|
|
|
|
De terugkeer van
Charles II naar Engeland vanaf het strand van Scheveningen op 2 juni 1660 |
Pieter van Abeele, Cornelis Beelt,
Jan de Bisschop, Pieter Bout, Johannes Lingelbach, Hendrick de Meijer, Pieter Schut,
Willem van de Velde de Jonge, Adriaen van de Venne en enkele onbekende schilders,
tekenaars en etsers brachten het vertrek van Charles II en zijn broers James II en
Henry van het strand van Scheveningen in beeld. |
|
Als gevolg van zijn besluit voor
zijn vertrek, nam Charles op 1 juni 1660 afscheid van de Staten-Generaal.
De hele nacht van 1 op 2 juni werd gebruikt voor de voorbereiding van het vertrek,
het pakken van de koffers en het sturen van huifkarren en koetsen naar de wachtende
boten. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660
by Eva Scott). |
|
Een menigte van 50.000 (vijftig
duizend) personen had de hele nacht in de duinen gewacht.
Om 2 uur in de morgen van 2 juni klonk het tromgeroffel in Den Haag om soldaten en
burgers te wekken en te verzamelen. Charles stond vroeg op om de Staten van Holland
te ontvangen.
Door hen en de buitenlandse ambassadeurs begeleid en gevolgd door een kolossale menigte
en bijna verstikt door de rook van saluutschoten afgevuurd met musketten en van de
schepen, kwam hij weldra aan op het strand. (Bron tekst: The Travels of the King,
Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). (Bron afbeelding: Royalcollection.org.uk) |
|
Daar nam hij afscheid van de Staten.
Nadat hij de prachtige, voor hem bestemde boot, die werd aangeboden door de Staten,
had afgeslagen, begroette hij Montague met een kus en stapte in zijn sloep met zijn
zuster, neefje, tante en de Koningin van Bohemen, waarna de Koninklijke Standaard
werd gehesen. Onder vrolijke kreten van de matrozen, die hun mutsen en wambuizen
in de hitte van de opwinding, in zee gooiden. (Bron tekst: The Travels of the King,
Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). (Bron afbeelding: Royalcollection.org.uk) |
|
Rond 11 uur ging het gezelschap aan
boord van de Naseby, nu weelderig met zijden vlaggen, scharlakenrode dekken en goed
ingerichte cabines voorzien en na een diner, dat was verstrekt door de Staten, doopten
Charles en James de schepen opnieuw en veranderden de namen van de Naseby, Rhichard,
Speaker en Dunbar in respectievelijk de Royal Charles, Mary, James en Henry. (Bron
tekst: The Travels of the King, Charles II in Germany and Flanders 1654-1660 by Eva
Scott). (Bron afbeelding: Royalcollection.org.uk) |
|
Nadat dit gebeurd was vertrok James
naar de London en Henry naar de Swift-sure, terwijl Charles de hele midddag over
het dek van zijn eigen schip stapte.
Een keer bleef hij staan op het achterdek om te praten over de ontsnapping van Worcester
en voor de eerste keer de ware geschiedenis te vertellen van zijn avonturen, die
hij tot dan toe trouw geheim had gehouden. Laat in de middag klom hij op het achterschip
om naar het strand te kijken en daarna kwam het moment om de gasten weg te sturen.
Hij nam hartelijk afscheid van zijn tante en neefje, maar zijn zus Maria Henriette
klemde zich aan hem vast in zo'n heftige huilbui, dat hij het nauwelijks over zijn
hart kon verkrijgen om afscheid van haar te nemen. Toen het anker was gelicht moesten
ze zich van elkaar losscheuren en tenslotte zeilde de vloot weg. Twee uur later waren
ze uit het zicht van de Scheveningse kust verdwenen.
De Engelse kust kwam in zicht in de nacht van 2 op 3 juni, maar Charles, James en
Henry besloten, voordat ze aan land zouden gaan, eerst het scheepsrantsoen wilden
eten van erwten, varkensvlees en gekookt rundvlees.
Daarna gaf Charles aan de bemanning 500 pond en aan de bedienden van Montague 50
pond en rond 12 uur stapte hij in de platboomschuit van de admiraal en roeide met
zijn twee broers naar Dover. (Bron tekst: The Travels of the King, Charles II in
Germany and Flanders 1654-1660 by Eva Scott). (Bron afbeelding: Christies.com) |
|
Volgens de Engelse bron Eva Scott
stonden 50.000 (vijftig duizend) mensen in de nacht van 1 op 2 jnui 1660 in de duinen
van Scheveningen en op het strand te wachten om een glimp op te vangen van Charles
II. In 1660 woonden in Delf circa 23 000, in Den Haag circa 25 000, in Rotterdam
circa 30 000, in Leiden circa 66 000, en in Amsterdam circa 170 000 mensen. (Bron:
The Dutch Republic, Jonathan I. Israel). Onder de toeschouwers waren veel vluchtelingen
uit Engeland, die tijdens de burgeroorlog en het bewind van Cromwell naar de Republiek
der Nederlanden waren uitgeweken. |
|
Bronnen: |
Het vertrek van
Charles II van Engeland |
Het vertrek van
Charles II |
Elegant gezelschap
op het strand van Scheveningen |
Boek
TheTravels of The King |
Geschiedenis van Scheveningen van J.C.
Vermaas: VII. Het vertrek van Karel II van het Scheveningsche strand |
|
|
|
|