilhelmina bleef echter aandringen, en bleef herhalen dat ze niet conform haar
rang van prinses van Pruisen was behandeld.
Aangespoord door Harris drong nu ook Engeland bij Pruisen aan op actie. Een internationaal
conflict dreigde, want Frankrijk beloofde de patriotten te steunen. Frederik Willem
ging overstag. De formulering van de voorwaarden van de satisfactie liet hij aan
Wilhelmina over en deze was zodanig dat er onmogelijk aan kon worden voldaan. Op
13 september trokken Pruisische troepen de Republiek binnen. In twee weken was het
hele land onder de voet gelopen; alleen Amsterdam capituleerde pas op 9 oktober.
Frankrijk hield zich afzijdig. (Bron tekst: Historici.nl) |
|
Rechts:
De kinderen van prins Willem V, 1789 van Johann Friedrich August Tischbein (1750-1812).
(Coll. Collectiegelderland.nl). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Een groepsportret van de drie kinderen van het prinselijk paar. Het is een verfijnd
schilderij, dat opvalt door zijn delicate kleuren.
In een in neo-classicistische stijl gedecoreerde kamer staan de 17-jarige erfprins
Willem (1772-1843) - met op zijn jas de borstster van de Orde van de Zwarte Adelaar
(Pruisen)- en zijn 19-jarige zuster Louise (1770-1819) innig gearmd, terwijl de 15-jarige
Frits (1774-1799) rechts aan een bureau zit. |
|
|
Rechts:
Portret van Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van prins Willem
V, te paard. Ruiterportret, zittend op een bruin paard, met een steek op het hoofd,
in een landschap, rechts in de verte een kerktoren, 1789 van Tethart Philip Christian
Haag (1737-1812). (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam). (Klik op de afbeelding voor een
groter formaat)
Het portret was een geschenk van hun twee oudste kinderen, Louise en Willem Frederik,
aan Willem V. Het is een opmerkelijk ruiterportret omdat de Prinses niet in de voor
vrouwen gebruikelijke amazonezit (met twee benen aan een kant van het paard) is afgebeeld.
Ze zit als een man te paard. De toren op de achtergrond is de Haagse Jacobskerk. |
|
Links:
Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen. Echtgenote van Prins Willem V, in de tempel
der kunsten van Benjamin Samuel Bolomey, ca 1760 - 1790. (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam).
(Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
Allegorisch portret van Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van Prins
Willem V, in de tempel der kunsten. De prinses zit voor een ezel waar een schilderij
op staat en leunt tegen een piano. Zij ontvangt een penseel uit handen van de personificatie
Schilderkunst en een lier en bloemenkrans van de Poëzie. Rechts kijkt Muziek
toe. Achter: de drie Gratiën op een wolkenbed. (Bron tekst: Rijksmuseum, Amsterdam)
De eerste tien huwelijksjaren bleef Wilhelmina binnen de kring van haar gezin en
van het hof. Er waren veel feesten en ontvangsten met muziek, dans en toneel, kunsten
die ze ook actief beoefende. Bovendien was Wilhelmina een niet onverdienstelijk schilderes.
Zoals paste bij haar hoge positie, besteedde ze een deel van haar persoonlijk inkomen
aan liefdadigheid en patronage. Zo betaalde ze persoonlijk de opleiding aan de militaire
academie in Berlijn van Dirk en Gijsbert Karel van Hogendorp, zoons uit een verarmde
regentenfamilie. In haar persoonlijke omgang bleef ze afstandelijk, wat als arrogant
werd gezien. Met politiek bemoeide Wilhelmina zich niet in deze jaren, al probeerde
ze wel Willem los te weken van de invloed van Brunswijk, die overigens haar oom was.
((Bron tekst: Historici.nl) |
|
 |
Links: Frederika Sophia Wilhelmina,
1790 van Johann Friedrich August Tischbein (Coll. Rijksmuseum, Amsterdam) en rechts:
portret uit 1791 naar Johann Friedrich August Tischbein. (Coll. British Museum, London).
(Klik op de afbeelding voor een groter formaat) |
 |
VERTREK van MEVROUW de PRINSES van
ORANJE, met hare BEHUWDDOCHTER en derzelver ZOONTJE, van Scheveningen, en van daar
naar Engeland over te steken, op den 18en van January 1795, des morgens omtrent 8
uuren. Afbeelding van het vertrek van de Wilhelmina van Pruisen, echtgenote van stadhouder
Willem V, vanaf het strand. Links is de hofhouding bezig met de bagage op het strand.
In het midden de prinses. Rechts op de voorgrond kijken enige mensen toe. In het
midden verder naar de achtergrond de schepen waarmee het gezelschap naar Engeland
vertrok. Gravure van M. Brakel. (Coll. Provincialeatlas-nh.nl). (Klik op de afbeelding
voor een groter formaat) |
 |
Hampton Court Palace door Henry Bryan
Ziegler (1798ó1874) (Bron: Theesotericcuriosa.blogspot.nl). (Klik op de afbeelding
voor een groter formaat) |
 |
Links: prinses Wilhelmina van Pruisen
op een mezzotint van H.G. Does uit 1799 en rechts op een gravure naar een werk van
John Hopper uit 1804. (Coll. British Museum, London). (Klik op de afbeelding voor
een groter formaat) |
 |
Slot Oranienstein in Diez, Duitsland.
(Coll. Stichting Historische Verzamelingen van het Huis van Oranje-Nassau, Den Haag).
(Klik op de afbeelding voor een groter formaat) |
|
Rechts:
Portret van Frederika Sophia Wilhelmina (1751-1820), prinses van Pruisen. Sedert
de dood van Willem V in 1806 Prinses Douairière van Oranje.
Buste, aanziend, met zwarte hoed. Naar een origineel door Cornelis Cels uit 1817
in de Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau. Onderdeel van
de collectie portretminiaturen. 1817 - 1820. schilder: Johannes Hari (1772-1849)
(Coll. Rijksmuseum, Amsterdam). (Klik op de afbeelding voor een groter formaat)
De val van Napoleon in 1813 gaf hoop op terugkeer naar Nederland, waar plannen werden
gemaakt om Willem Frederik als souverein vorst binnen te halen. Wilhelmina was daarbij
zeer betrokken: ze overlegde met haar zoon hoe hij het beste de soevereiniteit kon
aanvaarden en organiseerde in Berlijn de werving van gedeserteerde en krijgsgevangen
Nederlanders uit Napoleons leger voor het zogenoemde Hollandse Legioen - hun papieren
controleerde ze persoonlijk. Zij bekostigden het Legioen met een lening van 4 miljoen
ecu's. Prinses Wilhelmina had voor dat bedrag een lening kunnen afsluiten bij de
bankiers Aarons in Berlijn en Van Olden in Amsterdam. Als onderpand diende de bezittingen
van de prins en zijn vrouw Mimi in Polen en Silezië. de kapitalen van Wilhelmina
en Louise in Engelse fondsen en nog overgebleven familiejuwelen. Prinses Wilhelmina
was er in geslaagd een Oranjelegioen te vormen en en 18 december 1813 defileerde
het korps voor het paleis Schönhausen voor de prinsessen Wilhelmina en Louise:
32 officieren en 1144 manschappen. 10 januari 1814 keerden Wilhelmina en Louise terug
naar Nederland. Op 11 januari 1814 kwam het bataljon via Doesburg en Arnhem in Utrecht,
alwaar het in garnizoen bleef. Later volgden nog een tweede en derde bataljon. Het
legioen heeft niet de kans gekregen zich te onderscheiden in de bevrijding van het
vaderland. De onverwachte omwenteling en de komst van de Prins van Oranje uit Engeland
op 30 november 1813 hadden militair ingrijpen van het legioen overbodig gemaakt.
(Bron tekst: Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik. Uitgave: de Bataafse Leeuw,
Amsterdam 2006)
In haar laatste levensjaren woonde Wilhelmina met Louise afwisselend in Haarlem,
in Den Haag en op 't Loo. Op 9 juni 1820 overleed Wilhelmina op 't Loo, nog geen
jaar na de dood van Louise. Ze vond een tijdelijk graf in Apeldoorn, tot ze kon worden
bijgezet in de grafkelder van de Oranjes in Delft. Dat gebeurde op 7 november 1822.
(Bron tekst: Historici.nl) |
|
Bronnen: |
Portret van Frederika Sophia Wilhelmina |
Portret van Frederika
Sophia Wilhelmina |
Portret van Frederika
Sophia Wilhelmina van Pruisen |
De aanhouding
van Prinses Wilhelmina aan de Goejanverwellesluis |
Portret van Frederika
Sophia Wilhelmina |
De kinderen van prins Willem V en Wilhelmina
van Pruisen |
Portret van Frederika
Sophia Wilhelmina van Pruisen te paard |
Allegorisch portret
van Frederika Sophia Wilhelmina van Pruisen |
Portret van Frederika
Sophia Wilhelmina van Pruisen |
Afbeelding van
het vertrek van de Wilhelmina van Pruisen |
Hampton Court
Palace |
Her Royal Highness
Frederica Sophia Wilhelmina, 1799 |
Her Royal Highness
Frederica Sophia Wilhelmina, 1804 |
Portret van Frederika
Sophia Wilhelmina van Pruisen |
Boek:
Oranje in Ballingschap, Mr. L.A. Struik |
Boek:
Oranje in Ballingschap, H. Algra |
|
 |
 |
 |
 |
 |
|
|
|
|